Hoe kun je het beste helder, academisch en direct schrijven? Wij geven je hier de beste tips om je scriptie helemaal in orde te maken op taalgebied, zodat ze je daar niet op kunnen pakken.

Tip 1: Zo vermijd je wollige taal

Wollige taal is de meest gehoorde fout die jouw leraren noemen. Hoe je dit vermijdt, is simpel: doe alsof je géén directeur bent, maar doe alsof je beschrijft hoe men een vogelhuisje in elkaar moet timmeren. Dan zeg je namelijk niet iets als: “Ontwikkel het innovatieve residuum door uit te kristalliseren hoe de structuurcomponenten gefabriceerd worden.” Dan zeg je gewoon: “Pak uw hamer, pak een plank, pak een spijker en sla met de hamer op de spijker.” Als je hieraan denkt bij het schrijven van je scriptie, maak je het jezelf veel makkelijker om hier niet op te zakken.

Hier vind je nog meer van onze tips tegen wollige taal >>

Tip 2: Zo maak je het beknopter

Denk bij iedere zin: kan dit in minder woorden? Even een voorbeeld.

Met te veel woorden:
“De uitvoering van het bouwproces, dat gekarakteriseerd wordt door een voortdurende interactie tussen diverse stakeholders en een complexiteit die voortkomt uit de diversiteit aan toegepaste materialen, vereist een minutieuze planning en een diepgaande kennis van structurele principes.”

Met minder woorden:
“Bouwen vraagt om goede planning, samenwerking en kennis van materialen.”

Hier vind je nog veel meer tips om helder en beknopt te communiceren >>

Tip 3: Vermijd overbodige woorden

Welke woorden mag je niet gebruiken in een scriptie? Wat zijn overbodige woorden in een verslag?

In een scriptie is het belangrijk om bondig en helder te schrijven. Overbodige of informele woorden kunnen je tekst minder professioneel maken. Hieronder vind je wat bekende voorbeelden:

1. Vage woorden

Een scriptie moet altijd concreet zijn. Vermijd dus – zoals we dat in NLP noemen – ongespecificeerde verwijzingen als:

  • Dingen, zoiets, aspect, bepaalde, iets, vaak, eigenlijk, mogelijk.
    • Bijvoorbeeld: “Het gaat om bepaalde dingen.” → “Het gaat om specifieke elementen.”

2. Overbodige woorden

Een scriptie moet niet meer woorden bevatten dan nodig is om de boodschap over te brengen. Vermijd dus het volgende:

  • Onnodig lange zinnen of herhalingen.
    • Bijvoorbeeld: “Het is belangrijk om te benadrukken dat…” → “Belangrijk is dat…”
    • Voorbeelden van overbodige woorden: namelijk, uiteraard, immers, sowieso, toch.

3. Informele woorden

Een scriptie moet formeel zijn. vermijd dus informele woorden als:

  • Gek, leuk, gaaf, heel, super, mega, een beetje, best wel.
    • Bijvoorbeeld: “Dit is een heel belangrijk aspect.” → “Dit is een belangrijk aspect.”

4. Subjectieve woorden

Een scriptie moet feitelijk zijn. Er mogen dus geen subjectieve woorden in zitten als:

  • Fantastisch, geweldig, bijzonder, interessant.
    • Bijvoorbeeld: “Het is een fantastisch proces.” → “Het proces is efficiënt.”

5. Woordcombinaties met weinig inhoud

Ook hier mag je voor opapassen:

  • “In zekere zin”, “als het ware”, “in essentie”.
    • Bijvoorbeeld: “In zekere zin kun je dit zien als een probleem.” → “Dit is een probleem.”

Tip 4: Wees specifiek

Schrap vage of overbodige woorden:

  • Schrijf precies en concreet.
  • Fout: “Ongeveer 90 participanten vulden de enquête in.”
    Correct: “94 participanten vulden de enquête in.”

Tip 5: Vermijd “ik”, “wij” en “jij”

Schrijf objectief en vermijd persoonlijke aanspreekvormen.

  • Fout: “Ik heb me gefocust op de customer journey.”
  • Correct: “Dit onderzoek focust op de customer journey.”

Tip 6: Vermijd spreektaal en stopwoorden

Houd een academische schrijfstijl aan.

  • Fout: “Daarna werden dus de antwoorden geanalyseerd.”
  • Correct: “Daarna werden de antwoorden geanalyseerd.”

Door kritisch te schrappen, maak je je scriptie krachtiger en helderder. Is alles gereed? Dan hoef je hem alleen nog te printen – bijvoorbeeld via BachelorPrint – en dan mag je lekker vakantie vieren!

Op jouw succes!