Wat is het NLP-communicatiemodel? We vormen onze unieke mentale kaarten van de wereld als gevolg van een aantal stappen die in ieder persoon plaatsvinden. Wat die stappen zijn, staat hier precies beschreven. In dit artikel ontdekken we dit model. Lees verder…

Opmerking: dit is John Grinder's uitleg van het NLP Communicatiemodel

In dit artikel is de uitleg verwerkt zoals gepubliceerd in ‘Whispering in the Wind' van John Grinder. Dit is een meer volledige en uitgebreide variant op de vaak erg simpele uitleg van het communicatiemodel. Bovendien noemt Grinder het woord ‘communicatiemodel' niet eens. Hij noemt het: NLP-epistemologie.

Laten we beginnen met een begrijpelijke video over het NLP Communicatiemodel

Bekijk deze begrijpelijke en uitgebreide uitleg van NLP Today.

Heb je al gemerkt dat het communicatiemodel niet direct iets uitlegt over communicatie?

Toen je de naam ‘communicatiemodel' las, dacht je misschien dat je met dit model kunt leren hoe je moet communiceren. Het communicatiemodel gaat over iets veel belangrijkers waardoor je diep respect en begrip voor anderen kunt hebben. Hierdoor communiceer je uiteindelijk op een fantastisch niveau.

Het communicatiemodel gaat dus niet letterlijk over leren communiceren, maar het geeft onder andere inzicht in de valkuilen van communicatie. Het leert ons dat we maar een fractie kunnen communiceren van wat we bedoelen. En dat de ander daar ook weer maar een fractie van oppikt. En dat wat we bedoelen ook weer een fractie van de realiteit is.

Laten we dan nu in het model duiken…

De kaart is niet het gebied – Begrip over 3 manieren waarop we filteren

Als je een kaart gaat maken van een woonplaats, dan laat je alle bomen, alle huizen en alle bloemen natuurlijk niet zien op de kaart. De kaart van de woonplaats is dus niet gelijk aan de woonplaats zelf (de realiteit).

‘De kaart is niet het gebied.'
– Een van de meest iconische vooronderstellingen van NLP.

Hetzelfde geldt voor hoe wij ‘onze realiteit' ervaren. We ervaren de wereld via onze zintuigen. Op die manier komt er op elk moment veel informatie op ons af, méér dan we nodig hebben.

Denk maar eens aan het rijden op de snelweg met 120 kilometer per uur. Merk op wat er dan allemaal te zien en te horen is. Alle andere auto’s, bomen, verkeersborden, etc. Deze informatie hebben we niet nodig. Op onbewust niveau wordt een keuze gemaakt welke prikkels doordringen en welke niet.

Als we alle zintuiglijke informatie die op ons af zou komen, zouden toelaten, dan zouden we gek worden.

In ons leven filteren we de informatie die op ons afkomt onder andere op basis van onze herinneringen, beslissingen, overtuigingen, normen, waarden, doelen, onze sociale en culturele achtergrond. Dat filteren doen we op drie manieren:

  1. Weglatingen: een bioloog kan tijdens de rit alles weglaten behalve het verkeer en de bijzondere boomsoorten langs de weg. Een andere bestuurder is misschien juist hartstochtelijk voor de vogels achter de bomen. Hij ziet de verschillende dieren wel terwijl hij de rest weglaat.
  2. Vervormingen: we zien alle losse componenten als ‘snelweg’ en niet wat ze in essentie zijn. Misschien lijken we in de bossen langs de weg een hert te zien en schrikken we ons opeens kapot, maar na goed kijken zien we dat het een omgevallen boom was.
  3. Generalisaties: op de meeste snelwegen mag je 120 kilometer per uur rijden, dus ga je er automatisch vanuit dat dat hier ook kan. Of je had eens een ongeluk tijdens de reis naar een groot evenement waarvoor gigantisch veel auto’s op de weg waren, waardoor je concludeert dat alle soortgelijke situaties, wanneer er veel auto's zijn, voor ongelukken zullen zorgen.

Niemand ziet wat jij ziet. Zelfs als ze hetzelfde zien.

Weglatingen, vervormingen en generalisaties hebben een positief nut, maar niet altijd…

Dat filteren is vaak erg nuttig:

  • Vervorming zorgt voor creativiteit.
  • Generalisaties zorgen ervoor dat je kunt leren.
  • Weglatingen zijn goed voor je gezondheid, want anders neem je te veel informatie tot je.

Weglatingen, vervormingen en generalisaties zijn dus vaak handig, maar ze kunnen ook misleidend zijn zonder dat je het door hebt. Er wordt namelijk veel informatie onder de oppervlakte gehouden: weggefilterd. Een ijsberg kan een schip laten zinken omdat het grootste deel van het ijs onder de oppervlakte ligt. Dit is een negatief gevolg van filteren.

Om dit principe op een positieve manier in de praktijk toe te passen, gebruik je het Milton Model. Als 'tegengif' voor het Milton-model kun je het Metamodel gebruiken. Daarmee doe je namelijk het tegenovergestelde en haal je juist meer informatie naar de oppervlakte waardoor er meer transparantie ontstaat.

Ieder woord is een weglating, vervorming én generalisatie. Ieder woord is namelijk een symbool voor de werkelijkheid – en is dus niet de werkelijkheid.

Voorbeelden van generalisaties, weglatingen en vervormingen

het nlp communicatiemodel1

Voorbeelden van generalisatie

Ik vroeg iemand eens om heel hard tegen me te gaan duwen, en ik zou heel hard tegen hem terug gaan duwen. Na een paar seconde pauze zei ik: ‘Goed, pak me maar weer vast', terwijl ik met mijn handen ook naar hem ging uitreiken. En wat deed hij? Hij ging automatisch duwen. ‘Wat ben je van plan? Wat wil je doen?' Vroeg ik. Hij ging er automatisch van uit dat we deze ronde ook zouden duwen.

In de zomer zoekt iedereen de schaduw op. Ook de hond. De hond zoekt de schaduw op vóórdat het de feedback heeft gekregen dat de schaduw daadwerkelijk verkoelt. Dat kan de hond alleen maar doen doordat het generaliseert (het zit in zijn spiergeheugen).

Ik was eens op vakantie en het hotel waar ik verbleef, had een zwembad. Meestal gaan deurklinken allemaal op dezelfde manier open, maar ik kreeg deze deur maar niet open en ik kwam maar niet in het zwembad! Deze deurklink had een heel unieke manier van open gaan… Hoeveel deuren in je leven ben je niet aan het openen vanwege je generalisaties? Je leert als kind dat alle deuren op een bepaalde manier open gaan, dus deuren die anders opengaan, daar gaan we niet doorheen… Dat oude, waar je weliswaar uitgegroeid bent, is allemaal lekker bekend. De meesten zijn daar heel comfortabel mee. Ze zijn gewend aan meer van hetzelfde. Met NLP leer je om eens andere dingen te doen. Vraag jezelf af of wat je doet, bijdraagt aan wie je wil worden, of wie je altijd al was geweest…

Voorbeelden van weglating

Laatst zei iemand tegen mij: “Ik heb jouw e-mailtje pas beantwoord.” Dit lijkt een erg complete zin, maar toch zitten er weglatingen in die voor miscommunicatie kunnen zorgen. Om welk e-mailtje gaat het bijvoorbeeld? Daarnaast is ‘beantwoorden' een vaag werkwoord: dit woordje kan betekenen dat de e-mail ook telefonisch of via SMS beantwoord kan zijn. En dan heb je het woordje ‘pas': voor sommige mensen betekent ‘pas' misschien wel meer dan een week geleden.

Een ander voorbeeld. Ik schreef eens het volgende op:

Kom naar de
de training

En ik zei tegen de hele groep: lees dit tegelijk hardop. En wat denk je dat iedereen las? Het woordje ‘de' werd maar één keer gelezen, terwijl het er toch echt twee keer stond.

Andere voorbeelden van weglatingen:

  • Een ander voorbeeld van weglaten is dat ik soms opeens mijn sleutels kwijt ben, terwijl ik een uur later pas zie dat ze al die tijd voor mijn neus lagen.
  • Mijn trainer vroeg ons: waar ben je je nu allemaal bewust van? De airco? Wie was zich daar eerst niet bewust van?

Voorbeelden van vervorming

Ik had ooit het volgende op het bord gezet:

W4t st44t h13r?

Ik vroeg: wat staat hier? Iedereen zei: ‘Wat staat hier.' Nee, er staat: wee vier tee etc.

Andere voorbeelden:

  • Ook gebeurt het wel eens dat ik zeg: ‘Ik ga van 5 naar 0 tellen en bij 0 gaan we springen/zeggen we cheese!' En dan doet iedereen het al bij 1!
  • Als iemand je vertelt: ‘Wat een leuke broek!' En als jij dan denkt: ‘Ja ja, vast…' Dan vervorm je het compliment.

Subjectiviteit en empathie: iedereen beleeft de wereld anders

het nlp communicatiemodel1

Als twee mensen dezelfde stimulus hebben, waarom hebben ze niet dezelfde respons? Omdat we op verschillende manieren weglaten, generaliseren en vervormen. We gebruiken onze waarneming en filtering van informatie om een interne voorstelling te vormen. Ieder mens filtert deze zintuiglijke input op een unieke manier, dus ieder mens neemt de wereld op een unieke manier waar. Het fenomeen dat dit per persoon verschilt, wordt subjectiviteit genoemd.

‘Do you swear to tell the truth, the whole truth and nothing but the truth?'
‘Niemand kan de ‘whole truth' vertellen. Het is subjectief. Het is gefilterd door onze eigen ervaringen.'
– Dr. Lightman (uit Lie to Me)

De ‘echte werkelijkheid' is dus anders dan wat iedereen denkt en bestaat ook uit veel meer informatie dan we bewust waarnemen. Onze interne voorstelling kan onmogelijk de werkelijkheid bevatten. Dit fenomeen staat bekend als ‘de kaart is niet het gebied’.

We kunnen naar hetzelfde kijken, en toch ziet iedereen wat anders.

Een zwart-wit, maar realistisch voorbeeld: iemand die onder de armoedegrens van een derdewereldland leeft, waar bovendien oorlog heerst, ervaart de hele wereld als gevolg van generalisatie misschien wel als een zware, ellendige plek terwijl iemand uit Nederland de hele wereld als een veilige, fijne plek kan ervaren. Tussen de Nederlanders zelf zijn er vervolgens ook enorme verschillen in hoe ze de wereld ervaren. De wereld is enorm, maar we creëren ieder slechts onze eigen, relatief beperkte, maar vooral unieke kaart van de wereld.

Iedereen heeft zijn eigen wereldmodel en dat is prima.

Die unieke kaart kan per persoon zelfs nog veel meer verschillend zijn dan we denken. Denk maar eens aan de derdewereld-inwoners. Ook het boek ‘NLP Voor Dummies' noemt een mooi voorbeeld: het kind die een politiehond in een politieauto ziet. “Is dat een hond?” Vraagt het kind aan de agent. “Ja dat is inderdaad een hond.” “Wat heeft die hond dan gedaan dat je hem hebt gearresteerd?”

Iedereen ziet alles dus anders: subjectiviteit! Daarom is het zo belangrijk om te leren de kaart van de ander af te reizen. Als er één kernboodschap zou zijn die je uit het communicatiemodel zou halen, dan zou dat wel de volgende zijn:

Iedereen ziet de wereld anders. Er is niet een échte waarheid, maar iedereen ziet de waarheid via zijn of haar eigen filters. Heb daar respect voor en sterker nog: stap erin!

Uiteraard kun je deze inzichten op allerlei bekrachtigende manieren gebruiken, zoals ‘De wereld is je spiegel' en ‘Jij projecteert de wereld, dus jij kunt hem op die manier ook veranderen.' Op welke manier gebruik jij deze inzichten over ‘De kaart is niet het gebied'? Laten we in ieder geval wat dieper op de fases van het communicatiemodel in gaan.

De gedachte over de situatie bepaalt de situatie. De situatie zelf is neutraal/leeg.

Iemand kan zeggen: ‘De regen maakt mij depressief.' De regen op zich doet eigenlijk niks. Wat doe ik er vervolgens ermee? Een groep kinderen werd juist blij en ging in de plassen springen. Het label wat je op de neutrale gebeurtenis plakt, is een oordeel.

Het is waar als je het gelooft, en als je het niet gelooft, is het niet waar.

Het NLP Communicatiemodel in detail

Laten we stap voor stap kijken wat er gebeurt in het NLP communicatiemodel volgens de uitleg van John Grinder (boek: Whispering in the Wind). Volgens zijn uitleg is er een extra manier waarop we filteren: het neurologisch filterproces dat een zintuiglijke interne representatie creëert, waarna pas het filterproces van vervormingen, generalisaties en weglatingen plaatsvindt om de interne representatie te maken zoals we het kennen uit het klassieke model.

Fase 1. F1 – Gegevens uit de wereld om ons heen komen binnen

mindfulness ervaringen

Dit is onze touchpoint met de wereld: de manier waarop we informatie uit de wereld om ons heen filteren en waarnemen door de zintuiglijke receptoren van de vijf zintuigen. De data die vanaf de zintuiglijke receptoren binnenkomt, wordt via neurologische transformaties doorgezet naar corticale projecties. We zijn ons tijdens dit proces nog niet bewust van deze inkomende data. Dit zijn 11.000.000 bits aan informatie per seconde.

Dit is de fase voordat we bewuste ‘first access' hebben. Dat wat we gezien hebben, is er niet meer zodra we het registreren. New Code NLP-interventies zorgen voor veranderingen vóór deze fase, namelijk bij de intentie. De intentie bepaalt namelijk waar je attentie naartoe gaat, en dat leidt weer tot wat er bij F1 naar binnen komt.

Visuele F1-transformaties

Lichtbundels worden naar een focuspunt gebracht op de lichtsensor-cellen in de retina. Daar produceren ze een chemische reactie in die cellen, waarin de twee pigmenten worden afgebroken om een samenstelling van eiwit en vitamine A te maken. Dit chemische proces stimuleert een elektrische impuls dat door een erg complex systeem van zenuw-vezels naar het brein verstuurd wordt.

Auditieve F1-transformaties

Geluidsgolven worden verzameld door de oorschelp en ze worden naar het uitwendige gehoorgang geleid. De geluidsgolven laten het trommelvlies vibreren, en dat zorgt er weer voor dat er drie kleine botjes in het midden van het oor gaan vibreren. Deze vibraties worden naar de vloeistof van de gehoorzenuw (slakkenhuis/cochlea) geleid, waar gevoelige haren de generatie van zenuwsignalen triggeren, die naar het brein gestuurd worden.

Kinesthetische F1-transformaties

Tast-receptoren (iedere vinger heeft er 100) met zenuwuiteinden in de onderste laag van de huid (Dermis) vervoeren informatie via de ruggengraat naar het brein om de informatie te registreren.

Fase 2. FA – Onze 1e mentale kaart van de wereld: dit is het gevolg van het neurologisch filterproces (Neurologische kaart)

nlp communicatiemodel

Dit is de fase die nog plaatsvindt vóórdat je er beschrijvingen / labels / codes (taal) aan hebt gegeven. Het is puur op zintuigen gebaseerde informatie.

De zintuiglijke boodschappen werden in F1 via de zenuwen van de zintuiglijke receptoren getransformeerd naar corticale projecties in het brein, om nu in First Access (FA) een zintuiglijke representatie te maken van de wereld buiten ons. FA is het punt waarin we voor het eerst bewuste toegang krijgen tot de getransformeerde inputs van de externe wereld. Dit wordt ook wel ‘ervaring' genoemd.

Ieder individu heeft een uniek filtersysteem om de miljoenen bits aan data, die geabsorbeerd worden door de zintuigen, te verwerken. Hier wordt de eerste interne kaart van de wereld van gemaakt, bestaande uit beelden, geluiden, fysieke sensaties, interne sensaties, smaken en geuren. Dit is slechts een kaart van de realiteit: het is niet echt! Je zou kunnen stellen dat de (representatie van de) externe wereld plaatsvindt in jou… De theorie van non-dualiteit is hierop gebaseerd.

Visuele First Access

De beelden van de retina worden getransformeerd naar corticale activiteit in de visuele cortex. Het zorgt voor een 3D-illusie dat alles om je heen echt is, maar het is maar een illusie. Als je naar mij kijkt en mij ziet, zie je een illusie dankzij deze corticale activiteit. Ik ben een illusie voor jou. Bovendien: enkel wat tussen ultraviolet en infrarood ligt, raakt langs deze filter.

Auditieve First Access

Impulsen van de auditieve zenuwen worden ontvangen in de auditieve cortex. De auditieve cortex identificeert en segregeert (scheidt) de toon van auditieve objecten en identificeert de locatie van het geluid.

Kinesthetische First Access

Tast, druk, proprioceptie en temperatuur worden in de somatosensorische cortex van het brein verwerkt. De primaire motorische schors handelt motorische bewegingen af. De sensaties van de vecht/vlucht-respons worden afgehandeld door neurale activiteit in het limbisch systeem.

Fase 3. F2 – Onze 2e mentale kaart van de wereld: we voegen persoonlijke betekenis (taal) aan de informatie toe (Linguïstische kaart)

het-nlp-communicatiemodel

De volgende stap is om te organiseren en te begrijpen wat jouw zintuigen in de vorige stap (FA) hebben gedaan. Dat doe je door er een label aan te geven: taal. Hierdoor kun je ernaar refereren: je ziet mij, en je kunt zeggen: dat is een man.

Waar baseer je dat op? Om het label ‘man' aan mij te verbinden? Dankzij verleden ervaringen (conditionering). Dit creëert een generalisatie voor jou van wat een man is. Als je naar een vrouw kijkt, weet je dat het een vrouw is, omdat je een representatie hebt van iedere vrouw die je ooit hebt gezien in het verleden. Misschien gebruikte je de factor lang haar (vrouw) / kort haar (man) uit je verleden ervaringen om te bepalen of het een man of vrouw is. Dit is een weglating van andere eigenschappen.

Je kunt deze fase zien als het filterproces van het ‘klassieke NLP communicatiemodel'. In deze fase (F2) filteren we het resultaat van FA verder door, met behulp van vervormingen, generalisaties en weglatingen.

Hoe wordt bepaald we wat we vervormen, generaliseren en weglaten? Dit filteren doen we op basis van conditionering: we vergelijken en verbinden (‘mapping') de stroom zintuiglijke informatie (vorige fase) met eerder gecodeerde representaties, alvorens we er een linguïstische beschrijving aan labelen (dit kunnen we met 7 +/- 2 chunks aan informatie tegelijk doen (126 bits per seconde).

Die conditioneringen bestaan uit:

  • Herinneringen
  • Overtuigingen
  • Waarden
  • Beslissingen
  • Tijd / Ruimte / Materie (In China vinden ze je lang en in Nederland vinden ze je kort. Op je werk word je jong genoemd en in je avondstudie word je oud genoemd.)
  • Metaprogramma's
  • Interne representaties uit het verleden
  • Taal (symbolen)

Dankzij bovenstaande conditioneringen kunnen we taal verbinden aan wat we zintuiglijk waar hadden genomen. In deze fase komen er dus ook niet-zintuiglijke filters aan te pas (zintuiglijke filters vonden plaats in FA). Deze taal-filters zijn ook conditioneringen. Praten praten praten… Hier zit oordeel, kritiek, verwachtingen en intern dialoog bij.

Doordat we FA (de vorige fase) op deze manier transformeren door het in taal te coderen, geven we er een betekenis aan: we labelen de zintuiglijke ervaring (interne beelden, geluiden, gevoelens, smaken en geuren) nu met taal, waardoor we persoonlijke betekenis creëren en waardoor we onze dagelijkse bewuste aandacht vormen. Op deze manier vormen we onze ‘linguïstische kaart', oftewel ‘linguïstische representatie'.

Het resultaat van dit label- en filterproces is de dieptestructuur / linguïstische kaart / linguïstische representatie: dit zijn interne representaties, opgebouwd uit geluiden, gevoelens, beelden, dialoog met onszelf, smaak en geur. Al deze representaties bij elkaar, die ontstaan zijn uit conditioneringen, vormen ons wereldmodel.

Fase 4. Output van gedrag en taal – De gedragsrespons als gevolg van de linguïstische kaart (Programmeren)

nlp communicatiemodel

Dit is het uiten van de interne representatie naar de oppervlaktestructuur en bestaat uit onze interne en externe output-patronen, als gevolg van wat verwerkt is in de vorige stappen. Dat kunnen zijn:

  • Expliciet gedrag en/of zinnen die je uitspreekt.
  • Verbale expressie
  • Subtiele non-verbale externe shifts
  • Interne shifts

Wat anderen van deze fase kunnen waarnemen, is nooit gelijk aan wat er intern gebeurde in de vorige stappen. 1 tot 3 procent van jouw interne representatie (vorige fase) uit zich in deze oppervlakte-fase en komt over in extern gedrag. Moet je nagaan dat de persoon waarmee je communiceert ook weer een klein percentage daarvan zal begrijpen.

Classic Code NLP-interventies zorgen voor veranderingen in deze fase.

Na alle vier de fases heb je de structuur van de subjectieve ervaring

Deze huidige toestand bestaat, binnen een bepaalde context, uit:

  1. Interne weergave: de representatie (wat zie, hoor en voel ik in gedachten).
  2. Kernwaarden of criteria (wat je belangrijk vindt en waarin je gelooft).
  3. Interne toestand (emoties: in wat voor stemming ben ik?).
  4. Extern gedrag: woorden en daden.

Er is een manier om al deze stappen op een speelse en eenvoudige manier te ervaren. Die manier is Het NLP-Spel van Peter Dalmeijer – gecreëerd door een van de NLP-leraren die het meest voor mij betekend heeft.

De term NLP, uitgelegd aan de hand van het NLP communicatiemodel

Het NLP Communicatiemodel dient als een mooie basis, en zelfs bijna als samenvatting, om NLP uit te leggen. De term staat voor Neuro-Linguïstisch programmeren. Neuro staat hierbij voor het centrale zenuwstelsel. Linguïstiek staat voor gesproken taal en lichaamstaal. Programmeren wil zeggen dat we actief dingen gaan aansturen, je eigen brein en dat van anderen wel te verstaan. Hoe dat precies allemaal zit, leer je in een NLP Practitioner Opleiding.

Wil je nog meer tips zoals deze? Meld je dan hieronder eventjes aan voor een leuke NLP-bonus zodat je niks mist: