Wat betekent ankeren (bekend van het Pavlov-effect)? Iedereen heeft wel een liedje of een geur dat hem ergens aan doet denken. Je watertandt bij het denken aan sommige etenswaren, stopt bij een rood stoplicht en als je thuis kwam terwijl je die blik in de ogen van je ouders zag wist je dat je in de problemen zat… Leer hier alle stappen om zelf te gaan ankeren en zo de controle over te nemen!

Inhoud van deze pagina:

Laten we eerst naar het Pavlov-effect kijken in een kort experiment (1 minuut, tip)

Wat is een anker concreet? En kan de terminologie eindelijk opgehelderd worden?

Laten we beginnen met het ophelderen van de terminologie terwijl we een anker uitleggen. Er zijn namelijk erg veel synoniemen, dus laten we dat duidelijk maken.

Ankers zijn externe prikkels die een specifieke interne ervaring of reactie op gang brengen. Veel mensen voelen stress op het moment dat ze een alarm horen. Veel mensen worden heel ontspannen als ze aan een bosje lavendelbladeren ruiken. Er is dan sprake van…

  • Een stimulus. Dit wordt ook wel een trigger of (externe) prikkel genoemd.
  • En een respons of reactie.
  • Het woord anker verwijst soms enkel naar de stimulus en soms verwijst het naar het gehele proces van ankeren: de stimulus én de respons.

De stimulus is bijvoorbeeld het alarm dat je hoort (in dit geval een auditieve stimulus). Die stimulus veroorzaakt een respons, namelijk jouw schrikreactie en verhoogde stress. Zodra je zo’n stimulus bewust gaat gebruiken, wordt het een ankertechniek.

Laten we door middel van voorbeelden schetsen wat een anker is. De volgende triggers (ander woord voor stimulus) nemen we via onze representatiesystemen waar.

  • Visueel trigger: je ziet je baas met zijn ogen rollen, waardoor de respons is dat jij voelt alsof je niet gewaardeerd wordt.
  • Auditief trigger: je hoort je collega achter je luid zuchten, waardoor de response is dat er irritaties in je opgewekt worden.
  • Kinesthetische trigger: je krijgt een schouderklopje van een collega, waardoor je opgepept wordt en een warm gevoel krijgt.

Vaak worden ankers als hulpmiddel gebruikt, bijvoorbeeld om een gewenst gevoel als vertrouwen sneller terug te roepen. Een anker is in dat geval als het ware iets stevigs waar je jezelf aan kunt vasthouden, zodat je niet wegdrijft en zodat je veilig blijft.

Zo’n anker creëer je door een trigger te begrijpen en te versterken om hem uiteindelijk in je voordeel te gebruiken, zodat je de bijbehorende respons kunt oproepen, opnieuw en opnieuw. Zou het niet handig zijn om zo’n anker overal en altijd bij de hand te hebben? Dat leert NLP ons.

Wat kun je met ankers en het Pavlov-effect?

ankeren

Ankeren is klassieke conditionering. Je kunt hier actief gebruik van maken om dingen te bereiken die jij wilt. Dolfijnen worden door middel van stimuli en responses geconditioneerd om trucjes te leren, en honden om zindelijk te worden. In dit artikel gaan we leren hoe je bewust ankers kunt maken, zodat je jezelf of anderen in een bepaalde stemming kunt brengen op het moment dat je hier behoefte aan hebt.

Stel je eens voor wat je allemaal anders had kunnen doen op het moment dat je in gespannen situaties snel en gemakkelijk zou kunnen ontspannen. Dat is handig bij moeilijke gesprekken, voordat je op vakantie gaat of in elke andere situatie waarin het voelen van spanning en stress niet bevorderend zou zijn. Als je de oefeningen van dit artikel hebt gedaan, kun je van alles een anker maken.

Ben je deur-tot-deur verkoper? Je kunt bijvoorbeeld een deurbel of telefoonhoorn ankeren waardoor je jezelf altijd in een ‘charismatische overtuigende verkoper-state’ kunt brengen wanneer je de telefoonhoorn oppakt of de deurbel indrukt (kinesthetisch anker).

Ankers ontstaan sneller dan je denkt. Eerst kwijlden de honden alleen toen ze daadwerkelijk vleespoeder op hun tong kregen. Daarna toen de assistenten van Pavlov de bel rinkelden. Een paar dagen later kwijlden ze al iedere keer dat de kastdeur opengemaakt werd. Een paar dagen later kwijlden ze al toen de assistenten binnen kwamen lopen via de deur. Zo snel werken ankers.

Een ander voorbeeld van zo'n kinesthetisch anker is Piet's voorbeeld. Hij heeft een belangrijk examen voor de boeg. Ter voorbereiding denkt hij aan momenten waarop hij rustig was (dit is een van de manieren om een gevoel op te wekken), en dan pakt hij tegelijk de pen in zijn handen waarmee hij straks het examen zal gaan maken. Wanneer het examen begint, pakt hij zijn pen en hij kan heel rustig het examen maken!

Ankeren is heel handig als je iemand coacht. Bijvoorbeeld een aanraking op de schouder om de ander gefocust, alert en wakker te houden.

Ankers (Pavlov-reacties) komen van nature voor in ons dagelijks leven

pavlov-effect-ankeren

Mensen conditioneren elkaar ook op verschillende manieren. Doet iemand iets aardigs voor je: reageer dan positief en vriendelijk. Zegt iemand iets spottends, keer hem de rug toe en doe alsof je het niet gehoord hebt.

Acteur Russel Brand doet dit tijdens interviews altijd subtiel door het een oppervlakkige opmerking te noemen, een andere richting op te kijken en bijvoorbeeld met een andere presentator of met het publiek een nieuw gesprek te beginnen. Stelt de presentator hem weer een normale vraag, dan reageert Brand positief en vriendelijk. Als de presentator even later weer een beledigende grap maakt over Brand’s accent, houdt hij het oogcontact, negeert hij het kader en reageert hij met een afwerende grap.

Beloon slecht gedrag dus nooit. Geef mensen een kans om geen rotzak meer te zijn, en benoem hun gedrag als ze door blijven gaan. Dit zijn allemaal krachtige, non-verbale handelingen. De presentator voelt de afkeuring van Brand. Hij zal niet meespelen zolang de presentator zich onbeschoft gedraagt. Het gevolg: de presentator geeft Brand een oprecht compliment. Brand reageert extreem positief. De toon is gezet. Behandel hem slecht en voel de steek, laat oprechte vriendelijkheid zien en krijg de sweetheart.

Vooral bij het daten en flirten is dit ongelooflijk belangrijk. Doet jouw date iets kwetsbaars en liefs, bijvoorbeeld door zijn/haar gevoelens voor jou uit te drukken, moedig je date dan aan om door te gaan met lieve dingen. “Zeg dat nog maar een keertje. Dat mag je wel nog een keer zeggen. Daar word ik warm van.”

Nog enkele voorbeelden van ankeren:

  • Ook rituelen kunnen ankers zijn. Een verhaaltje voor het slapengaan van kinderen, of ijs na het ziekenhuis geven een bepaald gevoel. Topsporters lijken soms met rituelen bezig, terwijl ze eigenlijk met het ankeren van een win-stemming bezig zijn: een stemming waarin ze optimaal alert en gefocust zijn.
  • Andere mensen hebben een eigen trigger-woord gecreëerd om zichzelf in hun gewenste state te brengen: “Magisch!” “Sprankelend!”
  • Een ondernemer kan gebruikmaken van ankers bij het geven van zijn visitekaartje of aan het einde van een telefoongesprek: “We hebben een fijn gesprek gehad, wil je dat herhalen? Dan pak je de telefoon op en bel je me!”
  • Een fotoalbum levert je momenten op van plezier, ontroering, verdriet etc.
  • Een liedje op de radio neemt je direct terug naar je eerste liefde, een begrafenis of een moment van euforie.
  • De geur van een appeltaart doet je direct denken aan je moeder toen je klein was.
  • Het zien van een specifiek persoon zorgt ervoor dat je je direct onrustig en opgelaten voelt.
  • Ook posthypnotische suggesties zijn ankers.

De 4 stappen om te ankeren (het Pavlov-theorie toegepast in de praktijk)

  1. Betreed een gemoedstoestand (state) en versterk het.
  2. Breng een specifieke stimulus in, terwijl de gemoedstoestand naar het hoogtepunt stijgt. Stop met het inbrengen van de stimulus zodra het hoogtepunt is bereikt, vóórdat het weer in intensiteit afneemt.
  3. Break state (patroononderbreking).
  4. Vuur het anker (de stimulus van stap 2) om te testen (door middel van kalibratie) of je dezelfde respons krijgt als die van stap 1.

Blijf dus altijd ook kalibreren. Kalibreer altijd op de fysiologie terwijl je de client ankert, dus observeer ook constant op de momenten dat hij/zij van state verandert en wanneer hij zou moeten veranderen. Observeer hoe zijn lichaam shift als hij steeds van state verandert. Denk aan de congruentie-theorie over het overeenkomen van je gedachten, acties en emoties.

De 5 criteria om succesvol te ankeren

ankeren pavlov effect toepassen

  1. Puurheid: betreed een pure gemoedstoestand. De states moeten puur oftewel congruent en intens zijn tijdens het aanbrengen van het anker.
  2. Uniekheid: de stimulus moet niet al van nature meerdere keren in een dag of week afgevuurd worden. Gebruik je een kinesthetisch anker, doe dat dan bijvoorbeeld niet met een vingerknip of met je duim omhoog.
  3. Reproduceerbaarheid: de mogelijkheid om de stimulus exact op precies dezelfde manier te kunnen reproduceren als de stimulus zoals het de allereerste keer ingebracht werd. Het reproduceren van het anker moet precies hetzelfde zijn als het origineel. In het geval van een hand op de schouder, zet je je hand en vingers dus precies op dezelfde plek als eerst.
  4. Intensiteit: vang de gemoedstoestand in zijn meest intense vorm. Stel het anker alleen in terwijl de client in een gemoedstoestand van hoge kwaliteit verkeert. Plaats het anker net voordat die state het meest intens is, want…
  5. Timing: …dan is het een versnellend proces dat je ankert. Dus plaats hem niet op de piek, wat een stilstaand proces is. En ook niet na die piek, bij het verlaten van de state: een afnemend proces.

De kracht van onvoorspelbaarheid bij een Pavlov-reactie

Wil je iemand een gemoedstoestand geven met een anker dat je een keer opgebouwd hebt? Maak het afvuren van het anker niet te voorspelbaar. Doe het op onverwachte momenten.

Hierbij is het interessant op te merken dat aangename verassingen een van de fijnste ervaringen zijn die je maar kunt hebben. Na een tijdje gaan de trainers de dolfijnen niet altijd meer belonen wanneer ze een kunstje hebben gedaan, anders wordt het normaal voor de dolfijnen. De dolfijnen zullen niet altijd 100% geven als ze altijd beloond worden. De onregelmatige verrassing en de onzekerheid zorgen ervoor dat de dolfijn er 100% voor gaat.

In een casino gaan mensen ook juist door nadat ze niet beloond zijn, want na iedere extra keer zonder prijs is de kans groter dat het de volgende keer wél gaat gebeuren. Het houdt ze in een state van anticipatie.

Speel dus met de voorspelbaarheid van je anker als je het op een ander persoon toepast.

Extra tips voor effectieve ankers in het Pavlov-effect

  • Gebruik herinneringen van een gemoedstoestand als standaard-methode om een gemoedstoestand op te bouwen. Maar er zijn nog meer methoden.
  • Werk met een overvloed-mindset bij het ankeren: alles is mogelijk. Je kunt bijvoorbeeld meerdere verschillende positieve herinneringen en methoden gebruiken om één bepaalde gemoedstoestand op te bouwen.
  • Ook kun je meerdere gemoedstoestanden in één anker stapelen. Op die manier wordt het een ‘resource-anker, oftewel een stacked anchor‘. Wil je bijvoorbeeld 4 verschillende states in een gestapeld anker zetten, gebruik dan voor iedere state 5 verschillende ervaringen om het anker op te bouwen. In totaal ben je dan 20 keer aan het ankeren om het gestapeld anker op te bouwen.
  • Ben je ankers aan het opbouwen, verbind het anker dan meerdere keren met het gevoel. In het geval van de oefening die verderop in dit artikel staat, plaatsen we onze hand nog een aantal keer op de schouder van persoon A terwijl we de eigenschappen van de state nog eens benoemen en versterken. Daarna testen we of het werkt: we vuren het anker door onze hand op de schouder van A te plaatsen en we observeren of ze weer de kenmerken vertoont van hoe ze zich voelde in de state. Als uit de test blijkt dat ze niet terug in de state gaat herhalen we de stappen: versterken van het anker en weer testen.
  • Heb je een resource anker voor jezelf? Maak er een gewoonte van om je resource anker altijd aan te vullen wanneer je van nature weer in een state zit die later van pas kan komen.
  • Je kunt bepaalde gevoelens een kleur, vorm en een plaats in het lichaam geven zodat je die submodaliteiten kunt versterken.
  • Gebruik eventueel ook de persoonlijke trance-woorden van de andere persoon als anker. Dit zijn de woorden die de andere persoon zelf vaak gebruikt.
  • Werk ook met zogenaamde sliding anchors. Druk bijvoorbeeld geleidelijk aan harder op iemands schouder wanneer een state in intensiteit toeneemt, zodat je die toenemende intensiteit pacet. Een ander voorbeeld: in een gesprek waarbij je aan tafel zit, kun je bijvoorbeeld met je vinger kleine cirkels op de tafel maken. Je brengt je vinger dichtbij de andere persoon als een positief onderwerp besproken wordt en de state opgevoerd wordt. Als je naar een neutraal of negatief onderwerp fractioneert, breng je je vinger weer dicht bij jezelf.
  • Voor het grootste effect moeten gemoedstoestanden in de eerste persoon ervaren worden, alsof het opnieuw gebeurt, dus geassocieerd.
  • Als iemand net toevallig live een gewenste state vertoont: anker! Voeg het toe aan het resource anker. Vertelt iemand je bijvoorbeeld vol passie een verhaal over hoe krachtig ze zich voelde toen ze iets heel bijzonders meemaakte tijdens het paardrijden, en noemde zichzelf nadrukkelijk een cowgirl, gebruik dat dan als auditief anker: ‘Wow, een cowgirl!'
  • Ben je iemand kinesthetisch aan het ankeren? Leid dan met je lichaam terwijl je het positief anker afvuurt: verander zelf je postuur en ademhaling.

Met het lichaam altijd te reproduceren ankers

ankeren

Je kunt jezelf voorbereiden en de juiste spullen meenemen voor een cliënt. Als een cliënt een vieze smaak aan chocolade wil ankeren, kun je dat meenemen. Natuurlijk kun je met je lichaam altijd en overal ankers produceren.

Kinesthetische reproduceerbare ankers:

  • Vingerknippend een beweging maken van de ogen van de cliënt naar jou.
  • Of zoals we in de oefeningen gaan doen iemands schouder of knie aanraken met je hand.

Auditieve reproduceerbare ankers:

  • Een strakke “hey”
  • een bewonderende “wauw”
  • Een oneliner zoals “kat in het bakkie”.
  • Muzikale ankers: Geef een cijfer op de piekerschaal 1-10. Doe dit vervolgens terwijl je naar 3 verschillende genres luistert. Welk genre werkt het best?

Visuele reproduceerbare ankers:

  • Je duim en wijsvinger naar elkaar toe brengen.
  • Je hand op je hart leggen.
  • Met je duimen en wijsvingers een driehoek maken (alsof je het moment vast aan het leggen bent).
  • Op je kin tikken terwijl je hoofd wat scheef is.
  • Met je wijsvinger ergens op tikken.
  • Zoals de fictieve Frank Underwood uit House of Cards met je knokkels 2 keer op tafel tikken (hij gebruikt het om het einde van een gesprek en dat het tijd voor actie is)
  • Met je hand open zwaaien als afleiding terwijl je een kinesthetisch anker vuurt.

Tip: combineer twee verschillende soorten ankers (bijvoorbeeld kinesthetisch en visueel)

Anker iets bijvoorbeeld met een kinesthetische én visuele anker tegelijk, voor meer effect. Je kunt het OK-teken bijvoorbeeld maken, terwijl je ook een geluidje maakt. Een ander voorbeeld: wanneer je sterke rapport hebt opgebouwd met iemand, kun je dat ankeren met een handdruk én een zin: “Dat is geweldig, daarvoor geef ik je graag een hand.” Gebruik dat anker voor wanneer rapport wegdrijft.

Waarom heet dit ‘ankeren?'

Een anker is een metafoor voor iets dat jou op je plek houdt, zoals een anker een schip op z'n plek houdt. Eigenlijk wordt met een anker dus niet bedoeld dat je ‘op een knopje drukt' waardoor je opeens een gevoel kunt oproepen bij iemand.  Een anker is meer bedoeld als referentiepunt waarmee het gevoel stabiel blijft: je blijft gefocust op een gevoel en drijft niet weg naar andere ervaringen en gevoelens. Het is dus eerder een hulpmiddel dan een magische ‘knop'.

Je lichaam als anker gebruiken om iemand te beïnvloeden

ankeren

Ankeren houdt niet op bij uitspraken, herinneringen, voorwerpen en lichaamsdelen. Je kunt ook een compleet persoon als anker gebruiken. Een veelgebruikte toepassing van een lichaam als anker is dat je jezelf verbindt met emoties als vertrouwen en autoriteit. Dat is vooral handig als coach zijnde.

  1. Maak gebruik van spontaan ontstane positieve states, of zorg dat je bij de ander positieve emoties hebt gecreëerd door met vragen langzaam te leiden naar een positief onderwerp. Dat doe je onder andere door de eigenschappen van die positieve ervaring te laten benoemen, en de zintuiglijke eigenschappen (uit het rijtje VAKOG).
  2. Vervolgens zorg je dat je steeds meer in de buurt van de ander bent, hem of haar aanraakt (dit brengt iemand naar het hier-en-nu) of naar jezelf wijst.

Heb je met iemand de slappe lach? Anker dat! Zo kun je het ieder moment weer oproepen!

Als je bijvoorbeeld wilt dat mensen je eerlijk vinden, praat dan over anderen en heb het over hoe fantastisch en eerlijk ze zijn. Anker dat aan jezelf door naar je eigen borst te wijzen. Wanneer jullie over positieve eigenschappen van relaties tussen mensen aan het praten zijn, kun je deze eigenschap aan jullie associëren door met je hand heen en weer te wijzen tussen jullie twee. “Klopt, elkaar vertrouwen is belangrijk. Ik vind dat wanneer DAT GEBEURT (associeer dit met jullie door met je hand heen en weer te gaan tussen jou en de ander) tussen mensen (mensen=vaag)… je heel veel mooie dingen kan bereiken.” (Let ook op de embedded commando, subliminale beïnvloeding)

Als iemand fantastisch nieuws te horen krijgt, en zich heel gelukkig voelt, zorg je ervoor dat je dichtbij die persoon bent of vol in het zicht. Het tegenovergestelde is ook waar, dus neem afstand, breek rapport of ga uit zijn of haar zicht als de cliënt opeens iets vervelends meemaakt of negatieve states ervaart, zoals boosheid, zodat hij of zij het niet aan jou koppelt.

Als je wilt dat iemand aan jouw kant staat, sta dan letterlijk aan hun kant.

Als jij op de plek staat waar hij op dat moment naar kijkt of wijst, stap je aan de kant, wijs je naar die ruimte, sta je aan zijn kant en bekijk je samen, zij aan zij, het probleem. Of houd het probleem met een gestrekte arm vast voor je. Een extra optie is om hem een voorwerp, zoals een papiertje, te geven om de woede van de ander daarop te laten richten. Je ‘redirect' hierdoor de spanning naar iets waar jullie samen naar kijken.

Ben je in een overleg en is iemand boos op je? Zet het op een whiteboard en stap ervan weg. Nu kijken jullie samen naar de issue en is de boosheid niet meer op jou gericht.

Hetzelfde effect kun je bereiken wanneer iemand je beschuldigt van iets. Richt je op de boodschap en haal jezelf letterlijk uit je positie met je lichaam. Na een beschuldiging stap je weg van je plek en wijs je samen met de andere persoon naar waar je net stond. Je wijst samen naar de boodschap terwijl jullie het oplossen. De beschuldiging is nu aan de locatie geankerd waar jij eerst stond, en niet meer aan je lichaam.

Je komt thuis en je vertelt aan je partner hoe erg het was op het werk. Je vertelt ook een ankedote. “En mijn baas zei toen: je kunt er helemaal niks van!” Je staat tegenover je partner en je richt jezelf tot je partner terwijl je deze anekdote vertelt.

Waarom is dit niet zo prettig voor je partner?

Je hebt zojuist de negativiteit op je partner verankerd. Je had beter naast je partner kunnen staan en je frustratie op een voorwerp of lege ruimte kunnen richten. “En mijn baas zei toen: je kunt er helemaal niks van!” Dan staan jij en je partner beiden in hetzelfde 'team' en dan veranker je de negativiteit en die uitspraak op iets buiten jullie. Vertel je een positieve anekdote (“En toen zei mijn collega: je bent een geweldig mens.”), dan is het juist wel prettig om tegenover je partner te staan en het op hem/haar te verankeren.

En waarom denk je dat er een soort ‘wij tegen hen'-spanning ontstaat in bepaalde situaties? Zou het kunnen dat je verschillende groepen pal tegenover elkaar hebt gezet? Als team A en team B met elkaar een vergadering voeren, zet de teams niet tegenover elkaar aan tafel, maar laat iedereen door elkaar heen zitten.

Je zou de negativiteit die ter sprake komt ook met een voorwerp kunnen verankeren:

  1. “Wow, het klinkt alsof die kerel je echt pijn heeft gedaan. Weet je wat: doe alsof dit (pak een stukje papier) hem is. Maak er nu een prop van.”
  2. “Stop nu al je woede in dit stuk papier – of wat je in je handen hebt…”
  3. “En gooi het weg. Scheur het gewoon uiteen, en gooi het weg, en begin opnieuw zonder dat deze kerel je naar beneden haalt.”

Dit is krachtig materiaal!

Test verschillende stimuli uit:

  • Ga achter iemand staan en zeg: Ik wil dat je de afwas doet
  • Ga links naast iemand staan en zeg: Ik wil dat je de afwas doet
  • Ga rechts naast iemand staan en zeg: Ik wil dat je de afwas doet
  • Ga zitten en zeg: Ik wil dat je de afwas doet
  • Ga tegenover iemand staan en zeg: Ik wil dat je de afwas doet
  • Test verschillende manieren van stemgebruik en zeg: Ik wil dat je de afwas doet

Test het een periode uit. Welke stimulus gaf over het algemeen de beste respons bij die specifieke persoon?

Tot slot kun je jezelf aan positieve states en zaken verbinden door simpelweg naar jezelf te wijzen op het moment waarop positieve onderwerpen en emoties aan bod komen.

Leen ook eens de autoriteit van een autoritair persoon: sta in of bij (respectvoller) de plek waar ze eerst stonden nadat ze weg zijn gegaan, en neem hun bewegingen en stem over en gebruik ze vervolgens bij een hele groep andere mensen.

Oefening – States opwekken in de ander (essentieel onderdeel van ankeren)

ankeren

  1. Persoon B vertelt wat zijn doel is met deze oefening. Dat doel is dat hij een positieve emotionele state ergens in zijn leven moet kunnen opwekken bij zijn toehoorders. B vertelt welke state dat is. Bijvoorbeeld nieuwsgierigheid, spanning of fascinatie. B gaat die state straks in A proberen op te wekken.
  2. A laat C kalibreren hoe die state eruit ziet in het lichaam van A, terwijl B wegkijkt.
  3. B moet alles op alles zetten om de gewenste state op te wekken in A, terwijl C de barometer is. C kan bijvoorbeeld met haar rechterhand op haar linker arm voor B aangeven hoe goed het gaat. Hoe hoger ze met haar hand gaat, hoe meer de state van A op de gekalibreerde state lijkt.
  4. Als het gelukt is, gaat B fractioneren: leiden naar de tegenovergestelde state.
  5. Nu wordt A terug naar de positieve state gebracht door B. Denk eraan dat je A eerst in een neutrale state moet brengen door hem bijvoorbeeld te laten losschudden.

Wees creatief in het vinden van manieren om A in de gewenste state te krijgen. Een standaard manier is om A naar een herinnering te leiden waarin die state natuurlijk voorkwam. Daarbij kun je volgende woorden gebruiken: “Zie de beelden, hoor de geluiden en voel alle gevoelens in je lichaam.” Andere manieren: vertel bijvoorbeeld een verhaal, gebruik eigenschappen van de state, utilize wat je ziet gebeuren en gebruik zintuiglijke beschrijvingen (VAKOG). “Ik zag bij de schitterende rivier een bever… en het was heel stil… en ik leunde voorover, en de bever leunde voorover… het was alsof de tijd stilstond voor even.” Soms kan het echter ook simpeler zijn dan je denkt en kan je een gewone call to action geven: “Word nu gefascineerd.” Let ook op tonaliteit en fysiologie. Ook kun je door middel van hypnostische suggesties een state opwekken.

Oefening – Anker creëren

  1. A kiest een state.
  2. B vraagt ook aan A wat haar voorkeurssysteem is voor een anker: visueel, auditef of kinesthetisch.
  3. B leidt A naar die state (zie vorige oefening).
  4. Creëer samen een anker: “Wat voor geluid of beeld zou hierbij kunnen horen? Wat komt er in je op?” In het geval van kinesthetisch gebruik je je aanraking als anker.
  5. Versterk het anker: “Ik zie bomen en de zon.” “Oké, meer bomen, meer zon. Wat gebeurt er?”
  6. Breng A weer terug, laat haar losschudden. En laat haar weer naar de state gaan door het anker af te vuren. Hoe goed werkt je anker na deze ene installatie? Vaak moet je de voorgaande stappen meerdere keren herhalen voor het anker enigszins sterk is geworden.

Oefening – Variaties op ‘States opwekken in de ander’

Variatie 1: ondertussen kan A ook iets in B proberen te ankeren zonder dat B het weet.
Variatie 2: ondertussen kan A tijdens het luisteren gaan pacen en daarna leaden naar de tegenovergestelde state (wie wint?).

Oefening – Vrij uitproberen

  1. Je kunt een anker ter plekke creëren en versterken. Je kunt dit regelmatig proberen. Vraag aan persoon A wat een fijne herinnering is.
  2. “Welk gevoel hoort daarbij?”
  3. Echo de gevoelens die in het antwoord zitten. “Neem die {gevoel} en sta het toe zich te verspreiden, als een kleur in je lichaam naar je hart en je borst, van top tot teen. Merk op hoe het gevoel nóg sterker wordt terwijl je dat doet.”
  4. Plaats je hand op de schouder van persoon A op het moment dat je observeert dat hij of zij het gevoel sterk voelt. Blijf het gevoel met je taal versterken en haal je hand er na 10 seconden vanaf.
  5. Breng persoon A weer in een neutrale state door bijvoorbeeld abrupt een nieuw neutraal gespreksonderwerp in te luiden.
  6. Vuur het anker na een minuut af, door je hand op precies dezelfde plek op zijn of haar schouder te plaatsen, terwijl je de state nog eens kort beschrijft plus versterkt met wat bemoedigende woorden.

Als je niet ziet dat de ander opeens weer terug in het gevoel gaat, komt dat doordat we het anker maar een keer hebben opgebouwd. In de hierop volgende oefeningen gaan we het gevoel goed versterken, conditioneren en het anker testen voordat we er zeker van zijn dat we een werkend anker hebben.

Utilization en ankeren

We hebben in de vorige oefening helemaal zelf en uit het niks een anker gecreëerd. Een anker kan ook al in een bepaalde situatie aanwezig zijn in mensen. Het is dan de kunst om deze patronen op te merken en ze doeltreffend in te zetten om problemen op te lossen, of om voordeel te halen uit een situatie. Anker dus vooral wanneer iets live en natuurlijk ontstaat, bijvoorbeeld wanneer je iemand bedankt of wanneer iemand blij is. Je kan dat anker later gebruiken op negatieve states en situaties. Bijvoorbeeld wanneer een kind vastzit met creativiteit. Je utilizet dus de anker-mogelijkheden die live ontstaan.

Als je de cliënt bijvoorbeeld in ontspanning brengt, of als hij of zij over ontspanning praat, kun je een anker creëren door bijvoorbeeld zijn of haar haar knie aan te raken, te herhalen wat hij of zij zegt plus een zin over ontspanning eraan toe te voegen, zoals “Het voelt geweldig om je zo te ontspannen, toch?” Even later, wanneer het moment al lang vergeten is, kan je zijn of haar haar knie precies op de juiste plek weer aanraken en iets zeggen zoals: “Merk op hoe het voelt als ik dit doe“ of: “Ken je van die mensen die je aanraken en opeens voel je die ontspanning?”

Iedere keer wanneer je kind van nature enthousiast en energiek is, kun je met een bepaalde toon een reactie geven. Aan de andere kant zijn er vast van die dagen waarop het kind nergens zin in heeft en aan het zeuren is. Als je dan op exact dezelfde toon zegt: ‘Wat zou je kunnen doen?' Dan zal het kind binnen enkele minuten weer vol enthousiasme iets gaan doen, zoals een boek lezen of buiten spelen.

Oefening – Impliciet ankeren

Overtuig iemand iets te doen door het gebruik van ankers. Dit is een voorbeeld van een werknemer die om een loonsverhoging wil vragen rond de kerstdagen:

  1. Kun je je herinneren wanneer je heel erg vrijgevend was?
  2. Anker terwijl jullie die herinnering verkennen. Bijvoorbeeld door aan je oor te trekken, te hoesten en raar kijken te kijken tegelijk 😉
  3. Verander van onderwerp. Hierdoor verbreek je de state, om naar een neutrale state te gaan. Bijvoorbeeld: ‘Weet je nog dat je kerstmis vierde toen je 5 was?'
  4. Na een tijdje vuur je het anker weer af terwijl je om een loonsverhoging vraagt.

Test het uit! Test of het lukt op je werk, op een feestje, tijdens het wachten in de rij bij de kassa…

Interventie – Een bekrachtigend anker inzetten voor een situatie

pavlov-effect-ankeren

We beginnen met het ankeren van een of meerdere van de positieve states van A.

  1. “Debbie, ik wil dat je aan een tijd denkt waarin je echt genoot van wat je aan het doen was, en waar je je heel goed van gaat voelen. Wat deed je, met wie, wie hielp er allemaal, welke oplossingen die je bedacht waren effectief, wat was op dat moment belangrijk voor je?”

Debbie heeft het bijvoorbeeld over toen ze danste voor een groot publiek.

  1. “Hoor de muziek en voel het in je lichaam. Visualiseer je je dat moment. RAAK HAAR SCHOUDER AAN. Wees daar. Haal adem zoals je toen ademhaalde. Ga weer in het ritme en het gevoel.  Voel hoe je je voelde. Beleef het opnieuw.”
  2. SCHOUDER LOS en breng haar in een neutrale state. “Kom terug in deze kamer”.
  3. Nu test + versterk je het anker: vuur het anker weer. “Hoe voelt het nu? Om die state te voelen, Debbie?”
  4. Herhaal stap 3 en 4.
  5. Herhaal stap 3 en 4 nógmaals (dus voor de derde keer versterken en testen). “Denk aan een tijd waarin je danste en het echt heel, heel goed voelde! Ga daar weer heen. Voel het, voel het ritme, laat het gevoel helemaal opstijgen. Heel goed. Leg dat gevoel hier (RAAK SCHOUDER AAN). Boem.”
  6. Breng haar in een neutrale state.
  7. Vuur/test het anker weer: Dit keer alleen maar je hand op haar schouder zetten, dus het anker vuren (en observeer/kalibreer ondertussen weer hoe die positieve state in haar lichaamstaal tot uitdrukking komt): ‘’boem en het gevoel komt weer terug’’. Breng haar vervolgens weer in een neutrale state.

Als de state + het anker gestabiliseerd is kan je naar stap 9. We gaan het nu namelijk inzetten voor een probleem.

  1. “Denk aan een moment in je leven waarin je echt dat fijne, ritmische gevoel zou kunnen gebruiken: wanneer je je onaangenaam of minder goed voelde, dus niet echt verbonden met jezelf/incongruent.”
  2. “Ga maar even terug naar dat moment. Merk op wie daar is, wat ze zeggen etc. en hoe je je daardoor gaat voelen.”
  3. “Weet dat dit (VUUR HET ANKER: HET AANRAKEN VAN HAAR SCHOUDER) in je zit, en weet dat je dit gevoel kan hebben onafhankelijk van wat er gebeurt. En merk nu op wat er gebeurt in die situatie, wat er allemaal verandert. Wat doe jij, hoe reageren zij? Etc.”

Interventie – Negatieve ankers veranderen

Een voorbeeld van een probleemsituatie die je cliënt wil oplossen: iedere keer dat ze iets ongezonds aangeboden krijgt, zegt ze automatisch ja en eet ze het. Bijvoorbeeld een koekje bij de thee. Haar trigger is het zien van de aangeboden schaal, het ruiken van de koekjes es en de toename van haar dopamine. Haar respons is dat ze ja zegt en dat ze de ongezonde dingen gaat eten.

  1. Breng haar eerst in een neutrale state.
  2. Bied haar een koekje aan en laat haar nee zeggen.
  3. Herhaal dit een flink aantal keer en versterk steeds de aanboden. De manier waarop je haar overtuigt om er tóch eentje te nemen en ook de cakejes en koekjes maak je steeds lekkerder. Maak gebruik van haar momentum (het tegenovergestelde van de ja-set, namelijk een nee-set) om haar ook nee te laten zeggen tegen de aanboden die moeilijker te weerstaan zijn.
  4. Vanaf nu zorgt het aangeboden krijgen van iets ongezonds (de trigger) er automatisch voor dat ze nee zegt (de respons). Helemaal uit haarzelf.

Hetzelfde probleem kan trouwens ook met mapping across (like to dislike) behandeld worden.

Interventie – Collapsing Anchors: gewenste state collapsen/integreren met state van ongewenste situatie

Deze oefening begint met een bekrachtigende state, en daarna een beperkende.

  1. “Kies een context in je leven waarin je meer opties wilt. Associeer hierin. “Welke emotionele states gebruikte je dan, hoe voelde je je dan?”
  2. Voel de states en anker dit kinesthetisch, bijvoorbeeld op de knie.
  3. Raak in een neutrale toestand.
  4. Testen/versterken (laat de cliënt weer in die state gaan met het anker) tot het anker werkt (afsluiten met een break state).
  5. Bepaal een gewenste, bronvolle state die de ongewenste state kan opheffen en wek hem op. Associeer in de bronvolle state door in een specifiek moment te associëren waarin je het ervaarde. “Sta toe deze states te laten opborrelen. Sta jezelf toe daar volledig te zijn, ervaar het in de 1e positie: geassocieerd. Voel ze lekker in je lichaam zitten en uitspreiden, geniet er volledig van. Knik met je hoofd wanneer je er volledig bent.”
  6. Ook deze gewenste state gaan we apart ankeren. Plaats het kinesthetische anker op een andere plek (bijvoorbeeld onder kniehoogte. Doe dat met je andere hand, want dat komt straks van pas bij het integreren. Kalibreer ook goed op die ongewenste state.).
  7. “Kom terug in de kamer” en stel een neutrale vraag.
  8. Testen/versterken (laat de cliënt weer in die state gaan met het anker) tot het anker werkt (afsluiten met een break state).
  9. Integreer de ankers: vuur beide ankers tegelijk. Houd ze beide tegelijk vast tot er volledige integratie is en kalibreer hoe dit eruitziet in de client. Laat eventueel het probleem-anker eerder los en houd het bronnen-anker wat langer aan.
    Optioneel: je kunt er ook voor kiezen om met het ongewenste anker te beginnen en daarna het gewenste anker daarbij te voegen. “Herinner je je deze bronnen nog? (Bronnen-anker afvurend) Daar zijn ze. En neem deze bronnen mee in deze (probleem-anker afvurend) situatie. Ervaar de situatie met deze bronnen volledig beschikbaar voor je.”
  10. Test het succes door:
    – Het ongewenste anker nog eens te vuren. Komt de bronvolle state automatisch op?
    – En: future pace.

Interventie – Chaining Anchors

Chaining Acnhors kun je gebruiken als er tussenliggende stappen nodig zijn, doordat de gewenste en de ongewenste states erg ver van elkaar af liggen.

  1. Ontwerp de ketting: wat zijn de gewenste, ongewenste en de tussenliggende states?
  2. Anker alle states apart op een andere plek op het lichaam. Houd ze puur door tussendoor in een neutrale state te raken en houd ze werkend door ze te testen.
  3. Verbind states 2 tot en met 4 met elkaar, zodat ze een ketting vormen. Dat doe je door state 2 af te vuren, state 3 erbij te voegen, state 2 los te laten, state 4 erbij te voegen en tot slot state 3 los te laten. Laat ook state 4 los.
  4. Test je ketting: vuur state 2 af en de ketting zou moeten lopen.
  5. Verbind 1 en 2.
  6. Test door state 1 af te vuren. De ketting zou nu moeten doorlopen naar het einde, zonder dat je verder iets doet.
  7. Future pace.

Oefening – In state raken ter voorbereiding

Doe deze oefening met twee personen (A en B).

  1. A Loopt in een rechte lijn (bijvoorbeeld met krijt getekend) naar B, met bijvoorbeeld de states ‘zelfvertrouwen’, elegantie’ en ‘macht’ terwijl hij de hele route oogcontact houdt. Het moet congruent zijn, dus bij breken van oogcontact: opnieuw beginnen.
  2. B ankert vervolgens het succes, bv door ‘Wauw‘ te zeggen (auditief anker) en een gebaar (visueel anker).
  3. B brengt A in een patroononderbreking zodat hij/zij weer in een neutrale gemoedstoestand raakt.
  4. B vuurt het anker, en merkt op of A weer zelfvertrouwen, elegantie en macht krijgt.

Oefening – Impliciet ankeren in het wild

  1. In groepjes van 2 naar buiten.
  2. A spreekt iemand aan, ontwaakt een state in die persoon en ankert dat. Daarna state breken en jezelf eventjes excuseren zodat je kunt overleggen met je oefenpartner.
  3. A vertelt aan B wat de (gewenste) state en het anker was, en wat hij ontdekte door de persoon gekalibreerd te hebben. Wat was de reactie van die persoon die je zal zien na het afvuren van het anker?
  4. B beoordeelt A of dat de tweede keer weer werkt wanneer het anker weer afgevuurd wordt.
    Of: B probeert het nu, en kijkt of hij dat ook voor elkaar krijgt bij de voorbijganger door hetzelfde anker af te vuren.

Je laat de persoon op straat in een betere gemoedstoestand achter dan waarin je hem/haar gevonden hebt.

Te spannend? Gebruik eventueel de vorige oefening om elkaar in state te krijgen voor het benaderen van voorbijgangers. Als jullie later in het veld zijn, kun je ondertussen ook naar elkaar dit anker voor bijvoorbeeld elegantie en macht afvuren, om elkaar te helpen.

Oefening – Magische vinger

ankeren

Gebruik deze oefening om een anker te creëren en mee te geven aan de cliënt zodat ze zichzelf positieve states kan geven wanneer ze dat nodig heeft. Net als bij alle NLP-oefeningen neem je je tijd, vertel je langzaam en las je kleine pauzes in.

  1. “Ik ga snel op je arm wrijven en ik wil dat je goed oplet en onthoud hoe dat voelt.”
  2. Wrijf op de bovenkant van haar onderarm gedurende 3 seconden. “Onthoud hoe dat voelde.”
  3. “Nu wil ik dat je je ogen dichtdoet. Denka an een tijd in je leven waarin de tijd stilstond. Waarin je de meest voldane gevoelens had die je ooit hebt ervaren. Waar alles in je leven perfect was. Zie wat je zag, hoor wat je hoorde, voel wat je voelde.”
  4. “Wanneer je voelt dat je helemaal in dat moment bent, mag je je wijsvinger wat bewegen.”
  5. Nu wil ik dat je deze gevoelens als een energiebron door je lichaam ziet bewegen.
  6. Geef deze gevoelens een energie-kleur. Het maakt niet uit wat de kleur is.
  7. Nu wil ik dat je de intensiteit verdubbelt en de helderheid verdubbelt.
  8. Visualiseer nu dat deze {kleur} energie zich helemaal naar je rechter schouder verplaatst. Stel je voor dat het helemaal langs je rechter arm naar je hand toe naar beneden beweegt, terwijl het steeds intenser wordt omdat het geconcentreerder en compacter wordt in een kleiner gebied.
  9. Stel je nu voor dat al die fijne energie vol genot in je rechter wijsvinger gaat zitten. Visualiseer dat het zich allemaal gaat verzamelen in het topje van je vinger.
  10. Als ik nu je vinger aanraak wil ik dat je je voorstelt dat al die energie en al die gevoelens van het topje van je vinger naar mij toe gaan.
  11. Nu zal je zien dat wanneer ik met mijn wijsvinger je arm, gezicht en nek aanraak, het als een verfkwast dient om al die energie en gevoelens naar je over te brengen.
  12. Plaats alle energie weer terug in haar vingertop zodat ze het als anker kan gebruiken wanneer ze het wil.

Herhaal dit soort oefeningen regelmatig om het anker te testen + versterken, totdat je ziet dat het anker werkt. Daarna kun je het in je toekomstige situaties gaan gebruiken.

Oefening – Verkopen en overtuigen in het wild

  1. Wek eerst de gewenste state op in de ander: vraag naar hoe ze hun huidige auto/beste werknemer /eerste liefde gekozen hebben.
  2. Onthoud en herhaal zijn of haar natuurlijke ankers en taal in het verloop van het gesprek.

Ankeren vergt oefening

Ankeren leer je uitgebreid tijdens de NLP Practitioner Opleiding. Als je al deze oefeningen hebt gedaan, zal op talloze momenten in je leven gebruik gaan maken van ankers. Hopelijk heb je met dit artikel ontdekkingen kunnen doen over de Pavlov-reactie (het Pavlov-effect).

De essentie van ankeren: wat moet je nou meenemen uit dit artikel?

Wat is de essentie van dit artikel? Het verschil dat het verschil maakt? Ik wil niet dat je de vier kenmerken van een goed anker onthoudt. Ik wil ook niet dat je alle stappen tot in detail kent.

Ik wil dat je gewoon lekker dagelijks gaat ankeren, waarna je het automatisch in de vingers krijgt. Heb je de slappe lach met je vrienden? Anker dat direct. Praat iemand over fascinerende dingen? Vraag door op het gevoel en anker dat gevoel van fascinatie.

Het komt regelmatig voor in je dagelijks leven dat je wel eens een verzoekje wilt doen aan iemand, of dat je om een uitzondering wilt vragen. Ben je jouw handdoek vergeten in de sportschool terwijl je weet dat daar altijd op gecontroleerd wordt, ga dan naar de trainer die alles in de gaten houdt, maak een praatje, wek via dat gesprek de gemoedstoestand op van flexibiliteit en anker dat met een duidelijke beweging of stopwoord. Vuur het anker af terwijl je vraagt of je bij wijze van uitzondering en flexibiliteit toch nog mag trainen.

En ik wil dat je iedere keer dat je in iemand een emotie ziet opgewekt worden, gewoon een anker plaatst. Het kan altijd van pas komen.

Laat jouw ervaringen met ankers weten in de reacties!

Praktisch boek over ankers

Vond je dit een zinvol artikel? Dan wijs ik je tot slot graag op het inspirerende NLP Doe-Boek, zodat we het ook samen in de praktijk gaan brengen. Hierin zitten meer dan 100 verschillende tools, tips en technieken vanuit NLP, waaronder bruikbare challenges om met ankers aan de slag te gaan. Bekijk het NLP Doe-Boek hier >>