Hoe kun je je coachingsvaardigheden verfijnen, zodat je nog effectiever bent in je coachingsgesprek? In dit artikel vind je extra coachingstools voor top-coaches, in de vorm van 58 coaching-tips met voorbeelden.
Inhoud van deze pagina:
Coaching-tip 0 – Stel een duidelijk doel… dit is 80 procent
De basis van coaching is: een duidelijk doel stellen en daarnaartoe bewegen. Is er een doel én zijn er huiswerktaken om dat doel te bereiken, dan heb je al 80% van het coaching-vak toegepast.
Zonder doel is het niet duidelijk waar de cliënt voor betaalt en wat er nou precies moet gebeuren. Goed, hoe stel je een doel? Hier vind je handvatten om een compleet en duidelijk doel te stellen. Samengevat doe je dat als volgt:
- Maak hem specifiek: “Op 31 december 20… heb je x aantal acties uitgevoerd.”
- Maak hem meetbaar: “Op 31 december 20.. voel ik dat ik in mijn kracht sta” is niet meetbaar. Prima om dat óók uit te spreken, maar daarnaast moet je een meetbaar doel uitspreken: “Op 31 december 20.. heb ik x aantal mensen aangesproken op verkoopbeurzen.”
- Maak hem acceptabel: het doel moet niet in strijd zijn met andere gebieden of mensen in je leven. Anders treedt er “ziektewinst” op.
- Maak hem realistisch: zorg dat er in iedere maand van het jaar iets gedaan kan worden om aan het einde van het jaar het doel bereikt te hebben.
- Maak hem tijdsgebonden. Simpel: noem een datum waarop dat specifieke doel helemaal af is. Definieer “af” ook.
Heb je eenmaal een concreet doel gesteld met je client, dan kun je daarna naar alle lust je visualisaties, interventies en psychologiseringen toepassen op dat doel.
Coaching-tip 1 – Span je in, want je bent niet zomaar gezellig een gesprekje aan het voeren
Doe je best en zet je in voor de cliënt. Je bent niet met elkaar gezellig op de thee. Wees alert en breng jezelf in een wakkere en actieve COACH-state. Hier leer je hoe.
In your head you’re dead: doe alle oefeningen met je lichaam. Een gemoedstoestand veranderen lukt namelijk niet door te praten. Doe een move, een patroononderbreking, een oefening, een beweging, dans, verander van lichaamshouding, verander de ademhaling, spring, lach, plaats een ankertje! Nu is alles mogelijk. Nu maken we betere beslissingen.
Je bent niet zomaar een gezellig, ontspannen gesprek aan het voeren, dus je kunt niet achterover leunen. Je schudt de client helemaal wakker door alles wat je doet. Om een goede coach te zijn, is er alles voor nodig wat je in huis hebt!
Coaching is geen oeverloos gelul. Het is actief zoeken naar nieuwe opties.
Niet alleen de coach spant zich in – de cliënt gaat zich als het goed is zelfs nog meer inspannen dan de coach. Dus laat zo vroeg mogelijk in het coachingstraject weten dat je client kan verwachten dat hij zich in moet spannen. Je kunt bijvoorbeeld het volgende communiceren: “Dit coachingstraject vraagt tijd en aandacht. Groei betekent constant actie ondernemen. Steek tijd en moeite in verandering en het bereiken van je doelen.”
“Ik zit vast, ik heb blokkades…” Nee, dat is niet waar. Je bent al heel. Als je in beweging blijft, komt er altijd een volgende stap.
Coaching tip-2 – Onderneem direct actie en onderneem veel – herhaalde – actie
Bij actie ontstaat er magie…
Vaak moet er iets gebeuren voordat er iets gebeurt.
– Johan CruijffDe manier om te starten is door te stoppen met praten en te beginnen met doen.
– Walt DisneyWeten is niet genoeg; we moeten toepassen. Gewillig zijn is niet genoeg; we moeten doen.
– Leonardo daVinci over de urgentie van doen
Coaching is geen passieve aangelegenheid waarbij je eens lekker gaat psychologiseren door alleen maar wat gesprekjes te voeren… Daarmee zet je niks in beweging. Coaches horen juist dingen in beweging te zetten! Hierom is huiswerk de essentie van coaching. Hier gaan we later op in.
Als je een stem in jezelf hoort die zegt: “je kunt niet schilderen”, dan moet je juist meteen gaan schilderen en die stem zal automatisch het zwijgen worden opgelegd.
– Vincent Van Gogh
Concrete stappen die iemand kan nemen om een doel te bereiken, kunnen in veel gevallen ook gewoon binnen een dag, uur, tien minuten of meteen uitgevoerd worden. Moedig de cliënt aan om dat ook te doen. Bijvoorbeeld: “Voor wie ben je heel dankbaar? Bel die persoon op en vertel dat.”
Wim Hof (‘The Iceman') schrapt steeds vaker alle ‘mentale voorbereiding' voor zijn coachees. Geen gedoe, geen gedachten, geen psychologisering. Hooguit de zweepslagen van het pijn-plezier-principe. Hoe beklim je de berg? Je zet een stap, en nog een stap en nog een… en dan bereiken we de top.
En nu komt het: een coach zorgt ervoor dat de cliënt niet één keer, maar veelvuldig in actie komt. Met andere woorden: een coach zorgt ervoor dat de cliënt een gewoonte ontwikkelt. Laat de cliënt dus iets wat hij/zij geleerd heeft, meerdere keren herhalen of uitspreken.
- Heeft de cliënt een nieuwe verandering, gewoonte of techniek geleerd? Laat hem/haar dit meerdere keren direct doen. En geef huiswerk zodat de cliënt dit regelmatig blijft doen.
- Heeft de cliënt een inzicht of een nieuwe bekrachtigende overtuiging? Laat hem/haar dit meerdere keren herhalen
- Is de cliënt bang voor iets? Laat hem datgene 100 keer doen. Exposure therapy is wetenschappelijk bewezen.
Verder is er actie nodig. Dus er zijn verder geen psychologische inzichten nodig. Een buddy is alles wat nodig is: Desnoods belt hij je ieder uur zodat jij kunt zeggen wat je gaat doen en wat je hebt gedaan.
We zijn al oké. We zijn vreugdevol geboren. We hoeven niet te graven en psychologiseren over hoe we gebroken zijn. We hoeven alleen maar iets te doen.
Coaching-tip 3 – Succesvolle coaches onderscheiden zich niet met technieken, maar met hun verbinding en aanwezigheid
Carl Rogers benadrukte het belang van het menselijke aspect van coaching. Op nummer 1 komt rapport, inclusief empathie, aanwezigheid, persoonlijke congruentie (de coach zegt wat hij/zij denkt en doet wat hij/zij zegt) en onvoorwaardelijke acceptatie.
Is dat er allemaal niet, dan had de cliënt net zo goed een instructieboekje kunnen nemen. Onthoud wat de kracht is van het menselijke aspect van coaching en verschuil je niet achter het ‘masker van de perfecte coach' en verschuil je al helemaal niet achter…
- Technieken.
- Oefeningen.
- Te veel willen helpen… Ken je het verhaal van de rups die te veel hulp kreeg en het niet overleefde?
- Nadenken en de boel onder controle willen hebben zodat er geen onzekerheid is. ‘Dit is te moeilijk, wat moet ik straks gaan vragen, waar moet ik in hemelsnaam beginnen, deze cliënt biedt weerstand op mij, het gaat niet werken met deze cliënt…'
Al die dingen zijn niet nodig en werken juist tegen als je eigenlijk volledig aanwezig moet zijn voor je cliënt. De oplossing? Erken eerst wat de piekerende stem in je hoofd tegen je zegt, raak vervolgens in je lichaam (bijvoorbeeld door je adem te volgen) en zet je rapport– en luistervaardigheden in.
Coaching-tip 4 – Let op de vorm en benoem de patronen die je daarin aantreft
Mensen zullen je in hun gedrag de ‘grammatica' van hun gedachten en innerlijke belevingswereld laten zien vóórdat ze het daadwerkelijk zeggen.
Mensen spreken boekdelen… zonder iets letterlijk te zeggen.
We kunnen opmerken waar een persoon aandacht op legt, bijvoorbeeld door middel van zijn/haar woordkeuze en de grammaticale structuren. We kunnen horen en zien wat mensen van binnen doen. Dit zit in iedereen en het is duidelijk zichtbaar in iedereen.
Let dus op de vorm terwijl je naar de inhoud luistert. Het is een soort geavanceerde multitasking. Wees dus bijvoorbeeld opmerkzaam op…
- Gedragspatronen.
- Kernovertuigingen. Die kun je makkelijk opsporen in de taal van een persoon. Klik hier om te leren hoe.
- Manieren van interactie.
- Welke representatiesystemen de cliënt gebruikt. Met andere woorden: wat doet iemand intern? Hoe wordt zijn/haar representatie geactiveerd en verder opgebouwd? Kun je een TOTE-strategie herkennen? En is iemand geassocieerd of gedissocieerd aan het vertellen?
- Oogpatronen.
- Fysieke patronen en intonatie. “Wil je wandelen!!!! of terrassen…”
- Mate van congruentie: wil of meent de cliënt iets ook echt?
- Metaprogramma's. Met andere woorden: achterhaal het metaprofiel van de cliënt.
- Taalpatronen zoals associatieve of dissociatieve woorden, directe of indirecte taal, mate van abstractie (chunks), mate van orde en duidelijkheid in het verhaal, woordkeuze en vooronderstellingen.
- Andere soort patronen die je de cliënt ziet gebruiken in het gedrag en het verhaal.
Alle verbale uitingen moeten als ongeverifieerde geruchten gezien worden, tenzij ze ondersteund worden met op zintuiglijk specifiek gebaseerd bewijs.
Let goed op de gegeven informatie zodat je dat later kunt ‘utilizen', oftewel gebruiken.
Deze informatie verkrijg je niet alleen maar in een gesprek, maar door de andere persoon continu te observeren. Kies je er bijvoorbeeld voor om een coach-model met kaartjes op de grond uit te voeren en op die manier de cliënt een soort tijdlijn neer te laten leggen, dan kun je tijdens het neerleggen van het model observeren wat voor persoon iemand is.
Haal dus de patronen uit bovenstaande lijst met dingen waar je op kunt letten. Geef ze vervolgens feitelijk terug aan de cliënt zoals geleerd wordt in het op feiten gebaseerde feedback-model: ‘Ik zag je x en y doen, wat zou dat kunnen betekenen?' Of onderzoek de patronen met metamodel-vragen en hoe-vragen (TOTE-model).
Ga niet op inhoud zitten maar op structuur, zoals emoties, lichaamshouding en er zijn voor de ander.
Er is een heel fijne vaardigheid die je hiervoor kunt gebruiken. Erken veranderingen in de cliënt die je opmerkt door middel van kalibratie: kijk goed hoe de probleem-toestand eruit ziet in de cliënt zodat je aan het einde van een interventie kunt zien of er iets veranderd is. Blijf continu kalibreren en reageer daar ook op. Erken de veranderingen en shifts die je waarneemt.
Wanneer je bijvoorbeeld een grote fysiologische shift in de client waarneemt, benoem het dan: ‘Dat was een grote hè?' Blijf dus constant observeren en teruggeven aan de cliënt wat je waarneemt. Gebruik daarvoor de bijbehorende coachingsvragen uit het vragenartikel.
Coaching tip 5 – Ontwerp(!) huiswerk (of laat de client het huiswerk bedenken)
Huiswerk is in bij veel soorten coaching de essentie van coaching, omdat de cliënt uiteindelijk iets wil gaan bereiken, dus moet er ook executie komen om de nieuwe grenzen en neurale paden definitief te vestigen.
Er zijn veel mensen die kunnen zeggen dat een voetbalploeg slecht speelt; er zijn weinig mensen die kunnen zeggen waarom ze slecht speelt en er zijn slechts een paar mensen die kunnen zeggen wat er moet gebeuren om ze beter te laten spelen.
– Johan Cruijff
In veel gevallen is het zelfs zinvol om de client huiswerk op te geven voordat je begint. Milton Erickson gaf zijn cliënten vaak huiswerk voordat hij met ze zou gaan werken. Hij gaf ze bijvoorbeeld de taak om een berg te beklimmen. Van de cliënten die de berg niet beklommen hadden, wist Milton toen: deze persoon zal niet doen wat ik zeg, dus met deze persoon zal ik eerst daaraan moeten werken.
Het geven van huiswerk voordat het coachingstraject begint, dient op deze manier als ‘beproeving'. Deze beproeving is een symbolische weergave van de bron van het probleem, en het zal het probleem alvast beginnen te ontrafelen. Het zorgt ervoor dat de client een investering van energie en aandacht maakt, dat de client doet wat je zegt en dat er nieuwe manieren van denken en gedrag in het bewustzijn van de client komen.
Deze beproeving is vooral nodig wanneer de client niet voor zichzelf betaalt, meerdere therapeuten voor het probleem heeft gezien of een gevoel van trots en identiteit met het probleem verbonden heeft: ‘Mijn probleem is anders/groter dan die van andere mensen.' Laat de client weten dat hij de taken moet doen, of anders kun je niet met hem werken. ‘Begrijp je dat, is dat OK?'
Wanneer je de taak geeft, zorg er dan voor dat de client instemt met het doen van de taak, voordat je de taak opgeeft. Daarnaast stemt ook de coach in dat de coach zijn huiswerktaken zal doen. Laat hem/haar ook instemmen met het gegeven dat er ook na de sessie huiswerk gaat komen.
Het huiswerk moet echt voor 95%-100% af zijn. Als je onkruid ook maar voor de helft wiedt, en niet volledig weghaalt, komt het sterker terug. Spreek de client erop aan als het huiswerk niet af is: ‘Je weet dat we een overeenkomst hadden. Je weet dat je de overeenkomst niet nagekomen bent.'
En hoe ontwerp je dan het huiswerk? Dat gaat als volgt:
Stel jezelf de vraag: Welke ervaring kan ik de cliënt nu al geven om dichtbij dat doel te komen? Om de wereld anders te bekijken? Hier in de buurt al? Iets zoals een winkel bezoeken, een vakantie boeken, je eigen spiegelbeeld in een rivier zien… Een beleving waarin de oplossing verpakt zit? Niet via woorden, maar daden? Echte ervaringen?
Huiswerk geeft de cliënt de daadwerkelijke, echte ervaring in de echte wereld. Dat is onvervangbaar. Praten is daar zwaar ondergeschikt aan. Een vrouw met overgewicht had de overtuiging ”Omdat ik zo lelijk ben, wil geen enkele goede man een relatie met me.” Dacht je dat therapeut Milton Erickson gezellig met haar zou gaan praten zodat ze zich lekker zielig kon gaan voelen? Waarom zou hij met woorden proberen haar overtuiging te veranderen als hij haar ook de ervaring in de echte wereld zou kunnen geven? Haar huiswerktaak werd dus: “Ik wil dat je op de hoek van de straat gaat staan, naar voorbijlopende mensen gaat kijken en alle dikke, gigantische vrouwen opmerkt, die de hand van een man vasthouden.”
Een man met chronische pijn ging naar Richard Bandler, de ontwikkelaar van NLP. Hij gaf de volgende taak mee: “Ik heb een methode die heel goed werkt, maar hij werkt alleen voor volwassenen en intelligente mensen. Intelligente mensen kunnen namelijk vanuit meerdere standpunten kijken. Dus jouw huiswerkopdracht voor volgende week is – en ik ga je uitvoerig testen daarna – als volgt: lig in bed en bedenk hoe je eruit ziet vanuit andere perspectieven: alle hoeken van de kamer. Ik vraag je volgende week eentje voor me te tekenen en ik bereken je intelligentie.” Hiermee wilde Bandler de man helpen dissociëren van zijn gevoelens om zo volwasssener te worden – én dissocieren helpt toevallig ook tegen pijn.
Daarnaast zit de kracht van het huiswerk (dat trouwens helder en precies wordt gecommuniceerd) vaak in het aspect dat het meer aandacht krijgt dan het probleem of symptoom. Dit zorgt ervoor dat het probleem verdwijnt doordat de aandacht niet meer op het probleem, maar op de oplossing gericht is. De volgende tip van dit artikel gaat verder in op dit oplossingsgerichte aspect.
Na seminar of coachingssessie… moet er ook iets gedaan worden. Als je een weekend naar de sportschool gaat, heb je nog niet het lichaam van een atleet.
De beste huiswerktaak voor de eerste sessie? Die verklap ik in dit artikel >>
Coaching tip 6 – Laat je cliënt focussen op wat hij/zij wil
Laat de client, bijna op een koppige manier, focussen op wat hij wil. Positiviteit trekt namelijk méér positiviteit aan. Het is dus erg zinvol voor de cliënt om altijd de optie te hebben om te focussen op wat hij niet wil of de optie te hebben om te focussen op wat hij wel wil.
Wat wil je bereiken en welke stappen ga je zetten?
Houd in de gaten dat er – waar nodig – positief geformuleerd wordt. Help de client daar gerust bij. ‘Ik wil niet meer moe zijn.' ‘Wat maakt je moe en waar krijg je energie van? Wat wil je dan wel? Wat wil je bereiken en welke stappen ga je zetten? Wat levert dat dan op? Vermoeidheid komt vanuit twijfel, vermijden en angst. Wat is dat dan? Hoe kun je dat positief maken? Door je doelen duidelijk te maken.'
Veel mensen zien dat er tijdens de wedstrijd met het elftal iets fout gaat. Veel minder zien waar de fout zit en slechts een enkeling ziet wat je eraan kunt doen.
– Johan Cruijff
Staar je niet blind op obstakels en psychologisering over het verleden. Kijk naar het doel en vind manieren om daar te komen. Vaak kan dit via een laterale chunking-constructie. ‘Dit is een probleem, maar wat is de intentie daarachter? Wat zijn andere manieren om die intentie te vervullen?'
Laat ook het huiswerk in ieder geval een simpele zintuiglijke activiteit zijn mét ‘towards‘ in plaats van ‘away from'. Dat kan al iets kleins zijn zoals: iets leuks doen, zoals een dansavond, bioscoop of feest bezoeken. Je cliënt beweegt hierdoor naar wat hij/zij wil, waardoor het makkelijker wordt om naar andere positieve dingen te bewegen.
Een effectieve huiswerktaak om je cliënt in de towards-energie te krijgen: “Zeg overal hardop wat je wilt. Wat wil je? Ik wil {X}!!!!!!! Laat het ook met je lichaam zien, vol enthousiasme. Maak er zelfs een gekke beweging bij om het in je lichaam te krijgen… Ik zie je beweging niet!”
Ook de volgende huiswerktaak richt de RAS van de cliënt op het positieve: “Lever een lijst in van gedragingen waar je tevreden over bent, die je dus niet wilt veranderen.”
Coaching-tip 7 – Wees geen zachte heelmeester
Waarom neem je coaching? De meeste mensen in je omgeving zijn al zachte heelmeesters. Men gaat juist naar een coach om eens geen sociaal acceptabele dingen te horen, maar om pijnpunten daadwerkelijk aan te pakken.
Een cliënt gaat naar een coach om daadwerkelijk in beweging te komen. Om iets moeilijks te doen – met jouw hulp. Het is dus toch echt de bedoeling om je cliënt de discomfort in te trekken.
Een cliënt meldt zich nou eenmaal niet in de herfst bij een coach om op 1 januari eindelijk te gaan beginnen met sporten. De cliënt weet niet wat hij wil en wat goed voor hem is. Waar ben jij dus voor als coach? Om te zeggen: “Nu die sporttas pakken en gaan!”
Jij moet als coach congruent zeggen wat je denkt en denken wat je zegt – uiteraard nog wel met gebruik van tact.
Verder heeft een coach gewoon de taak om het mes in de wond te steken en er nog een aantal keer in te draaien zodat de cliënt gemotiveerd wordt zijn/haar doel te bereiken. Een coach wil geen vrienden worden met de cliënt.
Vrienden willen elkaar niet kwetsen en zouden als leugentje om bestwil vriendelijke dingen zeggen, terwijl ze iets anders denken. Een coach wil resultaten en laat de patronen van de cliënt als een spiegel zien – hoe pijnlijk het ook kan zijn.
Coaching tip 8 – Verplaats je cliënt fysiek
Door je lichaam te gebruiken en letterlijk te laten bewegen, komen nieuwe opties makkelijker in je systeem.
- Waarom neem je geen plaats daar?
- Waarom neem je die stoel daar niet?
- Waarom ga je niet daar staan zodat je beter kan zien…
- Waarom laat je dat niet gebeuren?
- Waarom kom je niet even hier zodat ik je kan vertellen over… Want dit stuk is belangrijk voor jou.
Bovendien kun je hiermee het ‘witch doctor effect' in werking zetten.
Coaching tip 9 – Stelt de client een vraag? Zoek naar de juiste vraag áchter die vraag
Een anekdote over Bandler, de grondlegger van NLP: er zat eens een vrouw die hij niet kende, bij hem in een auto. De vrouw begon hevig te huilen en vroeg hem: “Waarom drink jij?” Bandler gaf gewoon antwoord op de vraag, waarna hij toevoegde: “Dat is niet wat je me wilde vragen. ‘Waarom drink jij' hoor je je hele leven al van iedereen, misschien op een spottende manier.”
Bandler schepte daarna verwarring en leidde de vrouw af van het huilen: “Kijk, is dat jouw hond?” “Nee, hoezo?” Bandler begon een metafoor te vertellen over een hond. “Oh, je wilde me vragen: ‘Waarom drink ik!'” Bandler antwoordde: “Nog steeds niet de juiste vraag. Dit gaat er zo meteen gebeuren…
Ik ga je vertellen wat de goede vraag is, waarna je mijn aanraking op je rechter schouder gaat voelen, en nadat je mijn aanraking op je schouder voelt ga je naar huis en vind je de antwoorden op de vraag die ik je ga stellen.” En de vraag kwam: “Wat zou je doen als je niet dronk?” En de aanraking volgde, en de vrouw ontwikkelde daardoor een trance. Ze ging naar huis, en ze loste haar drankprobleem op.
Dit is de upchunking-techniek in actie: wat is de vraag achter de vraag? Wat zou je doen als je drankprobleem opgelost was? Wat zou dat je opleveren?
Coaching tip 10 – Coachen met babystapjes (Kaizen)
Een claustrofobische vrouw kwam naar Milton Erickson. Hij begeleidde haar door haar in een kast te zetten, en de deur helemaal open te zetten. Iedere minuut deed hij de kastdeur een milimeter verder dicht. De deur bleef steeds wat meer opschuiven tot de kast uiteindelijk helemaal dicht ging.
Wat is de eerste kleine stap?
Erickson ontving ook een client die constant haar nagels beet. Dus gaf Erickson haar de taak: “Gebruik de komende week 9 vingers voor je nageldieet, en spaar er eentje. Iedere sessie gaf Erickson weer als huiswerk om één vinger extra te sparen, tot ze uiteindelijk alle tien gespaard bleven.
Het is soms verbazend eenvoudig hoe je met een kleine verandering, grote dingen kunt veranderen.
Deze ‘salamitechniek' wordt ook wel eens gebruikt om mensen te overtuigen iets te kopen. De eerste keer wordt iemand bijvoorbeeld gevraagd: ‘Wil je deze brief over onze donatiecampagne controleren?' Een paar dagen later wordt gevraagd: ‘Wil je deze brief herschrijven?' En uiteindelijk wordt om een donatie gevraagd. Ook in het vinden van overeenstemming wordt dit toegepast: ‘We zijn het erover eens dat {een klein onderwerpje}?' Om vervolgens het onderwerp waarover je het eens bent, steeds groter te maken.
Als coach zorg je er altijd wel voor dat er iets positiefs gebeurt. Waag het dus niet te denken dat er niks gebeurt als je ‘geen geslaagde sessie denkt te hebben'. Zelfs een placebo, jouw aanwezigheid, een kleine beweging, luisteren of begrip tonen heeft een gigantisch effect.
Coaching tip 11 – Heb een bewijs-procedure voor het behalen van het doel van de client: meten is weten
Wat is in mijn beleving een essentieel onderdeel van ieder coachingstraject?
- We meten hoe je in de huidige situatie presteert. Een nulmeting dus.
- We doen een interventie en/of je krijgt huiswerk.
- We meten het resultaat: in hoeverre is de huidige situatie verbeterd?
Hoe gaat dat in de praktijk?
- Wanneer ik mensen 1 op 1 coach, laat ik ze eerst drie weken lang een 0-meting doen. Ga maar in je dagelijks leven gewoon tellen hoe vaak het probleem voorkomt. Turf dat in een boekje.
- Vervolgens komt de cliënt terug naar mij en doen we een interventie die ik passend vind. Dit is bijvoorbeeld een hypnose of visualisatie waarin we ook echt actief iets veranderen van binnen.
- Daarna stuur ik de cliënt weer weg met de opdracht: ga maar weer turfen. Hoe vaak gebeurt het probleem nu?
- Een paar weken later komt de cliënt weer terug en ik kies weer een interventie. Net zo lang tot de cliënt geen turfjes meer zet in het boekje.
Dat coaching sterk gebaseerd moet zijn op doelen stellen en bereiken, wist je hopelijk al. Een goed geformuleerd doel heeft ook een bewijsprocedure. Als het doel niet specifiek gemaakt kan worden doordat het bijvoorbeeld over een gevoel gaat, kun je de voortgang richting het doel meten door de cliënt iedere dag te laten turven hoe vaak de ongewenste situatie zich aandient. Als het goed is zullen er door de weken heen steeds minder turfjes komen naarmate het coachingstraject vordert.
Een ander voorbeeld van het bijhouden van de bewijsprocedure (wat eigenlijk ook tegelijk een huiswerkopdracht is), is het laten bijhouden van een lijst voor een cliënt die wil afvallen.De cliënt houdt dan bijvoorbeeld een eet-dagboek bij waarin al het eten en drinken genoteerd wordt, de trigger die ervoor zorgde dat hij/zij dat deed en het bijbehorende gevoel.
Coaching-tip 12 – Blijf continu checken bij de cliënt
Gebruik continu het TOTE-principe om constant na te gaan of de cliënt tevreden is over iedere stap. De reden waarom we deze tip geven, is omdat we willen dat je niet gaat invullen. Dus steeds nadat je een stap in je coaching hebt gezet, vraag je:
- Hoe voelt het? Hoe voel je je nu?
- Klopt de plek?
- Klopt het woord?
- Zou het voor jou van meerwaarde zijn als we [onderdeel x] aam deze oefening toevoegen?
- Zou het je ervaring verrijken als we ook geluiden aan je representatie toevoegen?'
Pas je bijvoorbeeld een interventie toe waarbij je de cliënt andere gemoedstoestanden laat ervaren? Gebruik dan het TOTE-principe ook om te controleren of de cliënt een nieuwe gemoedstoestand heeft betreden. Dat kun je doen door te vragen of de cliënt jou een signaal geeft als hij/zij een andere gemoedstoestand voelt, of door het zelf te kalibreren bij de cliënt.
Coaching-tip 13 – Je kunt op ieder moment de congruentie en ecologie checken
Je kunt op ieder punt nogmaals de congruentie en de ecologie checken, ook al heb je dat eerder in het intakegesprek ook al gedaan. Zodra de client iets echt wil, hoef je namelijk zelf niet zo veel meer te doen. Daarom is de ecologie en congruentie zo belangrijk bij coaching. Vraag aan de client dus wat hij wil bereiken, welke oefening hij wil doen en of hij met het onderbewuste wil werken. Pas als het antwoord op de laatste vraag ja is, ga je door.
Wanneer je incongruentie opmerkt, benoem je je observatie: “Ik zie dat je zegt dat je het wil, maar ik zie… aan je gezicht/ik geloof je niet.” Daarna maak je nog eens scherp waar, wanneer en met wie het doel niet geldt, en met welke contexten het doel wel betrekking heeft.
Coaching-tip 14 – Maak het klein en behapbaar
Je maakt het voor de cliënt en jezelf veel makkelijker als je het doel simpel houdt. Maak het niet onnodig moeilijk, want dat doet de cliënt zichzelf al aan. Tegen ‘ingewikkelde' generalisaties kan gecoacht worden door eerst te vragen: wat is het specifiek dat niet lukt? Vervolgens zijn die kleine dingen makkelijk op te lossen. Dit is het metamodel in actie.
Coaching-tip 15 – Je gemoedstoestand lost al een heleboel op: analyseer later pas het probleem/doel
Deze tip is goed toe te passen als trainer, coach of voor jezelf: verander eerst de gemoedstoestand van mensen en kijk daarna pas naar wat ze willen en wat ze tegenhoudt, want het is dan veel helderder.
Dit is de reden waarom Tony Robbins in zijn meerdaagse events de gehele eerste dag besteedt aan het aanwakkeren van een krachtige, gelukkige en energierijke gemoedstoestand.
Een veranderde gemoedstoestand – of überhaupt van hoofd naar lijf gaan – zorgt er namelijk voor dat je je patroon al direct doorbreekt en dat je je al gelukkiger voelt zonder dat je überhaupt iets hebt ‘gedaan'.
De meest belangrijkste beslissing die je in je leven kunt maken – je nummer 1 prioriteit – is om in een prachtige gemoedstoestand te leven, wat er ook gebeurt in je leven.
– Tony Robbins
Gewoon in het hier-en-nu ligt het geluk al. Het ligt niet in de toekomst waar je éérst iets voor moet doen. Het is gewoon een gemoedstoestand waar je nu in kunt stappen.
Coaching-tip 16 – Zorg voor een goed begin: de eerste stappen bij het voorbereiden van een interventie…
Nadat je een intake-sessie hebt gehad, is het bijna tijd voor het echte werk: huiswerk opgeven of een interventie. Kies je voor een interventie? Dan kan er nog op een paar dingen gelet worden.
- Als deze interventie niet direct na het intake-gesprek plaatsvindt, bouw dan eerst weer wat rapport op.
- Ga rustig zitten op een plek waar het stil is en waar je niet wordt gestoord. Doe het in een vertrouwde omgeving of met nog iemand die aanwezig is om de cliënt te steunen.
- Laat de client nooit met zijn rug naar een (drukke) open ruimte zitten.
- Laat de cliënt op een natuurlijke manier op een stoel of bank zitten. “Ga ergens op je gemak zitten.” Vraag of hij comfortabel zit.
Coaching tip 17 – Gebruik de NLP-spirit door te vragen: ‘Hoe?'
De hoe-vraag opent ongelooflijk veel deuren. Heb je bijvoorbeeld een cliënt met depressie, dan impliceert de ‘hoe-vraag' dat de cliënt er expert in is om het gevoel op te bouwen. En als je weet hoe je iets kunt opbouwen, dan kun je het impliciet gezien ook afbouwen.
“Hoe doe je dat? Die depressie? Stel dat ik een dag met je mocht ruilen. Kun je me leren hoe ik ervaar wat jij ervaart?” Daarnaast vooronderstel je met ‘leren’ dat je het ook kan afleren.
De hoe-vraag wordt heel makkelijk als je het TOTE-model gebruikt.
Coaching tip 18 – Zet een stevig begin neer met de volgende tools
- Maak rapport voordat je begint. Met rapport is alles mogelijk, zonder rapport is niks mogelijk.
- Begin met een intakegesprek, waarin je onder andere het doel helder stelt. Een coach pakt het vertroebelde beeld van de client en verandert het in HD-visie. Een uitstekende tool voor het intakegesprek is het Coach-model (Outcome model).
- Behandel het kader, en om precies te zijn: de pre-frame. Heb scherp: wat doen we hier, wat gaan we doen of niet doen, enzovoort. Schets bovendien het kader dat de sessie draait om actie en nieuwsgierigheid om allerlei dingen te ontdekken.
- Gebruik pre-frames ook voor duidelijke communicatie met de cliënt over praktische zaken. Zeg bijvoorbeeld tegen de cliënt: “Als ik te snel of te langzaam ga, heb je toestemming om me te interrumperen.” Dit soort communicatie is bijvoorbeeld handig bij visualisatie-opdrachten.
- Trek niet te veel je eigen plan maar vraag de cliënt wat hij/zij überhaupt in de (eerste) sessie wil bereiken: ‘Waar zou je je in deze sessie op willen focussen?' ‘Wat zou je aan het einde van deze sessie bereikt willen hebben'?
- Denk bij iedere stap aan de ecologie: is wat we nu gaan doen acceptabel? ‘Is het akkoord voor je onderbewuste om deze keuzes vandaag toe te voegen, terwijl je bewuste brein er ook in betrokken is?' Hier wil je een congruente ‘ja'. Alle ecologie-vragen komen in dit artikel aan bod.
- Bouw zeker het responspotentieel verder op. Jij en je cliënt zijn nu voorbereid op de coachingsoefening.
Coaching tip 19 – Heb stiltetolerantie
Stiltetolerantie is de belangrijkste tool van iedere coach! Zorg voor stiltes en pauzes, vooral na betekenisvolle zinnen die een duidelijke impact hebben op de client. Gebruik stiltetolerantie ook om meer informatie te krijgen, bijvoorbeeld tijdens het doorvragen (‘en wat nog meer?'). Laat de ander het werk doen.
Dit is niet iets wat je moet doen omdat het ‘zomaar een leuk psychologisch trucje' is. Je bent aan het werk en dat betekent dat je jouw cliënt ook daadwerkelijk moet laten werken!
Stiltetolerantie heeft een bloedserieuze reden: je ondersteunt hiermee het graaf-en-zoek-proces bij de cliënt. Het is niet jouw taak als coach om een ‘intelligente vraag' te stellen waarin de oplossing of een bijzonder inzicht besloten licht. De cliënt moet goed en lang nadenken en het innerlijk proces zijn gang laten gaan. Zelfs als hij/zij het antwoord al heeft gegeven. Dan nóg blijf je stil en/of vraag je door. En daarna wéér. En wéér… zonder een nieuwe vraag te stellen of tot iets anders over te gaan!
Nog een voorbeeld van een goede toepassing van stiltetolerantie is tijdens een interventie. Je laat de client gewoon zijn/haar proces doormaken zonder dat je constant verwacht dat er iets moet gaan gebeuren of gezegd worden.
Geniet van de stilte. Sta je voor een groep? Geniet dan van het rondkijken in het publiek. Spiegel tijdens deze pauzes het publiek: een paar seconde per persoon. De stilte moet vrijwillig en geliefd zijn. Alleen dan krijgt het kwaliteit.
Ik weet wel wat ik weet. Ik wil juist informatie!
Blijf tijdens die stiltetolerantie observeren wat voor veranderingen je in de cliënt waarneemt. Dit werd in een van de eerste tips van dit artikel uitgebreid behandeld.
Coaching tip 20 – Installeer een filter ter bescherming voor jezelf
Sommige cliënten dragen veel negativiteit en andere onverwerkte emoties met zich mee. Het is dan fijn om je eigenlijke lichamelijke en geestelijke welzijn te beschermen met een filter voor tijdens je coaching: voor het te veel rapport opbouwen.
Weet ook dat je Goddelijk beschermd bent als je iemand aan het coachen bent, en om er helemaal zeker van te zijn, kun je een filter installeren via je onderbewuste. Ook wordt dit gedaan om niet jezelf in trance te brengen of voor allergieën.
Je kunt dit bij jezelf installeren of iemand anders vragen om dit bij je te doen:
- Heb een rechte houding en vraag de onderbewuste signalen voor ja en nee op. Hoe je dat doet, staat in het artikel over het onderbewustzijn.
- Plaats een preframe: zo meteen ga ik je onderbewuste vragen een filter te plaatsen die alles eruit filtert dat je gezondheid en welzijn, fysiek en emotioneel, in twijfel trekt.
- Vraag aan het onderbewuste: ‘Snap je het?' Wacht op het ja-signaal.
- ‘Het vriendelijk verzoek aan het onderbewuste om het filter te plaatsen. Geef me een ja-signaal als het klaar is.'
Werk in ieder geval vanuit het model van de wereld van de client, maar loop er zelf niet in: heb altijd de optie weer te dissociëren. Weet dat je altijd beschermd zal zijn met een filter.
Coaching tip 21 – Ken een goede balans tussen permissief en autoritair
Een coach zijn betekent soms dat je permissief en volgend bent, en soms betekent het dat je leidend en autoritair bent. Ontwikkel voor jezelf de juiste balans. Op sommige momenten is het zeker nodig dat je op een autoritaire wijze de client door een techniek heen leidt. Soms is het nodig dat een coach kracht, vuur, pit en een rotsvaste zekerheid heeft. Dat geeft de client vertrouwen.
“Met jouw toestemming…”
Soms moet je echt leiden. Ga je een interventie doen, dan is het tijd om te leiden met zekerheid. Er is nu geen tijd voor volgen en ‘misschien… wellicht…?’ Je had al eerder moeten volgen om rapport te maken. Nu is het volgen voorbij en leid je duidelijk. Er mag geen twijfel of ‘volg-achtige’ elementen in zitten, want nu is het echt tijd voor verandering. En dat breng jij als leider nu.
Tenslotte hebben we het in coaching bijvoorbeeld over veranderingen in gedrag of over een overtuiging. Morgen komt de zon op. Jij bent reeds heel. Daar is niks twijfelachtigs aan. Het is iets dat je congruent moet geloven, brengen en leiden: een overtuiging.
Een van de deelnemers aan mijn NLP-cursus zei het volgende over de Wat-Als-Techniek, een coachtool voor oplossingsgericht coachen:
Ik stelde de vraag aan mijn dochter
wat als het nu wel eens gemakkelijk zou zijn?
Ik stelde de vraag aan mijn zoon
wat als je nu wel eens zin in huiswerk zou hebben?
Ik stelde de vraag aan mijn zus
wat als je nu wel wist of je die man leuk vindt of niet?Maar ik weet ik niet goed hoe ik het moet aanpakken want ik kreeg niet de positieve reactie waarop ik gehoopt had.
dochter: ‘oh mama, stel niet zo'n domme vragen'
zoon: ‘oh mama, ik heb gewoon geen zin, dus lieg niet; Luister je wel naar mij'
zus: ‘ik begrijp je niet. ik weet het niet of ik hem leuk vind, dus wat vraag je me nu'Hoe pak ik het beter of anders aan?
Mijn antwoord:
Misschien wel het belangrijkste NLP-inzicht is:
De helft van de NLP-technieken zijn technieken die leiden.
De andere helft van de NLP-technieken zijn technieken die volgen.
De wat-als is een techniek om te leiden. Dat betekent dat je dat best wel zéker mag doen. Én het belangrijkste: dat dat er éérst rapport moet zijn (dus dat er bereidheid moet zijn om jou te volgen).De wat-als-techniek is hier eigenlijk nogal een provocatieve techniek, omdat ie wat onorthodox is. En juist dán moet er eerst rapport zijn. Want met rapport kun je óveral mee wegkomen. Zelfs met domme vragen, uitspraken waaruit blijkt dat we “niet luisteren” en vragen die tot onbegrip kunnen leiden.
Je vroeg je zus soort-van om een knoop door te hakken over die man. Dat is leiden naar een oplossing. Vrouwen willen in dit soort contexten gewoon lekker bitchen zonder conclusie of oplossing. Dus als je wél een oplossing wilt leiden (“kop of munt, wat is het nou?”), dan is er héél sterke rapport voor nodig – in combinatie met heel sterke leiding-energie.
Hoe dan ook: de wat-als-techniek is een oplossingsgerichte techniek. Geen volg-techniek. Geen techniek om rapport te maken. Dus als je hem kiest te gebruiken, gebruik hem dan ook volledig (mits er rapport is en je echt kunt leiden). ‘Oh mama, stel niet zo'n domme vragen' ‘Het is geen vraag. Doe maar gewoon alsof het makkelijk is. Je kunt het.'
‘Oh mama, ik heb gewoon geen zin, dus lieg niet; Luister je wel naar mij'. ‘Doe maar gewoon alsof je er wel zin in hebt. Einde discussie.'Een ander NLP-principe: is:
Gemoedstoestand gaat boven “NLP-technieken”.
Dus de wat-als-houding mag ook in je lijf zitten.
De wat-als-houding mag dus juist in jouzelf belichaamd worden. Een soort nonchalante houding die weet dat we toch in de oplossing staan. Een gerelateerde NLP-houding is:
Verwacht alles.
Verwacht het onverwachte.
Dus ook deze reacties.
Coaching tip 22 – Praat (en schrijf!) even na met de client
- Tijdens het stellen van het doel heb je een ‘evidence procedure' opgesteld: hoe weet je dat het straks gewerkt heeft (vaak zintuiglijk waarneembaar)?' Nu controleer je dat. Als het bijvoorbeeld een gedrag was, controleer je of het gedrag niet meer uitgevoerd kan worden. Haal na een interventie de bewijs-procedure er weer bij, die tijdens het stellen van de doelen is bepaald. Laat de client controleren dat hij inderdaad niet meer (bijvoorbeeld) het gedrag kan doen. Ontvang instemming van de client dat het geslaagd is.
- Door alle verschillende indrukken, verwarringen, fractionaties en abrupte wisselingen heeft er geheugenverlies plaatsgevonden bij de cliënt. Hij/zij zal zich dus vrij weinig specifiek kunnen herinneren van de sessie. Dit kun je utilizen om extra kracht bij te zetten dat het probleem is opgelost.
Vraag: “Wat was het probleem?”
“Ik weet niet meer.”
“Dat klopt, je herinnert het niet meer. Het heeft gewerkt.” - Doe (nogmaals) een ecologie-check. Zijn er nog conflicten, doe dan een parts integration voor alle conflicten.
- De coach verlaat de kamer en zegt “neem een minuut voor reflectie“.
- Het is in de geest van NLP nu tijd om de cliënt ook een concrete, praktische vaardigheid aan te leren. Denk aan associëren en dissociëren, waarnemingsposities, ankeren, etc.
- Herhaling is belangrijk: geef de cliënt huiswerk mee door hem/haar de oefening dagelijks zelf te laten doen, of door zijn/haar acties te laten uitvoeren om de doelen te bereiken. Zonder oefening geen resultaat. Huiswerk moet sowieso ook opgegeven worden in het kader van het gestelde doel. Met concrete stappen naar het doel toewerken is de essentie van coaching.
- De cliënt gaat de komende dagen, weken of maanden zijn/haar huiswerktaken uitvoeren. Laat de cliënt steeds reflecteren na het uitvoeren van de taken, inclusief opschrijven van de reflecties.
- Help de client nu bij het wennen aan de ‘nieuwe' ‘identiteit'. Dat kun je bijvoorbeeld doen door deze nieuwe mogelijkheden in het licht van de logische niveaus, metaforen of uitgangspunten van NLP te bespreken.
- Als het hier zinvol is, kun je (nogmaals) het doel in de toekomst van de client installeren met de TLT-techniek.
- Vraag om feedback. Wat ging goed? Wat was het beste onderdeel? Wat is ter verbetering vatbaar?
- Geef de client validatie voor het succes van deze sessie en geef een oprecht compliment over de client zelf.
- Maak een afspraak voor de volgende sessie en maak gebruik van het ‘witchdoctor-effect’. Bij het laatste wat je tegen de client zegt voordat ze weggaat houd je drie seconden oogcontact. Dit geeft het ‘witchdoctor-effect’ nog een extra dimensie, en wekt nog meer de indruk van een ‘magische' coach.
Coaching-tip 23 – Laat aan de cliënt weten hoe belangrijk coaching is
- Een coach vraagt je waar je naar toe wil gaan. Wat is je doel? Hoe wil je jouw leven inrichten?
- Hij kijkt naar je toekomst, je opties en je oplossingen.
- De positieve coach helpt je om je sterktes en je talenten (opnieuw) te ontdekken.
- Hij helpt je gewoontes op te bouwen via dagelijkse positieve acties.
- De positieve coach helpt je niet verstrikt te raken in het verleden of problemen.
- De focus ligt op positieve emoties, gedachten en gedrag.
- De focus ligt op gezondheid, niet op ziekte.
- De coach borduurt voort op wat er nu al goed gaat in jouw leven.
- Hij ondersteunt je bij het stellen van doelen en bij het halen van deze doelen.
- Coaching verbetert je vreugde en welzijn.
- De coach faciliteert blijvende veranderingen in je lifestyle.
- Hij duwt je vooruit.
- Hij leert je van jezelf te houden.
Coaching tip 24 – Pseudo orient in time voor minder weerstand
Door de client alvast de toekomst te laten voorstellen, kun je de weerstand laten verdwijnen, omdat de client dan van de voordelen aan het genieten is!
Coaching tip 25 – Raak de client aan
Aanraken verdubbelt je succes bij alles. Als je iemand aanraakt, bijvoorbeeld wanneer je iemand een schouderklop geeft terwijl je de boodschap vertelt, stuur je letterlijk een bericht in iemands lichaam. Het bericht wordt niet alleen verbaal opgeslagen maar het hele lichaam neemt het in zich op. Is het voor een oefening nodig dat je de cliënt aanraakt, zoals bij het aanbrengen van ankers, kun je de cliënt vragen wat een geschikte plek is.
Coaching tip 26 – ‘Go First'
‘Go first’. Je kunt er 100% zeker van zijn dat iemand doet wat je zegt als er rapport is en je het eerst zelf doet. Dit geldt voor alle instructies in je sessie. Wil je de cliënt iets laten voelen, dan voel je het eerst zelf. Raak dus eerst zelf in de gewenste gemoedstoestand nadat je rapport hebt opgebouwd.
Dat kun je bijvoorbeeld doen door te vragen: “Stel dat ik een dag met je mocht ruilen. Kun je me leren hoe ik ervaar wat jij ervaart?” Daarnaast vooronderstel je met ‘leren’ dat je het ook kan afleren. Een ander voorbeeld van de ‘Go First’ regel tijdens de oefening ‘Onderhandelen Met Delen’: je kunt zelf in de ruimte kijken en alvast gaan zoeken naar de delen van de client, zodat de client jou gaat volgen en zodat ze ook gaat zoeken waar de ‘delen' zitten.
Coaching tip 27 – Subtiel knikken voor volgzaamheid – De interne ja-ladder
We hebben het over de ‘Sullivan Nod': maak een erg subtiele knik-beweging met je hoofd. Dit word bijvoorbeeld door illusionisten en verkopers gebruikt om de andere persoon de keuze te laten maken die de verkoper of illusionist wil. Ze knikken lichtjes wanneer ze de gewenste optie noemen. Coaches kunnen soms subtiel knikken om de client in een ja-ladder mee te nemen. Dat is beter dan de achterhaalde expliciete yes-ladder waarbij je steeds een vraag stelt om een ja te krijgen.
De intentie van deze tip is niet dat je dit bewust gaat doen, maar de intentie is vooral om de achterhaalde, expliciete ja-ladder te dumpen. Hier vind je meer van dit soort achterhaalde ‘verkoop-psychologie' en de betere alternatieven.
Coaching tip 28 – Wat mensen zeggen over anderen zeggen, slaat op hunzelf
Als coach ben je constant informatie over de belevingswereld van de cliënt aan het verzamelen om patronen te kunnen herkennen. Een krachtig inzicht voor iedere coach, is dat de client zijn eigen realiteit op zijn buitenwereld projecteert. De client ziet de buitenwereld zoals hij of zij zelf is. Alle positieve en negatieve dingen die de client over andere mensen zegt, slaan eigenlijk op de client zelf.
Coaching tip 29 – Spiegel de client om hem of haar iets af te leren
Doordat je iemand spiegelt, kun je hem laten inzien wat voor gedrag hij vertoont. De coach grijpt je bij het diepste van je ziel en laat dat aan je zien. Dit is een provocatieve techniek.
Coaching tip 29 tot en met 59
- Als coach ben je constant nieuwsgierig, verrast en enthousiast over wat voor inzichten de client krijgt. Wanneer de client met oplossingen en inzichten komt breng je dus verbazing over: “Wat interessant dat je dat ontdekt hebt!” Als jij geen enthousiasme, ontdekkingsdrift en energie toont, hoe kun je dan van je cliënt verwachten dat hij/zij iets gaat veranderen in zijn/haar leven?
- Een coach is zich altijd bewust van taal. Met je taal programmeer je mensen namelijk. Gebruik bijvoorbeeld niet de woorden ‘positief' en ‘negatief', maar wel: ‘ondersteunend' en ‘belemmerend'.
- Coaching houdt niet in dat je iemand verandert. Coaching houdt in dat je iemand meer opties en keuzes geeft. Het is de taak van de coach om iemand van de gevolg-kant naar de oorzaak-kant brengt (proactief). Houd dit constant in het achterhoofd.
- Scheid identiteit en intentie van ongewenst gedrag. Dit is de gedachtegang achter de belangrijkste herkadering: het herkaderen van de positieve intentie van ongewenst gedrag. Je geeft om de client en je geeft om de positieve intentie van de excuses van de client, maar je geeft niks om de excuses van de client. Bovendien vind je zo het probleem achter het probleem.
- Gebruik bij voorkeur geen jargon en termen waar je naar refereert, zoals ‘huidige situatie’, ‘gewenste situatie’ etc. maar noem ze bij hun inhoud. Dus niet: “Wat zie je in je gewenste situatie?” Maar: “Wat zie je nu je wél goed voorbereid bent op je sollicitatiegesprek?” Of leg ieder idee of woord uit voordat je het gebruikt.
- Coaching is een persoonlijk proces. Schrijf je iets op, zet daar dan altijd de naam van de client erbij. Bijvoorbeeld: ‘Karen's lijst met carrière-waarden'.
- Zet de cliënt aan het werk. Wanneer je dingen op kaartjes wil schrijven laat je de client dat zelf doen. Ook laat je de client zelf zijn/haar model weer opruimen van de grond.
- Wanneer de client zijn/haar model op de grond heeft neergelegd, bijvoorbeeld zijn/haar doel of tijdlijn, stap je er altijd omheen. Dat is respectvol en houdt rapport in stand.
- Zit je vast en weet je even niet hoe je verder moet in je coaching? Zit je als coach vast, waarschijnlijk omdat je teveel nadenkt? Vraag het dan gewoon opnieuw aan de client: “Wat is je doel (met dit gesprek)?” Houd het bovendien simpel voor jezelf en durf dingen los te laten. Doe dan wat willekeurigs. Laat de cliënt bijvoorbeeld op de tafel staan en vraag wat dit voor nieuw perspectief geeft, gebruik een willekeurige omdenken-herkadering of grijp naar een willekeurig NLP-model dat je op de grond neerlegt en gaat verkennen.
- Gebruik de ademhaling als tool die altijd beschikbaar is. Je kunt het bijvoorbeeld gebruiken als integratiemiddel na een interventie: ‘Adem het door.' Bemoedig de client bij alle interventies om te blijven ademen en leid hier ook in. Ook kun je de adem gebruiken om een gemoedstoestand te versterken door daarin te leiden.
- Echo constant de gemoedstoestanden die de cliënt vertelde, dus wanneer je in de instructies van NLP-oefeningen {gemoedstoestand} leest, vervang je dat het liefst door de eerdergenoemde gemoedstoestanden weer letterlijk op te noemen.
- Blijf altijd letten op de natuurlijke ankers die de cliënt vertoont. Bijvoorbeeld terwijl hij/zij het over bepaalde gemoedstoestanden heeft. Observeer goed en gebruik die ankers in je voordeel.
- De cliënt en de coach erkennen beiden dat de ruimte waarin ze zijn en de oefeningen die ze gaan doen slechts een weergave van de realiteit zijn. Het is een portret. Er is een duidelijke grens tussen realiteit en weergave, ondanks dat dat niet geldt voor het onderbewuste. Door deze erkenning en eerlijkheid over het feit dat dit slechts een weergave is, kan de sessie en de relatie moreel en ethisch zijn.
- Vertel de client over de kracht van het onderbewustzijn.
- Ben je een interventie aan het doen? Minimaliseer dan de bewuste communicatie tussen jou en de cliënt. Gebruik bijvoorbeeld je kalibratievaardigheden zodat je niet meer om dingen hoeft te vragen (omdat je het zelf al ziet). Of spreek bijvoorbeeld van te voren signalen af voor wanneer de cliënt een volgende stap mag nemen in een oefening, in plaats van dat je het steeds bewust moet vertellen.
- Bij het ontdekken van een negatieve ervaring in een regressie kan het soms eng zijn voor de cliënt. Zeg dan: “Voor de gebeurtenis was je veilig en ook na de gebeurtenis. Alle NLP-interventies worden namelijk netjes afgesloten op een veilig punt.”
- Het is onvermijdelijk dat er gedachten opspelen die moeilijk zijn om mee om te gaan. Het doel is juist om daar een oplossing voor te vinden, om het een plekje te geven. Daarvoor is warmte met de coach nodig. Het is echter veilig: “We kunnen van deze emoties afstand nemen wanneer we willen. Als het niet prettig wordt, gaan we niet meer door.”
- Gebruik alle mogelijkheden tot fractionatie. Dat houdt in dat je contrasten opzoekt en dat je contrasten verder benadrukt. Zoek dus bijvoorbeeld contrasterende emoties en gemoedstoestanden.
- Ondersteun de client in het verwelkomen en verwerken van emoties. Het is heel fijn om goed de emoties voelen die opkomen. Het mag er zijn. Voel maar goed. We weten wel dat we Bron (Liefde) zijn. Daarna zijn we weer veilig.
- Test de school van Karl Rogers eens uit. Als therapeut is je belangrijkste genezingsmiddel: jezelf! Jouw aanwezigheid. Alles wat je geleerd hebt is secundair. Oordeel niet en luister.
- Ben je een regressie aan het doen, of ben je op een andere manier geassocieerd in het verleden of in de toekomst een representatie geassocieerd aan het beleven? Gebruik dan altijd de tegenwoordige tijd in je spraak. Zeg dan bijvoorbeeld niet: ‘Wat had de jongere zelf toen nodig?' Maar wel: ‘Wat heeft de jongere zelf nu nodig?'
- Zeg altijd wat je gaat doen, en doe altijd wat je hebt gezegd: in een moment ga ik…
- Laat de client je procedure-instructies precies volgen. Wees precies in je instructies zodat de cliënt zich honderd procent op de inhoud kan richten.
- Houd rekening met het tempo van de cliënt. Als je de client gerust wil stellen wat betreft het tempo kun je zinnen gebruiken als: “Doe dat maar op je eigen tempo”, “En als je dat hebt gedaan mag je een seintje geven” en “Wanneer jij er klaar voor bent mag je…”
- Zit de client te twijfelen of hij wel voor zijn doelen wil gaan of dat hij liever comfortabel blijft leven zoals hij nu leeft, haal dan het vier-staps-leerproces erbij (onbewust onbekwaam, bewust onbekwaam, bewust bekwaam, onbewust bekwaam). Het is fijn om in onbewust onbewust bekwaam te zitten, want bij bewuste bekwaamheid moet je er nog wel je koppie bij houden en daar heb je misschien geen zin meer in. Terwijl je aan het leren autorijden bent, moet niet iemand ook nog vragen: ‘Heb je naar het voetballen gekeken gisteren?' Maar sta je er ook voor open om terug te gaan naar bewuste competentie? Om te blijven ontdekken, te blijven groeien?
- Maak gebruik van herkaderingen en tact om het onderbewuste voor je te winnen. Denk goed na over hoe je iets brengt. Voor coaching kunnen mensen met de meest rare coachingsdoelen naar je toekomen. In een voorbeeld uit een van de eerste NLP-case studies zagen we hoe hier op een effectieve manier mee omgegaan werd: het onderbewuste van een homoseksueel die hetero wilde worden, zou alleen met de verandering in kunnen stemmen als je het brengt als een ‘spirituele verandering naar heteroseksueliteit’, en niet dat de homoseksualiteit een ‘fout’ was door iets wat in het verleden gebeurd is, want dat zou hij zijn hele leven als een fout zien.
- Voordat je een ongewenst gevoel of gedrag loslaat, behoud je de lessen die bij dat ongewenste deel horen. Dit kun je bij alle interventies als bonus toevoegen.
- De cliënt moet willen veranderen. De enige reden dat iets niet werkt, is als de cliënt niet wil. Vertrouw dus de processen, technieken en modellen die je gebruikt in je coaching. Daar ligt het namelijk niet aan. Wil de cliënt niet, stop dan en drink samen een kopje koffie. Lees je ook in over ziektewinst en de ecologie-vragen.
- Leef volgens alle vooronderstellingen van NLP. Deze komen namelijk allemaal van pas voor tijdens je coaching.
- Zoek de essentie van jouw coachingstechnieken op! Gebruik je bijvoorbeeld een NLP-model voor een interventie? Grijp enkel naar de essentiële stap van de techniek. Wat is de essentiële stap? Het verschil dat het verschil maakt?
Bonustip: Hier vind je 6 vaardigheden en competenties die je als mental coach moet hebben >>
Laten we afsluiten met een affirmatie voor coaches
Alle gedachten en emoties van mijn cliënten zijn welkom.
Het is niet mijn taak om mijn cliënten te genezen. Het is mijn taak om mijn cliënten te helpen terwijl ze zichzelf genezen.
Het maakt niet uit hoe zelf-saboterend of vol lijden mijn cliënt is geweest. Ik zie dat er achter zijn of haar beschermende lagen ook een liefdevol, kwetsbaar en goed persoon zit.
Ik sta open voor feedback van mijn cliënten.
Ik heb alle verwachtingen losgelaten, maar niet de hoop. Ik heb veel hoop!
Ik doe mijn best om mijn cliënten bij te staan wanneer ze hun lijden met mij delen.
Ik weet zeker dat ik voor de wonden van mijn cliënten kan zorgen zonder ze erger te maken.
Ik geloof dat mijn cliënten alle antwoorden, wijsheid en capaciteiten al in zich hebben. Het is mijn taak om ze te helpen toegang te krijgen tot deze bronnen.
Ik verreken de kosten voor mijn expertise en mijn tijd aan de cliënt. Mijn hart is gratis.
Ik wijd me eraan om de beschermer van mijn cliënt te zijn en om altijd zijn of haar belangen in gedachten te houden.
Dit waren enkele van de belangrijkste coaching-tips die je tijdens een NLP (Master) Practitioner Opleiding leert. Wat zijn jouw coaching-tips? Laat het weten in de reacties.
Praktisch boek over coaching
Vond je dit een zinvol artikel? Dan wijs ik je tot slot graag op het inspirerende NLP Doe-Boek, zodat we het ook samen in de praktijk gaan brengen. Hierin zitten meer dan 100 verschillende tools, tips en technieken van NLP-coaching, waaronder bruikbare challenges om met de verschillende coaching-tools van NLP aan de slag te gaan. Bekijk het NLP Doe-Boek hier >>
Gerelateerd: lees verder...
Wil je nog meer tips zoals deze? Meld je dan hieronder eventjes aan voor een leuke NLP-bonus zodat je niks mist: