Wat zijn ‘vooronderstellingen‘ in de taal? Wat is de betekenis van vooronderstellingen, hoe zitten ze in elkaar en op welke manier kan dit als beïnvloedingswapen gebruikt worden? Lees verder…

Inhoud van deze pagina:

De betekenis van vooronderstellingen

Wat zijn vooronderstellingen? Het komt erop neer dat je iets alvast voor-onderstelt via bepaalde woorden in je boodschap, terwijl de aandacht op een ander deel van de boodschap is gevestigd. Hierdoor glipt de voor-onderstelling langs de kritische weerstand heen.

Zo kun je dingen brengen zoals jij het wil, terwijl het lijkt alsof het al lang geleden vaststond of alsof het gewoon een waarheid is.

“Dat is natuurlijk de journalistieke vraag: meneer Rutte, wanneer bent u gestopt uw vrouw te slaan? En dan moet het antwoord zijn: nooit.”

– Mark Rutte die laat zien dat hij op de hoogte is van ambigue vooronderstellingen in taal

Wat is het verschil tussen vooronderstelling en veronderstelling?

Deze begrippen betekenen grotendeels hetzelfde. Beide betekenen: van iets uitgaan of iets aannemen. Je kunt ook wel zeggen: een standaard uitgangspunt.

Er is echter wel een klein verschil: vooronderstellingen zijn óók een manier om dingen te impliceren. Het is dus een actieve beïnvloedingstechniek.

Met vooronderstellingen beïnvloed je iemands interne representaties op een indirecte manier.

Vooronderstellingen zijn aannames en implicaties in onze taal

vooronderstellingen in onze taal

Een aanname doen is erg krachtig als beïnvloedingsmiddel. Vooronderstellingen zijn dus erg krachtig voor in je communicatie. Vooronderstellingen zijn de linguïstische versies van klassieke implicaties en assumpties.

Hierna lezen:  Overtuigende Presentatie Geven? Zo Dus... [12 Tips]

Je zet met vooronderstellingen in principe een val neer voor je gedachten, bijvoorbeeld richting een positieve boodschap. Eigenlijk is op die manier alles van het milton model een vooronderstelling.

De pracht van vooronderstellingen? Je gaat aan een heleboel geharrewar voorbij doordat je dingen alvast vooronderstelt.

Als je vooronderstellingen in de taal herkent, luister je heel goed naar de aannames in de taal van de ander: de aannames in de zinnen geven veel informatie prijs over de manier waarop de persoon zijn interne belevingswereld structureert.

Ook kun je vooronderstellingen gebruiken om verandering te suggereren. De toehoorder accepteert de aannames door de kracht van vooronderstellingen.

Alvast een voorbeeld van vooronderstellingen

Eigenlijk zitten vooronderstellingen in iedere zin die je zegt. Laten we de volgende zin nemen:

Als de kat weer miauwt, zal ik hem buiten moeten zetten.

Uit bovenstaande zin kun je de volgende implicaties halen:

  • Er is een kat: ‘de kat'
  • De kat is binnen: ‘buiten moeten zetten'
  • De kat heeft eerder gemiauwd: ‘weer'
  • Het is een mannetje: ‘hij'
  • De kat kan miauwen: ‘miauwt'

Dale Carnegie leerde ons de kracht van implicatie door vragen te stellen

framing

Met vragen voorkom je een autoritaire houding. Van deze effectieve coaching- en leiderschapstechniek kun je makkelijk gebruikmaken. “Voel je dit als iets dat je begrijpt?” “Wil je me vertellen wat er aan de hand is?“ “Wat vind jij van de netheid van je bureau?” De implicatie is duidelijk dat iemand zijn bureau moet opruimen, terwijl hij zelf met het idee/de conclusie komt. Zie ook onderstaande anekdote door Dale Carnegie:

Instead of pushing his people to accelerate their work and rush the

order through, he called everybody together, explained the situation

to them, and told them how much it would mean to the company

and to them if they could make it possible to produce the order on

time. Then he started asking questions:

“Is there anything we can do to handle this order?”

“Can anyone think of different ways to process it through the shop

that will make it possible to take the order?”

“Is there any way to adjust our hours or personnel assignments that

would help?”

The employees came up with many ideas and insisted that he take

the order. They approached it with a “We can do it” attitude, and the

order was accepted, produced and delivered on time.

An effective leader will use …

Principle 4 – Ask questions instead of giving direct orders.[1]

Carnegie leerde ons ook om subtiel het goede voorbeeld te geven

For the first few days of the work, when Mrs. Jacob returned from

her job, she noticed that the yard was strewn with the cut ends of

lumber. She didn't want to antagonize the builders, because they did

excellent work. So after the workers had gone home, she and her

children picked up and neatly piled all the lumber debris in a corner.

The following morning she called the foreman to one side and said,

“I'm really pleased with the way the front lawn was left last night; it

is nice and clean and does not offend the neighbors.” From that day

forward the workers picked up and piled the debris to one side, and

the foreman came in each day seeking approval of the condition the

lawn was left in after a day's work.[2]

Andere klassieke implicaties

  • “Is die deur nog steeds open?” De implicatie is dat je wil dat iemand de deur dicht doet.
  • Nette kleding impliceert dat je een goede coach bent die belangrijke zakenmensen als cliënt heeft.
  • Als je net iemand ontmoet, kun je zeggen “Hehe, ik kan eindelijk weg van de telefoon” om te impliceren dat je een belangrijk persoon bent waarvan zijn tijd kostbaar is.

Leg een boek en een pen op tafel in plaats van te vragen om een handtekening. “Is de implicatie duidelijk?”
– Milton Erickson

De kracht van vooronderstellingen: je vestigt de aandacht op een irrelevant deel of detail

Het punt om over te discussiëren of weerstand op te bieden wordt dankzij deze vooronderstellingen afgeleid naar iets onbelangrijks. Laten we naar wat voorbeelden kijken:

  • “De man rent snel”. Het stukje om weerstand op te bieden gaat nu over het snel rennen in plaats van het rennen of niet, want dat wordt als een gegeven gebracht.
  • “Hoeveel stuks van iedere soort nam Mozes mee in de ark?” In deze zin wordt de aandacht gevestigd op de vraag hoeveel dieren er op de ark meegenomen werden. Daardoor wordt niet meer opgemerkt dat het eigenlijk de ark van Noach was, en niet Mozes.
  • Wanneer je je bij een restaurant iets bestelt vragen ze: “Wat zouden jullie graag willen drinken?” De ogen van de meeste mensen gaan dan meteen richting menu om wat te bestellen. Vergelijk dat maar eens met “Wil je ook wat te drinken?”Of nog erger: “Geen drankje?”
  • “Wil je dat ik een verhaaltje voor je voorlees wanneer je je pyjama hebt aangedaan?” De enige keus voor het kind is nu of het wel of geen verhaaltje wil. De pyjama aandoen staat vast.
  • In therapie met en kind dat bang is voor monsters onder zijn bed: “Welke kleur hebben de monsters?”
    In plaats van: “Zijn er monsters? Kun je ze zien? Ben je verdrietig? Wat is het probleem? Etc.”
  • Ben je nieuwsgierig over je nu zich ontwikkelende trance-toestand?
  • Ben je DIEP in een trance?
  • Zal ik je iets gaafs vertellen over je dromende arm?
  • Ik hoef de details niet te weten over hoe je {gewenste uitkomst}.
  • “Voordat we deze nieuwe en spannende reis beginnen, moeten we even letten op…”
    Impliceert dat de (nieuwe en spannende) reis überhaupt plaatsvindt en dat het nieuw en spannend is.
  • Een moeder die in de keuken aan het opscheppen is en wil dat haar kind gaat eten: “Pak het bord vast met 2 handen.” In deze zin plaats je veel detail en nadruk op het laatste deel van de zin. Hierdoor is de andere persoon heel bewust bezig met het verwerken van de opdracht om met twee handen het bord aan te nemen. Bovendien, als deze persoon de opdracht om twee handen te gebruiken afwijst moet hij nog een keer moeite doen om ook nog eens af te wijzen dat hij het bord überhaupt aan moet nemen. Als de zin alleen bestond uit “Pak het bord vast” was daar alle bewuste aandacht op gericht waardoor dat afgewezen kon worden.  Ook hebben precieze instructies het effect dat ze het verstand van de andere persoon uitzetten. Er hoeft namelijk niet meer zelf nagedacht te worden dankzij de uitgebreide begeleiding. Zijn verstand had de persoon nodig gehad om het bord af te wijzen.

Stel jezelf de vraag: wat is de vraag die ik kan stellen die, door de natuur van de vooronderstelling in de vraag, ervoor zal zorgen dat de client de grootste hoeveelheid verandering doormaakt doordat hij de vooronderstelling die inherent aan de vraag is, moét accepteren? Bijvoorbeeld: ‘Wat is de emotie die je voelt, die ervoor zorgt dat je nu meer jezelf bent?'

Het zaklamp-effect: waar leg jij nadruk op, zodat andere dingen genegeerd worden?

Als je met een zaklamp licht schijnt op een bepaald aspect, dan krijgen andere aspecten geen aandacht meer. Er zal dus ook geen weerstand zijn op die andere aspecten die geen aandacht meer krijgen.

Hierna lezen:  59 Beïnvloedingstechnieken: Effectief Beïnvloeden, Overtuigen & Manipuleren

Neem de zin: ‘Piet reed snel naar huis'. Door nadruk te leggen op verschillende woorden in deze zin, verander je de vooronderstellingen die je communiceert. Het is maar net waar je je zaklamp op schijnt:

  • ‘Piet reed snel naar huis.' Nu gaat het erom wie naar huis ging. Alle andere informatie wordt aangenomen als een gegeven.
  • ‘Piet reed snel naar huis.' Nu gaat het erom hoe Piet naar huis ging. Alle andere informatie wordt aangenomen als een gegeven.
  • ‘Piet reed snel naar huis.' Nu gaat het erom hoe Piet naar huis reed. Alle andere informatie wordt aangenomen als een gegeven.
  • ‘Piet reed snel naar huis.' Nu gaat het erom waar Piet naartoe ging. Alle andere informatie wordt aangenomen als een gegeven.

Hieronder vind je praktische voorbeelden hiervan, toegepast op ‘Ik doe mijn administratie zonder plezier en gemak…'

  • Zal het thuis zijn waar je van je administratie gaat genieten, of zal het in een andere locatie zijn waar dit zal gebeuren?
  • Wat denk je dat het eerste resultaat zal zijn van het genieten van het eenvoudig doen van je administratie?
  • Ik zou echt verbaasd zijn als er iemand in deze kamer zou zijn die net zoveel capaciteiten als jij heeft om administratie met plezier en eenvoud te doen.
  • Verwacht je dat je ook bij andere taken net zoveel plezier en gemak zal ervaren als bij het doen van je administratie?
  • Zal je herkennen dat je je administratie met plezier en gemak doet, of denk je dat het onbewust zal gebeuren?
  • Denk je dat je alleen maar met meer plezier en gemak je administratie gaat doen? Denk je dat alleen dat zal shiften, of denk je dat ook je efficiëntie zal verbeteren?
  • Zal je door willen gaan met het eenvoudig doen van je administratie?
  • Ik vraag me af… is dat gemak dat je zal gaan ervaren bij het doen van je administratie, iets wat je al eens eerder hebt ervaren?”
  • Nadat je gemak en plezier hebt ervaren bij het doen van je administratie, zal je je dan verrast of trots voelen?
  • Als jij in iemand zou veranderen die zijn administratie niet eenvoudig kan doen, zou dat niet raar zijn? (Dit impliceert dat hij/zij momenteel wel al iemand is die met gemak en plezier administratie kan doen).
  • Het komt best goed uit dat jij de capaciteiten hebt om je administratie eenvoudig te doen, is het niet? (Of hij/zij nou wel of niet vindt dat het goed uit komt, is niet belangrijk… zolang het maar de uitkomst vooronderstelt, die nu onder de radar is gevlogen!)
  • Als je niet de capaciteiten had om je administratie eenvoudig te doen, dan had je ook niet de capaciteit gehad om 's ochtends uit bed te komen. (Als de ander zou zeggen dat dat er helemaal niks mee te maken heeft, dan is de vooronderstelling geslaagd: dat de ander de capaciteiten nu al heeft. Er wordt een discussie gevoerd over een ‘irrelevant' onderdeel van die uitspraak.)
Hierna lezen:  Omgekeerde psychologie - 32 voorbeelden (sneaky technieken!)

Ook vragen helpen hierbij:

  • Denk je dat je als eerste zal opmerken dat je je administratie eenvoudig gaat doen, of dat je toch als eerste gaat opmerken dat je je administratie met plezier gaat doen? Of allebei tegelijk?
  • Marie, was je je niet bewust van die strategie die je (momenteel) hebt voor het eenvoudig doen van taken als administratie?
  • Marie, ik vraag me af of je niet nu al een gevoel van gemak en plezier voelt bij je administratie, waar je je nog niet bewust van bent?
  • Ik vraag me af of je alsnog niet goed bent in het eenvoudig doen van administratie. (‘Ik vraag me af of hij toch niet een slim persoon is' vooronderstelt dat ik nu denk dat hij een slim persoon is.)

Hoe zijn bovenstaande voorbeelden opgebouwd? Daar zijn specifieke technieken voor. Laten we hieronder een voor een naar deze technieken kijken…

Vooronderstellen door het impliceren van bestaan

  • “De stoel is in de kamer.”
    De stoel en de kamer bestaan.
  • “Ik heb om 19:00 een afspraak met mijn vriend.”
    Ik heb een vriend. Hij bestaat. Het is een jongen.
  • “Ik weet niet of ik dit allemaal thuis kan gaan oefenen.”
    Ik heb een huis.
  • “Je hoeft alleen maar je beste voorbeelden op te schrijven.”
    Je hebt een heleboel voorbeelden!
  • “Ik weet dat je er zoveel wil vertellen maar je hoeft/mag er maar 1 te vertellen.”
    Je hebt veel te vertellen.
  • “HSP heeft niet alleen maar voordelen.”
    Er zitten voordelen aan HSP.

Ook kan het bestaan van iets of iemand geïmpliceerd worden door middel van tonaliteit:

  • De gewapende overvaller pakte het geld (dus er is ook ergens nog een niet-gewapende overvaller…).

Vooronderstellen door dingen als feit te vertellen

  • “In een moment ga ik je hand aanraken, en dan gaat je hand langzaam omhoog bewegen naar je gezicht.”

De vergrotende trap: vooronderstellen door het woordje ‘meer': een reeds positief startpunt ‘verbeteren’

Dit impliceert dat iets er al is.

  • Terwijl je ontdekt dat je nóg enthousiaster (vooronderstel dat je al aan het leren bent) aan het worden bent over wat ik aan het zeggen ben, is het niet nodig om te ontdekken/opmerken/aantreffen dat je zelfs nog meer aan het groeien bent in je sterke verlangen om meer te leren.
  • Je kunt je meer en meer vredig voelen.

In bovenstaand voorbeeld is toevallig ook een loop gecreëerd: hoe meer je ontdekt wat de waarde is van wat ik zeg, en hoe meer je ontdekt hoe enthousiast je daardoor wordt, hoe enthousiaster je kan worden dat je dat weet, en dat blijft doorgaan terwijl je doorluistert, of kijkt, of leest.

  • “Burger King uniek? Je zou zelfs kunnen zeggen dat het verrukkelijk is!” De vooronderstelling is hier dat Burger King uniek is.
  • Je kunt dit zelfs nog beter doen.
  • Morgen zal je in staat zijn om zelfs nog meer te leren.
  • Hoe kan ik je vandaag helpen om je ervaring een beetje beter te maken? (In plaats van: probleem oplossen).
  • Ken je iemand die zelfs sneller dan jou leert?
  • Wil je nóg meer zelfvertrouwen krijgen?
Hierna lezen:  Hoe Motiveer Je Iemand? 14 Krachtige Tips [Bemoedigen & Motiveren]

Vooronderstellen door actie te ondernemen

  • Doe gewoon het ene deel van een activiteit zodat de andere helft voor de andere persoon blijft. In plaats van het te vertellen. Wil je bijvoorbeeld dat de andere persoon de linker raam sluit, dan sluit jij alvast het rechter raam.
  • Ik pas dit altijd toe als ik met iemand ergens heb afgesproken, er een uur voorbij is gegaan en ik eigenlijk naar huis wil. Ik weet dat de ander met de trein is gekomen en ik zeg: “Laten we alvast naar het station lopen.” Of ik pak alvast mijn jas of ik schud alvast de hand van de ander. Hierdoor is er een soort ‘weten' dat de afspraak ten einde loopt, zonder dat ik dat expliciet heb gemaakt. Die moeite om dat te mededelen heb ik mooi overgeslagen!

Leg een boek en een pen op tafel in plaats van te vragen om een handtekening. “Is de implicatie duidelijk?”
– Milton Erickson

Wij-vooronderstelling

  • Laten wij samen…
    Hier is ‘wij' aan het impliceren dat het niet jij tegen hen is.

Leiderschap-vooronderstelling

Dit impliceert dat jij de leider/de gene met de macht bent, tussen jullie twee.

  • Volg me.
  • Sluit je aan bij de groep.
  • Sluit je bij mij aan.

Voorrecht impliceren (voorrecht vooronderstellen) in plaats van iets ‘verkopen'

Vooronderstellingen

Hoop je dat iemand iets voor je gaat doen of iets van je gaat kopen? Verander het frame dan zodanig dat het niks meer met ‘verkopen' te maken heeft, maar dat het juist een voorrecht is om het te mogen doen.

Gebruik dus onderstaande woorden in plaats van: Verkopen, kopen…

  • Je mag.
  • Misschien.
  • Als je geluk hebt.
  • Als je geluk hebt mag je misschien vrijwilliger worden.
  • Wellicht krijg je het genoegen/plezier om mij te helpen.
  • Misschien krijgen jullie de eer om kort geïnterviewd te mogen worden.
  • Carlo, ik zou je graag een vraag willen aanbieden.
  • Wees niet boos op mij als je niet gekozen wordt…
  • Gelukkig.
  • Je mag zelfs
  • Ontdekken.
  • Leren.
  • Delen.
  • Geheim.
  • Verhaal vertellen.
  • Kans. “Nu krijgen jullie allemaal de kans om zulke mooie zinnen te maken met vooronderstellingen.”
  • Reis.
  • Doorbraak.
  • Ontdekking.
  • Ik ga iets met je delen.
  • Ik deel een ontdekking.
  • Reis.
  • Doorbraak.

Ik bedank je

  • Ik bedank je (goede reputatie waar ze zich aan gaan houden) dat je mij toestaat om dit te ontdekken voor je.
  • Dankjewel dat je mij de fles wil geven, wat lief!
  • Dankjewel dat je nog een half uurtje wil blijven!
  • Is je publiek stil en wil je ze laten klappen? Vooronderstel hun enthousiasme met een ‘dankjewel': ‘Dank jullie wel dat jullie zo enthousiast zijn!' Daarna gaat het publiek klappen.
Hierna lezen:  Provocatief coachen: 76 voorbeelden & technieken [Artikel met tips]

Waarom

  • Waarom ben jij {positieve uitkomst}?
  • Waarom ben je zo assertief?
  • Waarom ben je zo goed in het leiden van je zaak?
  • Wat is uw reden om mee te doen?

Ik vind het… dat je {gewenste resultaat} gaat doen

  • Ik vind het leuk dat je nog een dansje met mij doet!
  • Leuk dat je had aangekondigd dat je nu een sonnet gaat voordragen!
  • Ik vind het heel nobel van je dat je die gevonden portemonnee aan de eigenaar terug gaat geven.
  • Wat leuk dat je ook met ons mee naar buiten gaat!
  • Het is geweldig dat je kunt veranderen!

Vind je het… dat {gewenste uitkomst}

  • Vind je het erg dat je zoveel geleerd hebt in je leven?
  • Vind je het gaaf dat je zo goed bent in op tijd komen?
  •  “Geniet je ervan?” Als reactie op: “Ben je nou met me aan het flirten?”

Ordinale vooronderstellingen (Tijd)

Er gaan meerdere dingen gebeuren en het impliceert vooral de volgorde van wat er gaat gebeuren:
Voor, na, terwijl, voorafgaand aan, wanneer, eerst, voordat, zodra, begin, eindigen, nog, niet meer, rond, stop, start, al, volgende…

  • Nadat we…
  • Voordat we…
  • Voordat je die fles met me gaat delen, is het erg belangrijk dat je het een beetje schudt. Dat smaakt beter.
  • Wil je nog even wat drinken voordat we beginnen?
  • “Bel ons morgen maar om te vertellen wat de volgende stap is / hoe je verder wilt gaan.” In plaats van: “Bel ons morgen maar om te vertellen of je akkoord gaat met het aanbod.”
  • “Het vijfde resultaat dat jij hebt gekregen, is…”
  • “Wat is het volgende wat je gaat leren?” Voorondersteld: Je hebt al minimaal iets geleerd.
  • “Wat wil je doen nadat je gemotiveerd bent?”
  • “Nadat je gemak en plezier hebt ervaren bij het doen van je administratie, zal je je dan verrast of trots voelen?
  • ‘Is' en ‘was' omwisselen: wat was je probleem (ipv wat is je probleem) vooronderstelt dat het probleem weg is.
  • Een erg krachtige is: ‘al': Je bent het al aan het doen. Je zelfvertrouwen is al aan het groeien. Het is al in gang gezet. Merk op dat dingen al aan het veranderen zijn.
  • “Het eerste wat we gaan doen is…”
  • “Haal alle laatste sporen van dat gevoel weg.” Dit impliceert dat het bijna weg is.
  • “Aan het einde van de voorstelling mogen jullie je mobieltjes weer aan doen.” Dit impliceert dat de mobieltjes uitgezet moeten worden voor de voorstelling.
  • “Ik ga nooit meer naar Burger King!” De vooronderstelling is dat ik eerder naar Burger King ben geweest.
  • “Je bent nog steeds aan het luisteren naar mij.”
  • “Het eerste wat ik je vertel voordat we klaar zijn en je die geleerde dingen gaat inzetten in je dagelijks leven, is dat…” (impliceert dat we het gaan afmaken en dat ze haar vaardigheden gaat inzetten).
  • Je bent nóg geen lid.
  • Voordat je je voorzichtig focust op…
  • Laten we iets bespreken voordat je je project afmaakt.
  • Heb je al opgemerkt dat je onderbewuste al is begonnen met leren?
  • Heb je opgemerkt wat voor schitterend effect dit schilderij heeft op je woonkamer?
  • Een advocaat zou in de rechtbank kunnen zeggen. “Ben je al gestopt met het slaan van je vrouw?”
  • Stop eens met…
  • Niet meer…
  • Je kunt door blijven gaan met ontspannen.
  • Ben je nog steeds geïnteresseerd in NLP?
  • Voordat we gaan…
  • Voordat je je realiseert hoe krachtig dat is…
  • Voordat je snel ontdekt hoeveel je ervan geniet om met mij te leren…
  • Nadat we/je xyz hebben gedaan…
  • Nadat je het contract hebt getekend op de manier die het beste is voor jou…
  • Nadat je hebt besloten mij aan te nemen kunnen we het over de voetbalwedstrijd gaan hebben.
  • “Ben je al begonnen met coachen?” “Wil je dat ik stop?”
  • Je bént al aan het groeien.
  • “Ga je met me flirten?” “Ben al begonnen.”
  • Ze woonden in een groot huis bij de zee. Wat een geluk hebben ze nu.
  • Als de kat weer gaat mouwen, moet ik hem naar buiten brengen.
  • Sinds je zo goed geworden was in deze sport, keek iedereen op tegen je.
Hierna lezen:  Kunnen, willen, mogen, moeten: De kracht van modale werkwoorden [Lijst]

Tijd door elkaar husselen

  • Het was een verschrikkelijk probleem, was het dat niet?
  • Je wil veranderen en dat heb je al gedaan, of niet soms?
  • Hoe zou het zijn als je deze keuzes hebt gemaakt, nu?
  • Ga naar binnen en probeer tevergeefs hetzelfde probleem te hebben.
  • Je kunt van gedachten veranderen… Heb je dat niet al gedaan?
  • Dus jij had moeite met nee zeggen, waardoor je jezelf uitputte en op lange termijn niet meer voor alle mensen en je familie kon zorgen en geen impact op ze kon hebben. Is dat niet wat je steeds had gedaan?
  • Ja, echt vervelend dat je dat probleem had.

Bijvoeglijk naamwoorden en bijwoorden

  • “Heb je zin in een kop lekkere koffie?” Hierin is ‘lekker’ de vooronderstelling.
  • Mag ik een bedrijfskundige vraag stellen?
  • Mag ik je een bijzonder compliment geven?
  • Mag ik een zoet kopje thee?
  • Gelukkig, snel, spoedig, slechts. “Gelukkig zijn de stoelen vandaag achterin de kamer.” Alle woorden zijn hier vooronderstellingen. ‘Gelukkig' impliceert ook voorrecht.
  • Zal je opeens zelfvertrouwen krijgen morgen?
  • Gelukkig kun je goed leren, is het niet?
  • Vind je niet dat jouw zelfvertrouwen uitzonderlijk is?

Hoe…

‘Hoe’ impliceert dat iets gaat gebeuren. De vraag is alleen nog hoe dat gaat gebeuren, en niet meer óf het gaat gebeuren.

  • Hoe/op welke manier is het nu anders?
  • Hoe blij ben je om mij te zien?
  • En hoe ga je al deze NLP-vaardigheden leren?
  • Hoe weet je dat {de suggestie die je erin wil laten sluipen}?
  • Hoe ga je je nieuwe vaardigheden straks gebruiken?
  • Hoe snel zal het succes zichtbaar zijn?
  • Hoe vaak ga je naar de kapper?
  • Hoe zou je anders in trance gaan?
  • Ik vraag me af hoe makkelijk je dit kunt doen…
  • Hoe verbaasd zal je zijn wanneer je merkt dat je deze tips gaat gebruiken morgen?
  • Hoe is het nu anders?
  • Hoe vind je het? Dat het niet meer werkt?
  • Hoe hoog is jouw zelfvertrouwen?
  • Waar ik altijd al benieuwd naar was: hoe zwaar is zo'n fles eigenlijk die je zo meteen met me gaat delen?
  • Stel een vraag waarbij je vooronderstelt dat het doel bereikt is: hoeveel beter is {situatie}? (Meer van dat soort vragen vind je bij het artikel over future pacing en coach-vragen.

Suggesties met open eind

  • We hebben allemaal potentieel waar we ons van onbewust zijn, en we weten normaal gesproken niet hoe dat uitgedrukt zal gaan worden.
  • Het is niet goed dat ik hem vertel wat hij moet leren. Laat hem leren wat hij zelf wil, en op de manier waarop hij dat zelf wil.

Het is goed dat je…

  • Het is goed dat je zo open staat en veel nieuwe vaardigheden aan het leren bent, en dat is hoe je vooruit blijft gaan.
  • Is het niet fijn om te weten dat jouw zelfvertrouwen in de toekomst beschikbaar voor je zal zijn?
  • Ben je niet blij dat je zelfvertrouwen kunt tonen?
Hierna lezen:  De Beste Boeken Over Menselijk Gedrag [Top 10] [2024]

Wat…

  • Wat gaat er veranderen? (Dit impliceert dat er iets gaat veranderen.)
  • Wat wil je drinken? (Dit wordt in restaurants toegepast.)
  • Wat zullen we vandaag voor leuke activiteit doen?

Welke (en dubbele bindingen)

  • Welke mooie gedachten heb je allemaal? (In plaats van: wat denk je nu?)
  • In therapie met en kind dat bang is voor monsters onder zijn bed: “Welke kleur hebben de monsters?”
    In plaats van: “Zijn er monsters? Kun je ze zien? Ben je verdrietig? Wat is het probleem? Etc.”
  • Welke kun je het meest eenvoudig leren? Verbale of non-verbale vaardigheden?
  • Welke resultaten heb je gekregen?
  • Welke prachtige gedachten heb je allemaal?
  • Zijn het je vaardigheden waar je je het meest zeker over voelt, of is het toch iets anders?

Lees hier meer over dubbele bindingen.

De aandacht op een verklaring leggen voor datgene wat voorondersteld wordt

  • “Het komt waarschijnlijk door je intelligentie waardoor je zo goed kunt leren.” Voorondersteld: Je kunt goed leren. En iets zorgt daarvoor.
  • “Het is waarschijnlijk de verfijning van NLP waardoor het zulke goede resultaten geeft.” Voorondersteld: Iets van NLP zorgt voor resultaten.

Impliceren van bewustzijn (door middel van ongespecificeerde werkwoorden)

‘Merk op’ is een van de ongespecificeerde werkwoorden die ook iets vooronderstellen. Het impliceert dat de ervaring in ieder geval gaat gebeuren, en dat het slechts nog opgemerkt hoeft te worden. Je brengt de focus naar iets toe.

  • Merk op dat…
  • Merk op wat er gebeurt terwijl dat beeld meer naar voren komt.
  • Merk op hoe welkom dat is.
  • Merk op hoe de situatie al aan het transformeren is. Merk op hoe het nu anders is.
  • Merk de veranderingen in je interne ervaring op…
  • Merk het verschil op.
  • Merk op hoe geneigd je bent om je naar je stoel te bewegen… of het nou snel of op een meer ontspannen tempo is… nu…
  • Heb je het verschil met gisteren opgemerkt?
  • Als je een groep wilt laten stoppen net een oefening tijdens een training: “Je merkt dat de oefening afgerond wordt.”
  • Ben je jezelf er bewust van dat je dit al aan het doen bent? Van nature…
  • Je kunt de liefde voelen.
  • Kun je aan me zien dat ik het allemaal spontaan aan het bedenken ben?
  • Realiseer je hoe graag je het wil.
  • Realiseren jullie je dat ook?
  • Heb je je dat al gerealiseerd?
  • Chris, realiseer je je dat je me tegenwerkt?
  • In een moment ga je je realiseren/Je realiseert je dat je dit altijd al natuurlijk deed, en nu gaat het alleen nog maar erom erachter te komen hoe.
  • Je hoeft het niet te erkennen… Het zal gewoon zichzelf blijven ontwikkelen in je.
  • Ik vraag me af… is het gemak dat je zal gaan ervaren bij het doen van je administratie, iets wat je al eens eerder hebt ervaren?
  • Ik weet niet zeker of je je bewust bent van de temperatuur in je voeten nu…
  • Geniet van het feit dat…
  • Geniet je van de resultaten die je hebt gekregen?
  • Voel…
  • Hoor…
  • Zie… Kun je zien dat… Zie je dat?
  • Ruik…
  • Proef…
  • Andere unspecified verbs: ik weet dat, ik begrijp dat, opmerken dat.
  • Je kunt je ervan bewust zijn dat je je kunt ontspannen… Nu…
  • Terwijl je toestaat dat jouw 'treshold of perception' zich verlaagt (zintuiglijke scherpzinnigheid) (ondertussen met je handen het ook verlagend), en jij erboven kunt uitkijken… hoe ziet de wereld er nu dan uit?
  • “Omdat je dit nu als een beperking aan het zien bent, vraag ik me af…” (Hij/zij ziet het enkel als beperking).
Hierna lezen:  Herkaderen: Complete Uitleg [Theorie & 398 Voorbeelden]

Ook kun je alle zintuiglijk waarneembare dingen als vooronderstelling framen. Het is er al – je hoeft het alleen nog maar te zien, horen of voelen:

  • “Hoor je hem?”
  • Als je indirect aan een DJ wilt duidelijk maken dat de muziek aangezet mag worden: “Volgens mij hoor ik de muziek al…”

Impliceren van herhaling

Dit impliceert dat het ooit ook eens gebeurd was.

  • Her-
  • We gaan herontdekken hoe je focus ontwikkelt.

Exclusief/inclusief

  • Of…
  • En…

Die/dat/wie

  • “De resultaten die je met NLP krijgt, zijn indrukwekkend.” Voorondersteld: NLP zorgt voor resultaten.
  • “Komt het zelfvertrouwen dat je ervaart, als een verrassing voor je?” Voorondersteld: Je ervaart zelfvertrouwen.
  • “Ik kan er ook niks aan doen dat die burn-out straks verdwenen is.”

Geslacht vooronderstellen

  • De nieuwe president zal heel erg haar best moeten doen om…

Impliciete vooronderstelling

Een zin hoeft niet letterlijk een vooronderstelling te zijn. In onderstaand voorbeeld wordt de aandacht simpelweg verschoven naar het tweede deel van de zin, waardoor het eerste deel van de zin ertussendoor glipt.

  • Hij kan heel goed voetballen maar dat kan hij heel goed verbergen.

Oefenen met vooronderstellingen

  1. A presenteert een eenvoudig resultaat dat hij/zij wil bereiken, met weinig woorden. Bijvoorbeeld: “Zelfverzekerd zijn bij het geven van presentaties.” Of “Gezonder eten.”
  2. B gebruikt verschillende vooronderstelling-patronen om het resultaat te vooronderstellen.
  3. B & C letten goed op het volgende:
    – Heeft B het beoogde patroon gebruikt?
    – Vooronderstelde B het resultaat met dat patroon?
    – B & C kalibreren non-verbaal om op te merken: Nodigde de vooronderstelling A uit om van binnen het een en ander te verwerken of te hersorteren? Is A in het resultaat gestapt of heeft A een andere soort verschuiving ervaren? Heeft A de vooronderstelling geaccepteerd of afgewezen?

Dit waren de mooiste voorbeelden en technieken van vooronderstellingen

Dit waren alle mogelijke variaties van vooronderstellingen.

[1] (Carnegie, 1931)

[2] (Carnegie, 1931)

Wil je nog meer tips zoals deze? Meld je dan hieronder eventjes aan voor een leuke NLP-bonus zodat je niks mist: