Wat zijn de verschillende soorten drogredenen? In dit artikel vind je een volledig overzicht met alle drogredenen die je bijvoorbeeld in de media kunt tegenkomen, inclusief voorbeelden. Lees verder…

Wat zijn drogredenen?

Drogredenen zijn ongeldige argumenten. Drogredenen wekken de schijn van een sterk betoog, terwijl ze in werkelijkheid misleidend of gewoon foutief zijn.

Waarom is het goed om alle soorten drogredenen te kennen?

In allerlei situaties in het leven moet je je eigen standpunt correct onderbouwen óf een verkeerde argumentatie van de tegenpartij ontmaskeren. Het is belangrijk om deze vaardigheid te leren, want drogredenen komen vaak voor.

Alle drogredenen: een overzicht van alle misleidende argumentatietechnieken

Hieronder bespreken we de meest voorkomende drogredenen, zodat je ze kunt herkennen en vermijden.

1. Ad Hominem: De persoonlijke aanval

Een ad hominem drogreden richt zich op de persoon die het argument naar voren brengt, in plaats van op het argument zelf. Dit is een persoonlijke aanval die de geloofwaardigheid van de tegenstander probeert te ondermijnen zonder in te gaan op de inhoud van het debat.

  • Voorbeeld 1: “Je kunt zijn mening over klimaatverandering niet serieus nemen; hij heeft niet eens een diploma.”
  • Voorbeeld 2: “Ze kan niets zinnigs zeggen over dit onderwerp, ze is immers maar een huisvrouw.”
  • Voorbeeld 3: “Hij bekritiseert onze aanpak van armoede, maar hij is zelf steenrijk, dus hij begrijpt er niets van.”
Hierna lezen:  Omdenken: Alle Info, Voorbeelden, Spreuken & Quotes

2. Stroman (Strawman)

Bij de stroman-drogreden vervormt of overdrijft iemand opzettelijk het standpunt van de tegenstander om het gemakkelijker te kunnen aanvallen. Dit gebeurt vaak door een karikatuur van het oorspronkelijke argument te schetsen.

  • Voorbeeld 1: “Je zegt dat we de belastingen moeten verhogen, dus je wilt dat de overheid al ons geld steelt.”
  • Voorbeeld 2: “Zij wil striktere immigratiewetten, dus zij haat alle buitenlanders.”
  • Voorbeeld 3: “Hij stelt voor om te bezuinigen op defensie-uitgaven, dus hij wil dat ons land weerloos is tegen aanvallen.”

3. Vals Dilemma (False Dilemma)

Een vals dilemma presenteert slechts twee opties als de enige mogelijkheden, terwijl er in werkelijkheid meer opties zijn. Dit dwingt de luisteraar om te kiezen tussen twee extreme posities, waarbij de nuance verloren gaat.

  • Voorbeeld 1: “Je bent of voor ons, of tegen ons.”
  • Voorbeeld 2: “Of je steunt dit nieuwe beleid, of je wilt dat het land failliet gaat.”
  • Voorbeeld 3: “Als je niet gelooft in de evolutietheorie, moet je wel in een platte aarde geloven.”
  • Voorbeeld 4: “Je bent óf voor de nieuwe klimaatwet, óf je geeft niets om het milieu.”

4. Cirkelredenering (Begging the Question)

Bij een cirkelredenering wordt de conclusie die bewezen moet worden al in de premisse verondersteld. Het argument gaat ervan uit dat hetgeen bewezen moet worden al waar is.

  • Voorbeeld 1: “God bestaat, want de Bijbel zegt dat Hij bestaat, en de Bijbel is het woord van God.”
  • Voorbeeld 2: “Ik weet dat hij de waarheid spreekt, want hij zegt altijd de waarheid.”
  • Voorbeeld 3: “Het is verkeerd om te stelen, want diefstal is immoreel.”

5. Hellend Vlak (Slippery Slope)

Deze drogreden stelt dat een kleine stap onvermijdelijk zal leiden tot een keten van gebeurtenissen met een negatieve uitkomst, zonder dat er bewijs is voor een dergelijk onvermijdelijk verloop.

  • Voorbeeld 1: “Als we softdrugs legaliseren, zal iedereen uiteindelijk harddrugs gaan gebruiken en wordt de samenleving een chaos.”
  • Voorbeeld 2: “Als we toestaan dat kinderen zonder ouderlijke toestemming piercings krijgen, zal het volgende zijn dat ze op jonge leeftijd tatoeages laten zetten.”
  • Voorbeeld 3: “Als we deze snelheidslimiet verhogen, zullen er binnenkort helemaal geen snelheidslimieten meer zijn.”

6. Post Hoc Ergo Propter Hoc (“hierna, daarom, hierdoor”)

Dit is de aanname dat als iets na een gebeurtenis gebeurt, het daardoor veroorzaakt is. Het is een verwarring tussen opeenvolging en gevolg.

  • Voorbeeld 1: “De haan kraaide, en daarna kwam de zon op. Dus het kraaien van de haan zorgt ervoor dat de zon opkomt.”
  • Voorbeeld 2: “Nadat de burgemeester werd verkozen, stegen de misdaadcijfers. Dus het is zijn schuld dat er nu meer misdaad is.”
  • Voorbeeld 3: “Ik begon een nieuwe vitamine te nemen, en nu voel ik me beter. Het moet wel door die vitamine komen.”
Hierna lezen:  Hoe Kun Je Goede Vragen Stellen? 9 Tips Die Je Moet Toepassen

7. Verkeerde Analogies (False Analogy)

Bij een verkeerde analogie worden twee zaken met elkaar vergeleken die weinig met elkaar te maken hebben, met als doel een argument te ondersteunen.

  • Voorbeeld 1: “Het dwingen van mensen om zich te vaccineren is als slavernij, want beide schenden de individuele vrijheid.”
  • Voorbeeld 2: “Een overheid runnen is als het runnen van een gezin; je moet je kinderen strikte regels geven, dus moeten burgers zich ook aan strikte regels houden.”
  • Voorbeeld 3: “Mensen zijn als wolven, dus ze zullen altijd in roedels vechten om territorium.”

8. Appeal to Ignorance (Argumentum ad Ignorantiam)

Deze drogreden beweert dat iets waar moet zijn, omdat het tegendeel niet bewezen is, of andersom. Het maakt gebruik van een gebrek aan bewijs als bewijs.

  • Voorbeeld 1: “Niemand heeft ooit bewezen dat buitenaardse wezens niet bestaan, dus ze moeten wel bestaan.”
  • Voorbeeld 2: “Er is geen bewijs dat geesten niet bestaan, dus ze zijn echt.”
  • Voorbeeld 3: “Aangezien er geen bewijs is dat de verdachte het niet heeft gedaan, moet hij schuldig zijn.”

9. Appeal to Authority: Onjuist beroep op autoriteit (Argumentum ad Verecundiam)

Een argument dat een bewering ondersteunt door te verwijzen naar een autoriteit of expert, zonder daadwerkelijk te kijken naar de geldigheid van het argument zelf.

  • Voorbeeld 1: “Albert Einstein geloofde in God, dus God moet wel bestaan.”
  • Voorbeeld 2: “Deze diëtist zegt dat je koolhydraten moet vermijden, dus het is slecht om ze te eten.”
  • Voorbeeld 3: “De CEO van een grote techbedrijf zegt dat AI de toekomst is, dus we moeten het volledig omarmen.”

10. Appeal to Popularity (Argumentum ad Populum)

Deze drogreden suggereert dat een bewering waar moet zijn omdat veel mensen erin geloven. Het beroept zich op de meerderheid in plaats van op feiten of logica.

  • Voorbeeld 1: “Miljoenen mensen gebruiken deze dieetpil, dus het moet wel effectief zijn.”
  • Voorbeeld 2: “Iedereen op kantoor is het erover eens dat deze software het beste is, dus we moeten het ook gebruiken.”
  • Voorbeeld 3: “De meeste mensen vinden dit een goede film, dus het moet wel een goede film zijn.”

11. Appeal to Emotion: Bespelen van het publiek

Een appeal to emotion gebruikt emotionele manipulatie in plaats van rationele argumenten om een punt te maken. Het probeert sympathie, angst, of woede op te wekken om het publiek te overtuigen.

  • Voorbeeld 1: “Als je dit niet doet, zullen je kinderen in armoede opgroeien.”
  • Voorbeeld 2: “Hoe kun je dit asielhondje afwijzen? Kijk eens naar die droevige ogen!”
  • Voorbeeld 3: “Als je niet voor dit voorstel stemt, dan vernietig je de hoop van duizenden mensen.”
Hierna lezen:  'Wijzen Naar De Maan': Daden Zeggen Meer Dan Woorden [Geen Woorden Maar Daden!]

12. Red Herring

Een red herring is een afleidingsmanoeuvre die een irrelevant onderwerp in het debat introduceert om de aandacht van het werkelijke probleem af te leiden.

  • Voorbeeld 1: “Waarom praten over milieuproblemen, terwijl er zoveel werkloosheid is?”
  • Voorbeeld 2: “Het maakt niet uit of hij belasting ontduikt; laten we het hebben over al het goede werk dat hij doet voor de gemeenschap.”
  • Voorbeeld 3: “Het is niet belangrijk of het project binnen budget blijft, wat echt telt is dat we het team gemotiveerd houden.”

13. Tu Quoque

Bij tu quoque (jij ook) wijst iemand op het hypocriete gedrag van de tegenstander als verdediging tegen een beschuldiging, zonder het eigenlijke probleem aan te pakken.

  • Voorbeeld 1: “Hoe kun jij zeggen dat roken slecht is, terwijl je zelf vroeger ook gerookt hebt?”
  • Voorbeeld 2: “Je zegt dat ik te veel tv kijk, maar jij kijkt zelf elke avond uren naar Netflix.”
  • Voorbeeld 3: “Je klaagt over mijn rijgedrag, maar jij hebt zelf ook al eens een boete gekregen voor te hard rijden.”

14. Valse Causaliteit: Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie (Cum Hoc Ergo Propter Hoc)

Deze drogreden stelt dat twee gebeurtenissen die gelijktijdig plaatsvinden, noodzakelijkerwijs causaal verbonden zijn, zonder dat er daadwerkelijk bewijs is voor die causale relatie.

  • Voorbeeld 1: “Sinds de komst van sociale media is het aantal depressies toegenomen, dus sociale media veroorzaken depressie.”
  • Voorbeeld 2: “Er is meer regen gevallen sinds ik deze nieuwe paraplu heb gekocht; het moet dus door de paraplu komen.”
  • Voorbeeld 3: “Steeds meer mensen dragen brillen tegenwoordig, dus het eten van moderne voeding moet slecht zijn voor je ogen.”

15. Argumentum ad Baculum (Dreigement)

Dit is een dreigement of dwang in plaats van een argument. Het probeert iemand te overtuigen door middel van angst in plaats van logica.

  • Voorbeeld 1: “Als je het niet met me eens bent, verlies je je baan.”
  • Voorbeeld 2: “Als je niet stemt voor dit voorstel, zullen de gevolgen voor je carrière niet prettig zijn.”
  • Voorbeeld 3: “Onderteken dit contract, anders zal je nooit meer een kans krijgen in deze industrie.”

16. Compositie- en Divisiedrogreden

Deze drogreden neemt aan dat wat waar is voor een deel, ook waar moet zijn voor het geheel, of omgekeerd.

  • Voorbeeld 1: “De cellen in het lichaam zijn onzichtbaar voor het blote oog, dus het lichaam is ook onzichtbaar.”
  • Voorbeeld 2: “Deze band is geweldig omdat alle leden individueel geweldig zijn.”
  • Voorbeeld 3: “Dit team heeft de beste spelers, dus het moet wel het beste team zijn.”

17. Non Sequitur

Een non sequitur is een conclusie die niet logisch volgt uit de voorgaande premissen. Het verband tussen de stelling en de conclusie ontbreekt.

  • Voorbeeld 1: “Hij is rijk, dus hij moet wel een goede vader zijn.”
  • Voorbeeld 2: “Ze houdt van boeken, dus ze moet wel een geweldige schrijfster zijn.”
  • Voorbeeld 3: “Hij draagt altijd dure kleding, dus hij is vast een integer persoon.”
Hierna lezen:  Provocatief coachen: 76 voorbeelden & technieken [Artikel met tips]

18. Ambiguïteit (Equivocation)

Bij deze drogreden wordt een term of uitdrukking met meerdere betekenissen op een verwarrende manier gebruikt, zodat het argument logisch lijkt, terwijl het dat niet is.

  • Voorbeeld 1: “Alleen een man is niet goed genoeg, dus laten we ervoor zorgen dat we altijd met z'n tweeën zijn.” (Misbruik van het woord ‘man' als ‘mens' en ‘mannelijk persoon'.)
  • Voorbeeld 2: “De wet zegt dat je niet mag stelen, dus als je honger hebt, mag je niets te eten pakken.” (Hier wordt ‘stelen' dubbelzinnig gebruikt.)
  • Voorbeeld 3: “Feitelijke informatie kan nooit verkeerd zijn, dus als het in een feit is, kan het niet fout zijn.” (Misbruik van de term ‘feit' in verschillende betekenissen.)

19. Valse Consensus (False Consensus Effect)

De drogreden van de valse consensus houdt in dat iemand ervan uitgaat dat de eigen mening of overtuiging wijdverspreid is en door de meerderheid wordt gedeeld, terwijl dat in werkelijkheid misschien niet zo is.

Voorbeeld 1: “Iedereen weet dat dit de beste oplossing is, dus er is geen reden om verder te discussiëren.”
Voorbeeld 2: “Alle mensen met gezond verstand zijn het met me eens dat dit beleid niet werkt.”
Voorbeeld 3: “Niemand houdt van die film, dus het moet echt slecht zijn.”

20. Argumentum ad Lazarum

Dit is het tegenovergestelde van de appeal to authority, waarbij wordt aangenomen dat een bewering waar is omdat degene die het doet arm of in een lagere sociale klasse is, wat zou getuigen van nederigheid en waarheid.

Voorbeeld 1: “Hij is een eenvoudige man zonder bezittingen, dus hij moet wel de waarheid spreken.”
Voorbeeld 2: “Omdat zij in armoede leeft, heeft ze zeker meer wijsheid over het leven dan een rijke persoon.”
Voorbeeld 3: “Deze auteur komt uit een arm dorp, dus zijn kijk op de maatschappij moet wel juist zijn.”

21. Appeal to Nature

Deze drogreden stelt dat iets natuurlijkerwijs goed is simpelweg omdat het natuurlijk is, of slecht omdat het onnatuurlijk is.

Voorbeeld 1: “Plantaardige middelen zijn beter omdat ze natuurlijk zijn.”
Voorbeeld 2: “Genetisch gemodificeerde organismen zijn slecht omdat ze onnatuurlijk zijn.”
Voorbeeld 3: “Biologisch voedsel is per definitie gezonder dan niet-biologisch voedsel.”

22. Loaded Question

Bij een loaded question wordt een vraag zo gesteld dat elk antwoord schuldig maakt, ongeacht hoe men antwoordt.

Voorbeeld 1: “Ben je gestopt met liegen tegen je partner?” (Het impliceert dat de persoon heeft gelogen, ongeacht het antwoord.)
Voorbeeld 2: “Wanneer ben je gestopt met je belasting te ontduiken?” (Het suggereert dat er ooit belasting werd ontdoken.)
Voorbeeld 3: “Heb je eindelijk opgegeven je collega's te manipuleren?” (Dit impliceert dat er manipulatie heeft plaatsgevonden.)

Hierna lezen:  Pathologische Leugenaar (Ofwel Mythomanie / Pseudologia Fantastica)

23. Moving the Goalposts

Bij deze drogreden worden de criteria of voorwaarden voor succes aangepast zodra blijkt dat aan de oorspronkelijke voorwaarden is voldaan, zodat de discussie nooit eindigt.

Voorbeeld 1: “Je hebt de cijfers verbeterd, maar nu moeten we zien hoe je dat volgend jaar gaat doen.”
Voorbeeld 2: “Ja, je hebt dat examen gehaald, maar je moet laten zien dat je het diploma kunt halen.”
Voorbeeld 3: “De verkoper bereikte zijn verkoopdoelen, maar nu moet hij ook het klanttevredenheidscijfer verhogen.”

24. Godwin's Law

Dit is de tendens om in een debat de vergelijking te trekken met Hitler of de nazi's, meestal om het argument van de tegenstander te demoniseren, ongeacht of de vergelijking gerechtvaardigd is.

Voorbeeld 1: “Je standpunt over het onderwijsbeleid doet me denken aan hoe de nazi's kinderen opvoedden.”
Voorbeeld 2: “Dit soort regelgeving is precies wat Hitler ook deed in zijn tijd.”
Voorbeeld 3: “Jij wilt verplichte vaccinaties? Dat is precies hoe de nazi's hun bevolking controleerden.”

25. Gambler’s Fallacy

Dit is de drogreden waarbij men denkt dat de kans op een gebeurtenis groter of kleiner wordt naarmate deze al vaker is voorgekomen, terwijl elke kans onafhankelijk is.

Voorbeeld 1: “Ik heb vijf keer kop gegooid, de volgende worp moet wel munt zijn.”
Voorbeeld 2: “De roulettebal is al vijf keer op zwart gevallen, de volgende keer is het zeker rood.”
Voorbeeld 3: “Ik heb al zoveel pech gehad vandaag, nu moet ik wel een keer geluk hebben.”

26. Onjuist beroep op een kenmerk of eigenschap

Bij een foutieve verwijzing naar een eigenschap of kenmerk wordt een eigenschap genoemd die eigenlijk niet van belang is voor het argument of de discussie, of wordt een belangrijk kenmerk juist weggelaten. Soms gebeurt dit om een ander in een kwaad daglicht te stellen. Het wordt ook wel stereotypering genoemd.

Voorbeeld: “Sanne draagt vaak felle kleuren, dus ze kan geen goede wetenschapper zijn.” Hier wordt onterecht gesuggereerd dat iemand die felle kleuren draagt, minder capabel zou zijn als wetenschapper, wat een irrelevante eigenschap is voor de kwaliteit van haar werk.

27. Ontduiken van de bewijslast (verschuiven van de bewijslast)

Het ontwijken van de bewijslast is een fout in het redeneren die op twee manieren kan voorkomen:

  • Ontwijken van de bewijslast: een standpunt wordt gepresenteerd alsof er geen bewijs of argumentatie nodig is.
  • Verschuiven van de bewijslast: in plaats van zelf bewijs aan te leveren, wordt de ander gevraagd te bewijzen dat het standpunt onjuist is.

Voorbeeld: “Het is duidelijk dat we meer uren moeten werken. Bewijs maar eens dat dit niet zo is.” In plaats van het geven van goede argumenten waarom meer werken nodig zou zijn, wordt de verantwoordelijkheid bij de ander gelegd om het tegenovergestelde te bewijzen.

Hierna lezen:  Bestaat De Absolute Waarheid? ('De Kaart Is Niet Het Gebied') [Filosofie]

28. Overdrijven van de voor- en nadelen

Overdrijven van de voor- of nadelen
Bij het overdrijven van de voor- of nadelen worden de sterke punten van een standpunt overdreven of juist de zwakke punten overdreven, zonder dat er een eerlijk beeld wordt geschetst. Dit gebeurt op twee manieren:

  • Alleen de voordelen worden benadrukt en de nadelen worden genegeerd.
  • Alleen de nadelen worden belicht, terwijl de voordelen worden weggelaten.

Dit zorgt ervoor dat de ander geen volledig beeld krijgt om een afgewogen beslissing te nemen.

Voorbeeld: “We moeten allemaal elektrisch rijden, want het is beter voor het milieu, goedkoper op de lange termijn, en stil op de weg.” Hier worden de voordelen overdreven zonder dat nadelen, zoals de beperkte oplaadmogelijkheden of de hoge aanschafprijs, worden genoemd.

29. Overgeneralisatie of overhaaste generalisatie

Bij een overgeneralisatie of overhaaste generalisatie wordt een conclusie getrokken over een hele groep of situatie op basis van slechts één of enkele voorbeelden. Toevallige of anekdotische gebeurtenissen worden gebruikt als bewijs, terwijl dit geen solide onderbouwing is voor een algemeen standpunt.

Voorbeeld: “Alle studenten spijbelen, want ik zag er gisteren één tijdens schooltijd in het winkelcentrum.” Dit is een overhaaste generalisatie, omdat één waarneming niet voldoende is om te concluderen dat alle studenten zich op dezelfde manier gedragen.

30. Verkeerde vergelijking

Bij een verkeerde vergelijking worden twee of meer dingen met elkaar vergeleken, terwijl ze eigenlijk geen relevante overeenkomsten hebben of niet op een logische manier met elkaar vergeleken kunnen worden.

Voorbeeld: “Je kunt net zo goed je kind een auto laten besturen. Je laat hem toch ook videogames spelen?” Dit is een verkeerde vergelijking, omdat autorijden en het spelen van videogames totaal verschillende activiteiten zijn met verschillende risico's en vaardigheden, waardoor ze niet op een logische manier te vergelijken zijn.

31. Vertekenen van iemands standpunt

Bij het vertekenen van het standpunt wordt iemands woorden verdraaid of overdreven, waardoor het lijkt alsof die persoon iets extremer of totaal anders heeft gezegd dan bedoeld. Dit kan leiden tot misverstanden en verkeerde conclusies.

Voorbeeld:
Persoon 1: “Ik vind dat we dierenwelzijn meer aandacht moeten geven in de voedselindustrie.”
Persoon 2: “Dus jij vindt dat niemand meer vlees mag eten?”

Dit is een vertekening van het standpunt, omdat persoon 1 alleen pleit voor meer aandacht voor dierenwelzijn, zonder te zeggen dat vleesconsumptie volledig verboden moet worden.

Onze NLP-tools om drogredenen tegen te gaan

Ook binnen NLP zijn er veel krachtige tools om drogredenen te herkennen. Je vindt ze in onderstaande blogartikelen:

Hierna lezen:  Religie & Geweld: Waarom veroorzaken religies oorlog? Hoe stoppen we dit?

Bekende bronnen over drogredenen

Onderstaande boeken behandelen drogredenen uitgebreider:

  • “Informal Logic: A Pragmatic Approach” door Douglas Walton: Een uitstekende bron voor het begrijpen van drogredenen in alledaagse argumentatie.
  • “The Art of Deception: An Introduction to Critical Thinking” door Nicholas Capaldi: Dit boek biedt een diepgaande analyse van diverse drogredenen en hoe ze kunnen worden herkend en ontkracht.
  • “Logically Fallacious” door Bo Bennett: Een uitgebreide verzameling van drogredenen met praktische voorbeelden en uitleg.

Conclusie

Drogredenen kunnen verleidelijk zijn om te gebruiken, vooral in verhitte debatten of als we snel willen winnen. Toch ondermijnen ze de integriteit van de argumentatie en kunnen ze de discussie vervuilen. Door deze drogredenen te herkennen, kun je een krachtiger en eerlijker argument opbouwen en tegelijkertijd de redeneringen van anderen kritisch evalueren.

Wil je nog meer tips zoals deze? Meld je dan hieronder eventjes aan voor een leuke NLP-bonus zodat je niks mist: