Omgaan met weerstand… Hoe doe je dat? In dit artikel vind je alle tips & tools om met weerstand om te gaan en om het om te buigen. Er zijn veel manieren om met weerstand van groepen of je client om te gaan. Lees verder om ze te leren.
Inhoud van deze pagina:
Omgaan met weerstand van de client of je groep: De eerste 15 effectieve tips
Hoe kun je omgaan met weerstand? Gebruik onderstaande tips en modellen:
- Benoem wat je waarneemt: ik zie, hoor, voel dat je x doet. Ga het verdere stappenplan af van vragenset 4 van het artikel over vragen stellen.
- Het omleiden van de weerstand. Bij deze techniek is de aanname dat er altijd weerstand zal zijn en dat je dat dus altijd wel ergens kwijt moet kunnen. Mensen voelen zich pas fijn als ze tenminste even weerstand geboden hebben op wat dan ook. Je vestigt deze onvermijdelijke weerstand dan gewoon op een onbelangrijk detail. Een sales-voorbeeld: een autoverkoper vertelt de klanten over een extra verzekering. De klanten weerstaan de verzekering, maar gelukkig was het de bedoeling de auto te verkopen.
- Het probleem en de bijbehorende pijn nog eens erger maken, bijvoorbeeld met submodaliteiten. Voor een client die beter voor haar tanden wil zorgen kun je het beeld schetsen van zwarte tanden, rood tandvlees etc.
- Gebruik omgekeerde psychologie en provocatieve therapie om de weerstand tegen te gaan.
- Gebruik het experimenten-kader. ‘Het is nog niet onze bedoeling om het op te lossen. Ik waarschuw je wel, het kan spontaan opgelost worden tijdens de oefening. Dat risico loop je wel: stel je voor dat je dan opeens succesvol bent… Maar wij gaan puur experimenteren.'
- Ecologie nog eens checken. “Wil je het wel?”
- De positieve intentie (secondary gain / ziektewinst) kan het probleem op zijn plaats houden. Erken dus de achterliggende behoefte van de cliënt. Gebruik hiervoor een positieve intentie-herkadering: ‘Hoe kun je het voordeel van [onbruikbare situatie] behouden, terwijl je hem loslaat en inwisselt voor iets anders dat deze positieve intentie bevredigt?'
- Wat wil je wél heel graag?
- Eerst upchuncken en daarna downchuncken voor een nieuwe manier om in de behoefte te voorzien. Dit is lateraal chuncken.
- Verander je gedrag als iets niet werkt. Probeer iets anders. Doe dit bij resistente cliënten: het is jouw verantwoordelijkheid om te tweaken zodat je iets anders test. Het is niet de schuld van de cliënt. De weerstand ligt bij jou, én niet bij de cliënt. Wees meer flexibel. Op deze manier kun je alles leren. Plan a plan b plan c d e k l n l p, totdat het werkt. Vertel dit ook de cliënt: als het niet werkt, proberen we iets anders. Als we iets anders blijven doen, zal íets gaan werken.
- Ben je met de client aan het visualiseren? Gebruik dan meteen een vooronderstelling zodra je bent begonnen. Bijvoorbeeld: “Is het licht of donker?”
- Zegt iemand: “Ik weet het niet.” Gebruik dan een vooronderstelling op de volgende manier: “Waarvan ben je aan het doen alsof je het niet weet?”
- Gebruik het what if-kader.
- De angst om gekwetst te worden kan helaas wel eens groter zijn dan de beslissing om in te grijpen. Wees niet bang om de waarheid te vertellen en het model van de wereld van de klant te vertellen. ‘Don't bullshit the client and yourself.'
- Vervorm emoties niet door ze als weerstand aan te zien. Emoties zijn hartstikke normaal. Ontstaat er verdriet of woede in jouw cliënt of in iemand in jouw groep, raak daar dan niet van onder de indruk, maar accepteer het met een houding die zegt: dit hoort er ook bij, dit mag er ook zijn en dit is ook normaal. Sterker nog: als dit gebeurt, is dit juist een teken dat je een veilige omgeving hebt gecreëerd in je coaching of training waarin deelnemers hun emoties durven te uiten.
- Aard jezelf. Breng tijdens het praten 20% van je aandacht naar je voeten. Als je geaard bent, kun je omgaan met onverwachte dingen.
- De beste techniek om met weerstand om te gaan, is utilisatie. Dit is een erg simpele, maar heel grappige en ‘slimme' techniek in allerlei coaching-situaties. Daarom gaan we de rest van dit artikel aan deze techniek wijden.
Sta je voor een groep? 6 tips voor het omgaan met weerstand in je training
- Waardeer de weerstand en de positieve intentie! Hiermee volg je de ander ook. Zeg: ‘Ik ben blij dat je dit benoemt en ik ben blij dat je er bent! Behoud deze onderzoekende houding. Tegelijk wil ik je uitnodigen om iets nieuws te testen. Gewoon als test.' Of: ‘Houd wat je eerder geleerd hebt als optie, maar als je tijdens deze training alleen blijft doen wat je altijd hebt gedaan, zal je krijgen wat je altijd hebt gekregen. Dan krijg je niet de rijkdom van {deze methodiek}. We willen ervaringen geven over de ware diepte van {deze methodiek}.'
- Stelt iemand een rare vraag of zit iemand te klieren, kom dan achter de intentie van deze persoon. Chunk up: ‘Wat zou je met dit gedrag willen bereiken?' ‘Dan vermaak ik me.' Ga mee met deze leerling door hem/haar hierin te volgen. Daarna kun je een andere manier vinden voor die intentie: ‘Hoe kun je jezelf vermaken én mijn les volgen? Luister goed naar mij, ik ben de juf.'
- Besef dat het normaal is om weerstand te bieden. Verwacht het en verwelkom de weerstand dus. Jouw gemoedstoestand verandert niet en blijft warm en onaangetast. Sommige mensen hebben er in het bijzonder moeite mee om iets te horen wat tegen in model van de wereld ingaat. Je kunt bovengenoemde tools gebruiken om hiermee om te gaan. Maar hoe verwacht je het dan? Het antwoord is utilisatie. Gebruik utilisatie, wat in de komende paragraaf uitgebreid aan bod komt. Het komt erop neer dat je alle weerstand gewoon verwacht alsof het de normaalste zaak van de wereld is en alsof het onderdeel van je planning was. Je volgt de persoon (of personen) die weerstand geeft en je toont begrip. Vervolgens leid je weer naar het vervolg van je lesplan.
- Reageer met lange stiltes en rust – of juist vloeiend, vlot en warm op iemand die de boel opzettelijk wil verstoren: ‘Ik waardeer dat je wat dingen te zeggen hebt, en ik ben hier een training aan het geven, dus kom bij mij in de pauze.'
- Roept iemand in je groep iets ‘onzinnigs', accepteer het en raak er niet van slag. Vraag eventueel zelfs: ‘Wat interessant, vertel me meer.'
- Volg de ander altijd, alvorens je gaat leiden. Dat betekent dat je de ander altijd eerst volledig gaat erkennen in zijn beredenering. Stel dat iemand in de groep zegt: ‘Waarom zit je nu een metafoor te vertellen? Wat heb ik aan een verhaal?' Reageer dan met: ‘Wat goed! Iemand die to the point wil komen. Dat is alleen maar aan te moedigen. Bedankt dat je hier bent!' Vraag daarna of de ander het experiment alsnog aan zou willen gaan.
Geef je een doelen-workshop en een deelnemer ziet het nut er niet van in om zijn doelen op te schrijven, dan vind je daar ook begrip voor: ‘Ja natuurlijk! Zitten ze je opeens te vertellen dat je je doelen op moet schrijven, maar daar zit je helemaal niet op te wachten. Je weet ze al lang voor jezelf. Ik hoor je.'
Geeft een deelnemer aan dat hij moeite heeft bij het komen bij zijn gevoel, dan zeg je: ‘Ik kan het me voorstellen dat je het moeilijk vindt om bij je gevoel te komen. Ik hoor dat je daar uitdagingen mee hebt. Ik hoor je.' En leid daarna naar een ‘wat als'-kader: ‘En wat als je gewoon deed alsof je het wel kon?' - Zorg dat je in het begin van je training ‘jouw spelregels‘, oftewel kader, aangeeft. Een van die spelregels zou kunnen zijn: ‘Daag me uit maar wees ook open tot je op het einde evalueert wat je behoudt en wat je kiest niet te behouden.' Het mooie hiervan is, dat je altijd naar dit kader terug kunt grijpen. Stel dus niet alleen het kader, maar verdedig hem ook.
- Blijft iemand steeds maar weer vragen stellen waardoor je uit dreigt te lopen, wijs dan naar het kader: ‘Geweldige vragen! Dat is heel goed! Ik zou je ook willen vragen om scherp te blijven op wat de groep nodig heeft en je vragen in het vragen-stuk te stellen.' Of: ‘En ik zal ze in de pauze beantwoorden in verband met het kader.'
- Gebruik subliminale priming om jouw lesonderwerpen alvast bekend in de oren te laten klinken, zodat er minder weerstand is als je het onderwerp officieel/bewust behandelt.
- Gebruik ‘martial arts': volgen & leiden en utilisatie (waar we straks uitgebreid op ingaan).
– Zegt iemand iets wat jouw trainingsonderdeel onderbreekt, zoals: ‘Waarbij is dit van toepassing?' Ontvang het dan alsof het de normaalste zaak van de wereld is: ‘Ja tuurlijk, kom ik zo bij.'
– Zegt iemand iets te enthousiast waarbij hij je training verstoort, zeg dan: ‘Dat was een briljante demonstratie van kracht! Kin je ook demonstreren dat je voorzichtig kunt zijn?'
– ‘Ik vond een andere seminar beter!' Breng de heckler desnoods op het podium zodat hij het kan laten zien. ‘Wat vond je specifiek superieur aan het andere seminar? Misschien kan ik van jou leren?
– Iemand die skeptisch is: ‘Het is goed om skeptisch te zijn. Dus dankjewel! Dankjewel dat je hier bent! Ik hou ervan als mensen skeptisch zijn, ik ben het zelf ook! Mag ik je uitnodigen om je scepticisme veilig bij je zijde te houden? Behoud het! Én test de oefening van deze workshop.'
– Je bent een presentatie over vechtsport aan het geven en een heckler zegt: ‘Komt ballet ook van pas?' Dan gebruik je dat: ‘Ja, dat is ook bruikbaar. Dan kun je met een ballerina-move ontsnappen!'
– Sommige onderwerpen van hecklers kun je niet tijdens je les bespreken, want de groep wil door en wél wat nuttigs leren. Een voorbeeld van wat je niet in de les behandelt is hecklers die tijdens de les roepen dat ze hun geld terugwillen. - Zegt iemand: ‘Dat ken ik al!' Dan is dat heel logisch voor jou. Alle informatie is gewoon op het internet te vinden. Het is een grote fout om te denken: ‘Dat weet ik al'. Denk eerder: ‘Doe ik dat al?' En nóg beter: doe het dan nogmaals! Wat zou de betere vraag zijn: ‘Weet ik dit al?' Of: ‘Doe ik dit al?'
“Dat ken ik al. Dat is een open deur…” Open deuren zijn inderdaad minder spannend en minder origineel. Daardoor hebben ze een slecht imago. Je kijkt erdoorheen en je ziet wat er aan de andere kant is. Maar… jij weet dat daar het grootste geheim in verborgen ligt. Het geheim die ‘ken ik al'-schreeuwers niet weten: je betreedt pretparken, zwembaden en cruiseschepen allemaal door deuren. Slechts door de deuropening er een glimp van opvangen, is niet hetzelfde als daadwerkelijk de longen uit je lijf schreeuwen in een achtbaan of aan het zwembad met een smoothie zitten. Dat is een heel ander verhaal dan ‘ken ik al'. Er zijn maar weinig mensen die ook daadwerkelijk door de (open) deuren heenlopen. Hoe logisch het ook klinkt, het is revolutionair als je er daadwerkelijk doorheen loopt.
– Jelle Hermus (parafrase)
Weten en niet doen is niet weten.
– Stephen CoveyAls je het beter weet, doe het dan beter. Beter weten, of iets al weten, is niks waard. Iets alleen maar lezen, horen of weten en er een mening over vormen, zal geen enkele positieve uitwerking op je leven hebben.
– Michael Pilarczyk
Utilisatie – Dé oplossing tegen weerstand en verstoringen
Laten we hieronder dieper ingaan op de techniek ‘utilisatie‘. Dit is een model om met weerstand om te gaan.
Er bestaat namelijk een NLP-techniek die er niet alleen voor zorgt dat anderen je als meer humoristisch gaan zien, maar ook als iemand met sociale intelligentie en charisma. Met deze techniek zien mensen jou als wakker en aangenaam persoon.
En het beste van allemaal? Dankzij deze techniek krijg je meteen een klik met de andere persoon, omdat je met deze techniek iets van de belevingswereld van de ander ‘adopteert.'
Is het interessant voor je om deze techniek te leren? Dan ga ik hem nu even voor je uitleggen.
De techniek heet utilisatie. Dit is een erg simpele, maar heel grappige en ‘slimme’ techniek in allerlei sociale situaties, maar ook in coaching-situaties en zelfs in situaties waarin je met weerstand te maken krijgt.
Hoe pas je utilisatie toe?
Utilisatie is de kunst van in het hier-en-nu inspelen op wat er gebeurt bij een ander persoon. Als je dit doet, gaan anderen jou als een wakker en attent persoon zien.
Utilisatie kun je al heel simpel toepassen door de woorden van de andere persoon over te nemen, maar niet zomaar zonder reden omdat we ‘geleerd hebben dat we de woorden van de ander moeten kopiëren'. Dat leerde je al in een goedkope verkooptraining.
Je gebruikt het woord van de ander voor een praktisch nut of voor de voortgang van het gesprek.
- Bijvoorbeeld om een vervolgvraag te stellen in een gesprek: “Ik studeer geschiedenis.” “Wat is de geschiedenis van dit sieraad?”
- Bijvoorbeeld om een grap te maken wanneer je kennis aan het maken bent met iemand: ‘Ik bedien Boeing 767's en 777's.' ‘Aha, boeiend!‘
- Bijvoorbeeld om de andere persoon een compliment te geven: ‘Vandaag schijnt de zon!’ ‘Klopt, die schijnt voor jou!’
- Bijvoorbeeld om iemand te bemoedigen: “Ik lijk wel een tijger die vastzit in zijn kooi.” “Kun je een gat graven om aan de andere kant van de kooiwand eruit te komen? Jij bent nu een tijger die uit zijn kooi is.”
- Mensen proberen hun stoel te vinden waar ze eerder op zaten. “Soms kan het vinden van je plek in de wereld, simpel zijn, is het niet?”
- “Ik studeer filosofie, maar er zijn geen banen in filosofie.” “Dus dan ga je filosoferen over het feit dat je geen baan hebt.”
- “Zou je 660.000 euro neertellen voor dat huis?” “In geen 660.000 jaar.”
- Er wordt gehoest. “Deze keer gaan we echt voortgang boeken! Deze keer gaan we al dat innerlijke gehoest loslaten.”
- Tijdens een coaching-sessie horen jullie ergens een deur dichtgaan. “En de deur naar die ongewenste gewoonte gaat stevig op slot.” “We hebben net de deur dichtgedaan over dat onderwerp.”
- Bij geklop op de deur: “Dat zelfvertrouwen in jou klopt aan en wil naar binnen.”
- Er klinkt een sirene van buiten: “Veel mensen haasten zich, maar jij neemt juist alle tijd”.
En het geluid kan langzaam verdwijnen…” (sirenes zijn aan het verdwijnen). - Iets horen jullie vastklikken: “Ik voel een klik tussen ons.”
- Een docent stelt een vraag in de groep: “We doen het volgens de popcorn-methode, dus willekeurige volgorde.” “Ik pop eerst.”
- “Ik kan dingen goed bepalen.” “Laten we trouwens bepalen om even die kant op te lopen.”
Utilisatie kan ook gewoon een praktisch nut hebben: waarom iets nieuws bedenken als er altijd wel een voorbeeld voor handen is? Leraar: “Zo, we zijn klaar met de demonstratie, je mag gaan zitten.” Student: “Oh, wacht, laat mij nog één keer deze taaltechniek op jou doen, ik heb de smaak net te pakken.” Leraar: “Oké, laten we dat doen. Even denken… pas de taaltechniek toe op de volgende zin: Ik denk dat er dominantie-issues zijn tussen ons twee.”
Hoe kom je op deze ingevingen voor utilisatie?
Denk aan het volgende: alles is een voorbeeld van iets – everything is an example of something. Wat er ook gebeurt, gebruik het! Gebruik dus alles wat in het hier-en-nu gebeurt.
Als jij als trainer een verkeerde of onduidelijke instructie geeft, kan de groep ervan leren.
Probeer niet in je geheugen te zoeken naar adviezen en tweedehands wijsheden die je al wist, want die hebben bijna nooit met de belevingswereld van de ander te maken in het hier-en-nu.
Dingen in het hier-en-nu zijn vaak uiteraard onverwachte dingen, en dat maakt deze vaardigheid nou zo waardevol om te hebben. Utilisatie zou je ook wel als volgt kunnen definiëren: ‘De kunst om nergens verrast over te zijn.’ Want je gebruikt alles tóch als voorbeeld om jouw punt te maken.
Alles is een voorbeeld van iets (Everything is an example of something)
Wat er ook gebeurt, gebruik het! Gebruik dus alles wat in het hier-en-nu gebeurt. Dat zijn vaak uiteraard onverwachte dingen, en dat maakt deze vaardigheid nou zo waardevol om te hebben. Utilisatie zou je ook wel als volgt kunnen definiëren: ‘De kunst om nergens verrast over te zijn.'
Als je een punt wilt maken, voorbeelden wilt geven of een grap wilt maken… pak dan gewoon iets wat al eerder was gebeurd of wat iemand eerder al had gezegd. Gebruik dat als krachtig middel in plaats van zelf iets compleet nieuws te bedenken.
Utilisatie: Leiden door te volgen
Er bestaat geen weerstand, er bestaan alleen incompetente therapeuten. Er is namelijk geen weerstand als je alle reacties ‘utilizet.’ Bijvoorbeeld:
- “Links of rechts?” De client zit een beetje dwars en antwoordt: “Paars” “Inderdaad, dat klopt. Paars (in zelfde tonaliteit). We nemen dit betekenisvolle bericht en {maak een connectie met het gewenste resultaat}.”
Wat de ander ook zegt, reageer altijd met: ‘Dat klopt.' Dat klopt, je denkt dat het niet werkt. Dat klopt, er gebeurt iets. Dat klopt, er gebeurt niks. Dat klopt, je denkt dat er niks gebeurt…
Voor utilization doe je hetzelfde als bij ‘volgen en leiden’ en je betrekt nu ook onverwachte gebeurtenissen, zoals weerstand of onverwachte verstoringen, in je pacing & leading. Bovendien voeg je in sommige gevallen een stukje eigen slimmigheid toe. Je gebruikt eventueel de natuurlijke eigenschappen, reacties of andere componenten van datgene wat gebeurt of gezegd wordt en daarop bouw je voort om tot een gewenste situatie te leiden. Utilisatie vereist dus net wat meer denkwerk en scherpte en het is daarom net wat vernuftiger dan simpelweg terugkaatsen wat de cliënt je vertelt.
Meer voorbeelden:
- Tijdens een visualisatie noemt de client iets onverwachts. “Natuurlijk zie je x. En merk op wat voor betekenisvolle uitdrukking hij op zijn gezicht Heeft.”
- De client heeft het opeens over een denkbeeldig persoon. Je accepteert de realiteit van de client en bouwt erop voort met een simpele vraag zoals: “En wat zegt hij?” “En hoe oud is hij?”
- Bijvoorbeeld: “Hoe voel je je?” “Gespannen.” “Ik vraag me af wat die gespannenheid je wil leren over NLP.”
- Terwijl je hand dichterbij je gezicht komt zullen je ogen zich herfocussen.
- Een cliënt die meer opmerkzaamheid wil hebben noemt op een gegeven moment: ‘’ik zag eigenlijk meteen dat iedereen rustiger werd.’’ Dan kun jij zeggen: ‘’Dat is heel goed, want een goede leider ziet dingen voordat ze gebeuren, zodat ze het probleem makkelijker kan oplossen.’’ Door dat te zeggen help je de cliënt te beseffen dat ze eigenlijk al heel alert en gefocust is als ze dat wil.
- Iedere beweging die je maakt zal je nog meer… Bijvoorbeeld: in die stoel houden.
- Tijdens een visualisatie: “Ergens in het beeld zie je een paard. Waar is het paard in relatie met het complete beeld?” “De paard is aan het slapen.” “Waar is het paard aan het slapen?” De coach erkent hiermee de ervaring van de cliënt. Hij past zijn vraag aan in plaats van zijn vraag letterlijk te herhalen.
- Midden in een trance gaan de ogen van de client open: ‘Heel goed, en je ogen gaan ook weer dicht' (begeleid dit ook door met je handen de ogen dicht te ‘duwen').
- Zie je vogels of vallende bladeren: “Ik stuur mijn gedachten met de vogels naar je toe.”
- Zeg gewoon altijd: “Heel goed…” bij alles wat de client doet. Alles wat de ander doet, zie je als de normaalste zaak van de wereld en alsof je het zelfs had verwacht. Zelfs als de cliënt niks doet en gewoon blijft zitten…
- Zeg ook “Heel goed…” bij iedere verandering die je kalibreert, zoals een zucht van integratie…
Utilisatie in combinatie met herkaderen
Een mooie combinatie van utilisatie en herkaderen (omdenken) is het creëren van een context waarin de natuurlijke reacties van de clienten juist goed zijn. En leid ze naar waar ze heen willen gaan. Het mooie van utilisatie is dat de cliënt vaak zelf niet doorheeft dat wat ze zelf zegt eigenlijk al de oplossing is. Je hoeft die informatie alleen maar op te merken en op een slimme, subtiele manier te gebruiken.
- “Ik geloof dat ik blijf twijfelen aan mijzelf.” “Je zegt dat je gelooft dat je blijft twijfelen. Het is goed om te geloven, zolang je nog gelooft dat je je doel zult bereiken, gebeurt dat ook.”
- “Ik kan niet met leiding omgaan. Help.” “Ik ga je precies vertellen hoe je dit oplost en wat je moet doen.”
- “Ik kan het niet want ik ben een control freak”. “Het geheim is, Debbie, dat je een control freak bent dus je hebt controle over je fantasie (stel je voor dat een blauwe parkiet op mijn hand zit)”.
- Voorbeeld van een compulsief faler: “Faal maar in taak x (falen in x is eigenlijk goed!).” De client doet x en faalt er ook in. Hij slaagde in het falen in dat gedrag, waarmee hij dus heel bronvolle dingen deed.
- Een cliënt zegt: “Ik ben niet overtuigd.” “Het klopt dat je niet overtuigd bent, nog niet, omdat je nog niet de vraag hebt gesteld die ervoor zorgt dat je helemaal overtuigd wordt.”
If you stumble, make it part of the dance.
– Amerikaans gezegde
Utilisatie als wondermiddel tegen storende geluiden
Een andere vorm van utilisatie: utilize geluiden in de omgeving en gebruik ze als metafoor. Doe dit bijvoorbeeld bij storende geluiden:
- Iemand niest. “Het geluid van een nies gaat door je heen, en laat je achter met zelfs nog meer ontspanning.”
- En er zijn storende geluiden, zelfs op het strand (daar vond de visualisatie plaats).
- En die luide deur die je net hoorde zal je toestaan dat je zelfs nog dieper in trance gaat.
- Alle geluiden om je heen helpen je om dieper in trance te gaan.
- Er wordt gehoest. “Deze keer gaan we echt voortgang boeken! Deze keer gaan we al dat innerlijke gehoest en genies loslaten.” Of: ‘Wat moet er gezegd worden?'
- Tijdens een coaching-sessie horen jullie ergens een deur dichtgaan. “En de deur naar die vervelende gewoonte gaat stevig op slot.” “Terwijl die deur op de achtergrond dichtgaat voel je dat je zelfs nog dieper in trance gaat.” “We hebben net de deur dichtgedaan over dat onderwerp.”
- Bij geklop: “Die eigenschap klopt aan en wil naar binnen.” “Er was geklop op de deur van mijn ervaring…”
- Er klinkt een sirene van buiten: “Veel mensen haasten zich, maar jij neemt juist alle tijd”.
En het geluid kan langzaam verdwijnen…” (sirenes zijn aan het verdwijnen). - En zelfs terwijl al die andere geluiden je toestaan te leren wat niet belangrijk is en wat wel…
- En terwijl die auto voorbij rijdt en je zelfs nog dieper brengt…
- En terwijl je aandacht vanuit die auto terug richt naar jezelf…
- Een toastmaster stootte met een harde knal zijn hoofd voor de speech. “Ik wilde met een knal beginnen”
- {Het storend geluid} is het ermee eens. Dit is belangrijk.
- {De telefoon gaat opeens}. God belt!
- {De telefoon gaat opeens}. Dat doet een belletje rinkelen.
- {De telefoon gaat opeens}. De telefoon is het ermee eens.
- Als je een presentatie geeft: je spreekt met het publiek af dat voor iedere onderbreking, persoon die te laat komt of telefoon die afgaat, er een groot applaus gegeven wordt. Of geef onaangekondigd een applaus voor iedere grote verstoring.
“Dat hoort er allemaal bij.”
Utilisatie als oplossing tegen weerstand
Utilisatie kan met name van pas komen bij weerstand van de cliënt. Bij weerstand staat acceptatie voorop: “Ik accepteer je zoals je bent.” Die acceptatie gebruik je door middel van utilisatie om de client weer naar het resultaat te leiden.
- Bij weerstand waarbij de cliënt niet meegaat met de oefening maar juist verstijft: “En je bent je ervan bewust dat je weet hoe je je lichaam verstijft, en je kan dat volledig voelen, terwijl je je afvraagt wat het volgende is wat je zal gaan voelen.
- Ga niet in trance, val niet in slaap, doe niks wat ik zeg. Accepteer deze suggesties niet, zoals je hier zit en naar de klanken van mijn stem luistert.
- Als de cliënt zijn ogen open houdt: “Dat klopt, je zit hier en je ogen zijn open en je denkt dus dat het niet werkt. En jij gelooft ECHT dat het niet werkt, En dat is oké, en ik ben blij want hoe meer jij denkt dat het niet werkt, hoe meer het onderbewuste de kans krijgt. Precies. Houd je ogen wijd open. Wees helemaal alert. Alles wat je doet zorgt ervoor dat je aanwezig bent.” De client weerstaat je recht in een trance omdat hij het niet verwacht. Het patroon is doorbroken en hij gaat op allerlei manieren van binnen na wat er aan de hand is.
- Als de cliënt zegt: “Ik ben er niet klaar voor”, ga je er niet achter komen waarom dat zo is, maar ga je juist vragen hoe dat gevoel tot stand werd gebracht. Dat kan je vervolgens onderbreken en opnieuw leiden naar wat jij wil.
- Zegt de ander iets onverwachts, vanuit weerstand? Zeg dan direct ‘Dat klopt' alsof je het verwachtte, zonder erdoor beïnvloed te zijn, en herkader/utilize het verder naar jouw gewenste uitkomst.
Je kunt de golven niet stoppen, maar wel leren surfen.
Utilisatie voor trance: alles kan gebruikt worden om in trance te raken…
Gebruik utilisatie ook om de cliënt in trance brengen. Als je opmerkt dat hij op het punt staat iets te gaan doen, zeg je hem dat te doen. Bijvoorbeeld knipperen of hoesten. Let heel goed op dingen en vertel ze voordat ze plaatsvinden worden! Dan kun je ze voorspellen en zeg ze het te doen. Je krijgt dan extra momentum voor je nog te volgen suggesties.
Wanneer je werkt met ‘wat is', gaat iedereen in hypnose…
- (Dliënt hoest) “Heel goed, hoesten betekent dat je meer en meer ontspant en dat je klaar bent om in trance te gaan…”
- (De klok begint vijf keer te slaan) “En bij iedere klokslag ga je dieper en dieper in trance… 1, 2, …”
Utilisatie als overeenstemming en respect voor het wereldmodel van de ander
Accepteer altijd de realiteit van de persoon tegenover je om daar vervolgens iets mee te doen. Wanneer je meegaat in de realiteit van een schizofreen is het geen schizofreen meer. Wanneer iemand vindt dat hij een leraar of een leider is kun je laten zien dat je die positie accepteert, waarna je kunt leiden naar je gewenste situatie, bijvoorbeeld door middel van een herkadering.
Bij het ‘agreement-kader’ maak je gebruik van het antwoord door het eerst te respecteren en om het gewenste onderwerp vervolgens gewoon opnieuw voor te stellen, op een net wat andere manier. “Ik wil niet Chinees eten.” “Ik ben het met je eens en ik respecteer dat. We moeten inderdaad iets nieuws proberen, zullen we naar de nieuwe Chinees in de stad gaan?”
Utilisatie kan ook in gewone gesprekken gebruikt worden om extra aan te sluiten aan de andere persoon:
- Een docent stelt een vraag in de groep: “We doen het volgens de popcorn-methode, dus willekeurige volgorde.” “Ik pop eerst.”
- “Ik studeer geschiedenis.” “Wat is de geschiedenis van dit sieraad?”
- Utilisatie kan al in heel simpele dingen zitten: ‘Vandaag schijnt de zon!' ‘Klopt, die schijnt voor jou!'
- ‘Heer…' ‘Juffrouw…'
- Utilisatie kun je gebruiken om overbodige inbreng van andere mensen niet uit te hoeven sluiten. Vraag je om suggesties, en krijg je twee suggesties, kijk dan of je ze allebei met elkaar kunt combineren: ‘Kan iemand een beroep opnoemen?' ‘Een schoonmaker.' ‘Een cateraar': een schoonmaker van een cateraar!
- Iemand zegt dat hij ‘wegspacet'. “Wegspacen creëert ruimte… voor nieuwe mogelijkheden… om nieuwe dingen te ontdekken en integreren…”
Voor meer voorbeelden: zie de terugkaats-herkadering in dit artikel.
Utilisatie kun je gebruiken om je uit iedere situatie te redden
- “Ze is vol hè?” “Ja, ik bedoel nee. Ze is vol met lichtheid.”
- “Ik ben depressief en ik wil daar wat aan doen.” “Mooi.” “Dat is toch helemaal niet mooi!” “Klopt – het is mooi dat je weet dat het niet mooi is.”
Utilisatie is ook: direct toepassen!
Dit wordt bijvoorbeeld toegepast in shows als ‘De Lama's' / ‘Whose line is it anyway':
- Krijgt een speler voorafgaand aan een scène de opdracht om verwarring in een scène te verwerken, dan zegt hij direct tegen de jury: “Ik snap niet helemaal wat je bedoelt…”
- Krijgt een speler de opdracht om teleurstelling in een scène te verwerken, dan reageert hij direct met: “Oh, die opdracht vind ik jammer…”
- “De volgende eigenschap is doorzettingsvermogen.” “Blijf dat zeggen. Opnieuw en opnieuw.”
- “Laten we over vergeving praten.” “Sorry? Nee, ik heb het wel verstaan. Ik zei sorry.”
- Iemand zegt: “Doordat iedereen aan het hoesten en kuchen is…” Kuch dan ook direct om het live te illustreren.
- “Kun je toevallig de dwarsfluit-solo van California Dreaming?” “In mijn dromen.”
- “Ik heb This Phenomenal Life gelezen.” “En, was het een fenomenaal boek?”
Oefening: pas utilisatie gewoon lekker vaak toe, want je kunt er nooit genoeg van hebben
Wil je goed worden in utilisatie? Gebruik het voor alles. Let gewoon goed op de gespreksonderwerpen en woorden die gebruikt worden, en leen ze voor jouw uitspraak.
Ging een gesprek intens over boterkoek? En is het tijd om te gaan? Zeg dan niet: “Doei, lieverds!” Maar “Doei, mijn boterkoekjes van me!”
Utilisatie van metaforen
Bij utilisatie ben je in principe aan het werken met metaforen en met name metaforen van andere mensen. Een van de meest elegante dingen die je kunt doen is de achterliggende gedachte van utilisatie gebruiken in combinatie met metaforen. Dit wordt uitgelegd in het artikel over metaforen.
Dit was het artikel over omgaan met weerstand. Hoe ga jij om met weerstand, bijvoorbeeld bij een groep of bij verandering?