Dissociëren en associëren, het is een schitterende vaardigheid die je aan jezelf en cliënten kunt geven. Hoe doe je dat, en hoe associeer je weer? Lees het in dit artikel.

Wat is associatie en dissociatie?

  • Associatie is mét gevoel een ervaring volledig beleven.
  • Dissociatie is vanuit een afstandje – de derde waarnemingspositie – naar een ervaring kijken.

Wanneer gebruik je associatie en dissociatie?

Associatie en dissociatie kun je op allerlei momenten inzetten. Hieronder staan voorbeelden van wanneer je zou willen associëren en wanneer je zou willen dissociëren.

Wanneer is dissociatie gewenst? Dissociëren is handig in de volgende situaties

Door te dissociëren kun je een scheiding maken tussen jou in het nu, en de emoties van een trauma of fobische reactie. Je kunt dus veilig en helderder naar de ervaring kijken zonder die overweldigende gevoelens. Je beleeft een ervaring dan minder intens. Hierdoor kun je er beter over reflecteren en tot inzichten en perspectieven komen.

  • Dissociatie is ook erg zinvol bij het geven van feitelijke en zuivere feedback.
  • Bij een beetje onaangenaamheid zou je over het algemeen willen dissociëren (3e persoon) om nieuwere inzichten en bewustzijn te krijgen over die onaangename ervaringen.
  • Bij het stellen van doelen is het juist nuttig om te dissociëren van de aangename, gewenste situatie. Dan creëer je, voor je onderbewuste, meer verlangen om dat te bereiken, omdat je er voor je gevoel nog niet bent, en dat is in feite ook nog zo.
  • Wanneer je de lading eraf wilt halen om helder te kunnen denken. Als je gedissocieerd bent of uit de geassocieerde ervaring stapt, kun je naar je eigen lichaam kijken in het beeld. Nu kun je helder verder denken.

Wanneer is associatie gewenst? Associëren is handig in de volgende situaties

  • Wanneer is associatie dan juist gewenst? Associatie helpt je bijvoorbeeld met leren. Je leert veel sneller door iets te ervaren!! Laat dingen gebeuren terwijl je middenin de ervaring zit – zonder deze ervaringen te willen begrijpen.
  • Wanneer is associatie nog meer handig? Wanneer je een gemoedstoestand wilt oproepen. Ga maar eens voelen hoe het gevoel van een gemoedstoestand steeds sterker in je wordt! Dat kinesthetische, geassocieerde aspect is essentieel bij het oproepen van gemoedstoestanden en emoties.
  • Bij aangenaamheid zou je over het algemeen willen associëren.
  • Voor het maken van doelen is het nuttig om ook eens te associëren met de pijn van de huidige, ongewenste situatie zodat je vastberaden bent om er vanaf te komen.
Hierna lezen:  Kritiek ontvangen - Leer er eindelijk mee om te gaan [Oefening]

Associëren en dissociëren is een erg belangrijk onderdeel van de NLP Practitioner Opleiding.

Dissociatie helpt! Want het dagboek van Mount Everest-bergbeklimmers zit vol ellende: ‘Ik wilde dat ik nooit gegaan was… Zo koud… Teen verloren…' (geassocieerd) maar twee weken later (gedissocieerd) zijn ze weer klaar om opnieuw te gaan!

Voelen is inherent aan associatie

Het kinesthetische representatiesysteem is heel erg geschikt om geassocieerd te raken. Voelen is bijna altijd iets dat je ‘live’ moet ervaren. Het is dus erg moeilijk om gedissocieerd iets te voelen. Kijken daarentegen gebeurt veel makkelijker gedissocieerd.

Gebruik dus vooral K (kinesthetisch) tijdens oefeningen in de eerste persoon. Ook kun je de volgende vragen stellen om iemand in het gevoel/de associatie te houden: ‘Wat doet dat voor jou? Hoe voelt dat?'

Je staat daar nu opnieuw. Precies op de plek waar de gebeurtenis plaatsvond. Je kunt nu de {de hand van je echtgenoot} in jouw hand voelen.

Andere manieren om geassocieerd of gedissocieerd te raken, zijn…

Gedissocieerd raken (metapositie) Geassocieerd raken (bijv. in de tijdlijn)
Een neutraal vliegje op de muur die naar de situatie kijkt. Of via een kano langs de ervaring varen die op de oever plaatsvindt en ernaar kijken. De situatie als jezelf beleven. Of ernaartoe varen, uitstappen en in de herinnering stappen.
Een beeld van de ervaring maken en ernaar kijken. Achterover leunend met je lichaam. Stel je voor dat je het beeld verder en verder van je afduwt. Sta erboven. Letterlijk voorover leunen. In het beeld stappen. Stap er maar helemaal in.
Van de tijdlijn af. Wil je een gevoel verzwakken? Stel je een lijn voor en stap uit de lijn zodat je naast de lijn staat. Kijk nu vanuit een afstandje naar de ervaring waarin je dat gevoel voelde. Kijk naar een kwartier na die ervaring. Op de tijdlijn staan. Daarnaast praat je altijd alsof de ervaring waarop je staat zich in het nu afspeelt, dus ook als je in het verleden of in de toekomst staat.
Praten over de client in de derde persoon.
Zowel de coach als de cliënt doen dit.
Direct over de client praten in jij-vorm.
Zowel de coach als de cliënt doen dit.
Beschouwen, met een achterover leunende houding en je kin wat omhoog gericht – en dus niet omlaag om je naar binnen te keren. Eventueel met een been achter je en je andere been niet te ver voor je: “Als je in een deuropening staat en naar jezelf kijkt, wat zie je hem/haar doen?” Beleven, met een voorover gebogen houding: “In je lichaam zweven en de situatie opnieuw beleven. Je zit in de situatie.”
Zie je jezelf van voren, achteren, links of rechts? Je kijkt door je eigen ogen. Je staat in je eigen schoenen.
+                                                                                          +
Wat hoor je jezelf zeggen, wat zie je aan zijn lichaamshouding? Wat denk je? Wat weet je? Wat valt je op? Wat valt je nog meer op? Wat doet dat voor je? Hoe laat dat jou voelen? Zie de beelden, hoor de geluiden en voel de gevoelens (in je lichaam).
Praten in de tegenwoordige,
verleden of
toekomende tijd.
Praat in de tegenwoordige
tijd.
Gedisscocieerde woorden: ‘De ouders', ‘die' hand'. Geassocieerde woorden: ‘Mijn ouders', ‘mijn hand'.
Visueel representatiesysteem, snelle spraak, oppervlakkige ademhaling, hoge stem… Kinesthetisch representatiesysteem, langzame spraak, diepe ademhaling, lage stem…
Hierna lezen:  Kritiek ontvangen - Leer er eindelijk mee om te gaan [Oefening]

Oefening – Naar de derde positie gaan met een kano

dissociatie-en-associatie

  1. Doe deze oefening twee keer. Eerst met alleen maar positieve herinneringen en daarna met alleen maar negatieve herinneringen.
  2. Stel je voor dat je in een kano over een rivier vaart.
  3. Je vaart langs allerlei herinneringen aan de oever. Terwijl je erlangs vaart blijf je vanzelfsprekend in de derde persoon alles bekijken.
  4. Stap bij sommige herinneringen eens uit de kano en in de herinnering.
  5. Stap bij sommige herinneringen eens in de kano en uit de herinnering, om het weer vanaf een veilige afstand te kunnen bekijken.
  6. Reflecteer aan het einde van de oefening over wat voor effect het associëren en dissociëren op de ervaringen had.

Je kunt de intensiteit van een associatie of dissociatie ook aanpassen: ‘sliden’. Je kunt bijvoorbeeld meer stapjes naar achter doen of met je kano naar een groter afstandje varen als een traumaherinnering nog te intens wordt gevoeld.

Oefening – Associatie en dissociatie herkennen in een ander

Voer een gesprek met iemand en herken of iemand geassocieerd of gedissocieerd vertelt. Dit kun je aan de woorden en aan het lichaam van de ander zien. Herbeleeft hij het haast opnieuw of vertelt hij alsof hij er helemaal uit is? Noteer welk gedrag je van de ander zag of hoorde, waardoor je de conclusie trekt.

Extra oefening: op een gegeven moment leid je de ander naar associatie als hij gedissocieerd vertelt (of andersom). Vraag hem daarna hoe hij anders tegen de situatie aankijkt (gedissocieerd) of hoe hij de situatie nu anders ervaart (geassocieerd).

Wil je nog meer tips zoals deze? Meld je dan hieronder eventjes aan voor een leuke NLP-bonus zodat je niks mist: