Hoe doe je dat precies? Dat doorvragen? In dit artikel vind je alle handvatten, voorbeeldzinnen en vragen om te kunnen stellen. Lees verder en ontdek precies hoe je makkelijk kunt doorvragen…

Vraag eenvoudig door

Doorvragen hoeft niet moeilijk te zijn. Wanneer iemand over iets vertelt, kun je al heel algemeen vragen:

  • Hoe ging het?
  • Hoe was het?
  • Hoe was het om x mee te maken?

Vraag letterlijk door

Dit is een letterlijk verzoek om door te vertellen:

  • En wat nog meer?
  • (Je noemt x) en wat is er nog meer?
  • Vertel me meer.
  • Dat is interessant, vertel me meer! 
  • Vertel me wat er nog meer afspeelt… 

Een open verzoek om door te vertellen

Dit is een open verzoek om door te vertellen, zonder een specifieke vraag. ‘Vertel!' is de ultieme doorvraag-vraag. Gewoon het woordje: ‘Vertel.'

  • Laten we erover praten.
  • Wat is er aan de hand? Vertel me erover.
  • Vertel me over x.
  • Vertel!
  • Leg uit.
  • Verklaar je nader.
  • Ga door.
  • Kan je dat toelichten?
  • Kan je me daar iets over vertellen?
  • Wilde je nog wat delen?
  • Wil je nog iets kwijt? 
  • Wat wil je aan me vertellen?
  • Bedankt dat je dit deelt. Wil je het erover hebben?
  • Vertel me meer. Wil je erover praten?
  • Vertel me over onderwerp x.
  • Vertel me over je…/{gevoel}/situatie.
  • Beschrijf x.

Vraag naar wat leuk en niet-leuk was

  • Wat was leuk? Wat was minder leuk?
  • Wat was fijn? Wat was minder fijn?
  • Wat was lastig?
  • Had jij nog iets moois of niet-moois te delen?
  • Wat zijn de voordelen? En de nadelen?

Wat was lastig?

Stel de waarom-vraag

Oei… Het letterlijke woord ‘waarom' roept weerstand op, en staat daarom ook niet in het metamodel. Toch is deze vraag erg krachtig en verrijkend voor een gesprek. Hoe lossen we dit probleem op? Simpel: door de waarom-vraag met andere woorden te stellen:

  • Wat is de reden dat…?
  • Wat maakt dat…?
  • Hoe komt het dat…?
  • ‘Dat is interessant, hoe komt dat zo?'
  • Hoe denk je dat dat komt?
  • Waardoor komt dat?
  • ‘Wat maakt dat je dat zou zeggen/doen/vragen?'
  • Wat maakt dat x?
  • ‘Wat zijn de oorzaken? Waardoor gebeurt het? Wat maakt dat dat gebeurt?'
  • Waarom die keuze? Welke factoren speelden mee om tot die keuze te komen?
  • Stel vragen over waarden. ‘Waarom is dit belangrijk?'
Hierna lezen:  Klanttevredenheid verhogen? Zó verbeter je het simpel & effectief

Stel de andere w-vragen

  • Wie
  • Wat
  • Waar
  • Waarom
  • Wanneer
  • Hoe.

Vraag door door te down- en upchunken:

Chunking heeft van alles te maken met abstractieniveau. Je kunt twee richtingen op: concreter of abstracter. Vraag bijvoorbeeld naar de details en symptomen (downchunk) en de gevolgen (upchunk) van een situatie van iemand.

Chunk down:

  • Hoe? Hoe gebeurt het precies?
  • Hoe uit zich dat?
  • Hoe wordt dit doel vervuld? Hoe wordt bijvoorbeeld deze intentie of behoefte ingevuld?
  • Kan je daar een voorbeeld van geven?
  • Wat vind je er zo mooi aan, dus welk aspect hiervan?
  • Hoe lang speelt dat al?
  • Op welke momenten heb je er last van?
  • Wat specifiek? Bijvoorbeeld: Waar heb je het specifiek moeilijk mee? Of: Wat betekent x specifiek voor jou? Bijvoorbeeld: Wat betekent vrijheid specifiek voor jou?
  • Wat is er feitelijk gebeurd?
  • Wat is hier de oorzaak van?

Chunk up:

In de vorige tip leerde je naar voorbeelden te vragen. Dat heet downchunken. Als je omlaag kunt… dan kun je ook omhoog! Een upchunk-vraag is:

  • Waartoe? Met welk doel? Waar wil je naartoe?
  • Wat voor moois ga je hierdoor krijgen? Waar doe je het voor? Wat schenkt het je?
  • Wat ga je daarmee bereiken? Wat hoopte je te bereiken?
  • Wat is het gevolg hiervan?
  • Wat is de positieve intentie hier?
  • Waarom doe je dit?
  • Wat vind je er belangrijk aan?
  • Wat is je verlangen? En je angst?
  • Wat heb je nodig? Wat is je behoefte? Om in welke behoefte te voorzien?
  • Waar maakt dit onderdeel van uit? Dus wat is het grotere geheel? Waar is dit een voorbeeld van?
  • Hoe laat jou dat voelen?
  • Wat wil je echt?

Hier vind je alle up- en downchunk-vragen.

Vraag door via het Meta Model om meer interesse te tonen in details

Vraag regelmatig naar voorbeelden in een gesprek. Zo kun je lekker inzoomen op een onderwerp. Dit is een onderdeel van een model met een heleboel van dit soort vragen. Er bestaat namelijk een tool/model waarmee je heel eenvoudig weet hoe je door kunt vragen op iets. Dit is het meta-model. Gebruik het metamodel met veel warmte om lekker door te vragen over een situatie of onderwerp.

Even tussendoor: Heb je jouw NLP Doe-Boek al?

Vind je mijn blog zinvol en wil je alles in de vingers krijgen om je communicatie & relaties te boosten? Ik maakte dit simpele NLP Doe-Boek voor je. Mis jouw exemplaar niet: Hier met blogkorting en gratis verzending.

NLP-Praktijk-Doe-Boek
  • Het sleutelwoord in het Meta Model is het woordje “precies”. Wat bedoel je precies? Hiermee ontdek je de echte betekenis achter de woorden van je gesprekspartner.
  • Een andere manier om ieder woord van je gesprekspartner met precisie te ontleden, is: een socratisch gesprek voeren. Hiermee kun je iemand lekker doorzagen en tot nadenken aanzetten.
  • Bekijk het artikel nog eens over downchunking. Met het Meta Model ben je namelijk aan het downchunken naar feiten en details.
Hierna lezen:  Hoeveel verdient een (life) coach? [Feiten & cijfers 2024]

Stel vragen via het model van de subjectieve ervaring

Het Model Van De Subjectieve Ervaring is een ander NLP-model waarmee je een aantal vragen kunt stellen om precies iemands belevingswereld te onderzoeken. Dit is erg geschikt om door te vragen. Alle vragen van dit model vind je in dit artikel met coachvragen. Hieronder vind je een samenvatting:

Algemeen beginnen:

  • Vandaag was je bij je moeder. Hoe ging het?
  • Hoe ben je de afgelopen dagen doorgekomen?
  • Hoe gaat het met je nu?
    Hoe gaat het vandaag?
    Hoe is het met je?
    Hoe gaat het?
    Hoe gaat het echt met je?
  • Hoe is je dag?
    Wat is jouw verhaal van de dag?
    Wat is jouw avontuur van de dag?
    Wat heb je vandaag gedaan?
    Wat heb je beleefd?
    Wat voor iets bijzonders heb je meegemaakt?
  • Wat is er?
    Vertel me echt wat er is, het lucht op.
  • Wat houdt je de laatste tijd echt bezig?
    Ben je ook aan een specifiek doel aan het werken?
    Waar wil je naartoe?

Context: Met wie, waar en wanneer speelt dit?

  • In welke situatie gebeurt dit?
  • Wat zijn de omstandigheden?
  • Waar ben je? Hoe ziet de ruimte eruit?
  • Wat gebeurde er? Wat gebeurde er nog meer?
  • Wie zijn er bij? Met wie ben je? Wie was er?
  • Wanneer precies?

Externe waarneming:

  • Wat neem je waar?
  • Wat was er te zien?
  • Wat werd er gezegd?
  • Wat hoor en zie je om je heen? 
  • Wat zag, hoorde, voelde, hoorde, rook en proefde je? 
  • Wat zeggen, horen, doen en zeggen de mensen die erbij zijn?

Gedachten:

  • Wat dacht je? Wat denk je? Waar denk je nu aan?
  • Wat zijn je gedachten hierover?
  • Wat gaat er in je om? Wat gaat er door je hoofd?
  • Wat vond je ervan?
  • Welke vragen stel je jezelf?
  • Wat zeg je tegen jezelf? Wat is je intern dialoog?
  • Wat vond je ervan? Ben je tevreden met vandaag?
  • Waarom denk je dat?
  • Welk beeld heb je daarbij? Wat zie je in gedachten?
  • Wat zijn je fantasieën?
  • Heb je nog ergens zorgen over?
  • Wat wil je nog van je hart?
  • Wat denk je dat de oorzaak is?

Emoties:

  • Wat voelde je? En hoe voel je je er nu over?
  • Wat voel je in je lijf? En waar in je lijf?
  • Waar voel je het in je lichaam? Heeft het een kleur, een temperatuur, een tinteling? Stel eventueel meer submodaliteiten-vragen over dit gevoel.
  • Wat ervaar je? Hoe ervaarde je het? Hoe is dat voor jou?
  • Hoe zit je in je vel?
  • Hoe voel je je?
  • Hoe voel je je nu?
  • Hoe voel je je vandaag?
  • Wat voel je dan (daardoor)?
  • Wat voel je over deze situatie?
  • Hoe voelt dat nu?
  • Hoe laat dat jou voelen?
  • Welk gevoel hoort daarbij?
  • Hoe voel je je daarbij?
  • Wat voor gevoel geeft dat jou?
  • Welke gevoelens heb je daarbij?
  • Hoe heet dat gevoel?
  • Wat doet het met je?
  • Wat gebeurt er van binnen met je?
  • Wat maakt deze situatie bij je los? 
  • In wat voor stemming ben je?
  • Wat gaat er op dit moment door je heen?
  • Wat voor emoties heb je?
  • Merk op wat je nu ervaart.
  • Hoe is dat voor je?
  • Wat gebeurt er? Wat gebeurt er nog meer?
  • Wat gebeurt er nu?
  • Wat raakt je?
  • Het raakt je hè? Hoe is dat?
  • Het doet je veel hè?
  • Is dit gevoel nieuw of bekend?
Hierna lezen:  17 Beste Reflectiemethoden [Reflectievragen & Werkvormen]

Conditioneringen en filters:

  • Wat maakt dat je dit voelt en denkt?
  • Door welke ervaringen uit het verleden denk je nu zo?
  • Uit wat voor jeugd, thuissituatie en opvoeding kom je?
  • Wat zijn je motivaties en redenen?
  • Wat zijn je motieven, drijfveren, overtuigingen en waarden?
  • Waar doet dit je aan denken? Waar herinnert dit je aan?
  • Wat roept het bij je op?
  • Waar heb je dit eerder ervaren?

Fysiologie en uiterlijk:

  • Welke fysieke houding neem je dan aan?
  • Hoe sta je er dan bij?
  • Hoe zie je er zelf uit?
  • Wat is je houding?
  • Hoe beweeg je dan?
  • Wat is er opvallend aan je lichaamshouding?
  • Hoe is je spierspanning?
  • Wat voor gezichtsuitdrukking heb je dan?
  • Hoe is je ademhaling?
  • Wat voor gezichtsuitdrukkingen zien we?
  • Wat voor gebaren maak je?
  • Wat doen je ogen?
  • Hoe klink je? Hoe is je tonaliteit en je intonaties?
  • Wat voor onbewuste non-verbale gedragingen en reacties heb je?
  • Wat voor kleding draag je?

Extern gedrag:

  • Wat zeg je?
  • Wat doe je (dan vervolgens) (in deze situatie)?
  • Wat deed je? Wat heb je allemaal gedaan?
  • Wat is je waarneembare gedrag? Wat kunnen anderen aan je waarnemen?
  • Hoe gedraag je je?
  • Hoe handel je?
  • Doe het eens voor?
  • Hoe ging dat dan?

Logische niveaus:

Begrijp alle neurologische niveaus van de ander: Stel vragen over de volgende zeven zaken:

Wat is op dat moment je…

  • Omgeving
  • Gedrag
  • Capaciteiten
  • Overtuigingen
  • Waarden
  • Identiteit
  • Missie

Vraag naar iemands kant van het verhaal

Vraag nog eens naar dingen die recent zijn gebeurd. “Hoe voel je je nu over laatst?” “Wil je het erover hebben?” Vraag vervolgens op de volgende manieren door:

Algemeen:

  • En hoe zit het met jou? Hoe ervaar jij dit? 
  • Hoe is dit voor jou?
  • Hoe is het nu?
  • Wat ligt er op je hart?
  • Voel je je gehoord? Voel je je echt gehoord over deze gebeurtenis?

Gevoelens:

  • Hoe voel jij je?
  • Wat voel je over deze situatie?
  • Wat doet dat met je?

Gedachten:

  • Wat denk je?
  • Wat vond je van x? Wat vind je hiervan?
  • Wat zijn je gedachten hierover?
  • Hoe zie jij de wereld met betrekking tot dit onderwerp?
  • Wat betekent dat voor jou in jouw wereld?

Context:

  • Wat zie en hoor je als je in deze situatie bent?
  • Wat doe je in deze situatie?
  • Wie zijn er nog meer in deze situatie?
  • Hoe gaat dat dan? Wat gebeurt er in deze situatie?

Doel:

  • Wat wil je?
  • Waar wil je naartoe?
  • Wat zijn je doelen en belangen hier?
  • Wat zijn je verlangens, wensen en dromen hier?

Benodigdheden:

  • Wat zijn een aantal van jou onvoorziene behoeften?
  • Wat zijn jouw voorkeuren?
  • Wat zijn je wensen?
  • Wat heb je nodig nu?
Hierna lezen:  59 Beïnvloedingstechnieken: Effectief Beïnvloeden, Overtuigen & Manipuleren

Waarden:

  • Wat is belangrijk voor je?
  • Wat vind je hier belangrijk? Waar let je dus op in deze situatie?

Hulp:

  • Waar kan ik rekening mee houden?
  • Wat wordt verwacht? Wat moet niet?

Belemmeringen:

  • Maak je je zorgen? Waar maak je je zorgen over?
  • Wat zijn je obstakels, frustraties, mislukkingen, angsten, problemen, pijnpunten, onveiligheden, kwetsbaarheden, klote-dingen en uitdagingen hier?
  • Waar loop je tegenaan?

Vraag door door te herkaderen

Er zijn talloze herkadertechnieken, wat ook wel Omdenken wordt genoemd. Hier vind je drie voorbeelden:

  • Intentie-herkadering: Vraag naar de positieve intentie en vind daar nieuwe alternatieven voor.
  • Tijd-herkadering: Schijn je licht op hoe het vroeger ging.
  • Toekomst-herkadering: Wat is het plan?
  • Positieve-kant-herkadering: Wat zijn je successen hier?
  • De leer-herkadering: hoe hadden we het met de wijsheid van nu anders kunnen aanpakken?
  • Gebruik de cartesiaanse coördinaten om door te vragen. Bijvoorbeeld: ‘Hoe ga je om met de gevolgen?'
  • Vraag naar alle logische niveaus. Wat is op dat moment [je omgeving, gedrag, capaciteiten…]

Vraag door met empathie

Vraag wat je kunt doen voor de ander

  • Heb je iets nodig?
  • Wat heb je nodig?
  • Kan ik helpen? Kan ik iets voor je doen? Naar de dokter brengen bijvoorbeeld?
  • Wat wil je van me weten, wat wil je aan me vragen?
  • Wees ook zelf attent.

Stel coachvragen

Stiltetolerantie gebruiken als middel om door te vragen

Stiltetolerantie kan zich als volgt uiten: na de vraag niks zeggen en ruimte geven voor het antwoord. Laat de ander het werk doen. Hier gaan we in het hoofdstuk over charisma dieper op in.

Bonustip: Weet wanneer je moet doorvragen

Wees niet bang om door te vragen. Dat is een van de socialere dingen die je kunt doen. Sterker nog: er zijn een aantal momenten waarop het eigenlijk verplicht is om door te vragen. Wees continu scherp en herken deze momenten:

Vraag ten minste één keer extra door nadat je een vraag stelde

Wanneer jij een nieuw onderwerp aansnijdt, bijvoorbeeld via een open vraag die je aan je gesprekspartner stelt, is het een beetje gek als je daarna niks meer zegt. Houd het niet bij die ene vraag – om vervolgens stiekem weer lekker over jezelf te praten – maar stel minstens een vervolgvraag.

Er zijn nogal veel mensen die de fout maken dat ze niet doorvragen. Ze stellen op het begin een leuke vraag, ontvangen een interessant of niet-zo-interessant antwoord… en dan valt er een stilte. Laat dat niet gebeuren. Stel je een vraag, stel dan alsjeblieft ook een vervolgvraag.

Heb je een open vraag gesteld om interesse te tonen, vraag dan vervolgens ook door! Dat is dus absoluut niet het moment om een stilte laten vallen zodat de ander dezelfde vraag terug kaatst… zodat je het stiekem over jezelf kunt hebben.

Vraag door wanneer jouw gesprekspartner met een nieuw onderwerp komt

Wanneer je gesprekspartner een nieuw onderwerp aansnijdt door iets te benoemen. Men snijdt zelden zomaar een nieuw onderwerp aan. Meestal heeft men dan een behoefte aan aandacht. Je gesprekspartner verwacht – en heeft nodig – dat jij er dieper op in gaat.

Misschien noemt je gesprekspartner even dat hij/zij terug is van het ziekenhuis en dat alles goed is gegaan. Ook al is alles goed gegaan, toch blijft er meestal een reden dat je gesprekspartner dit onderwerp aanhaalt: om extra aandacht te krijgen doordat jij doorvraagt. Even informeren… Even vragen hoe het gegaan was in het ziekenhuis… Even zeggen dat je blij bent dat het niks ernstigs was.

Vraag door wanneer jouw gesprekspartner jou een vraag stelt

Wanneer je gesprekspartner een nieuw onderwerp aansnijdt door aan jou een vraag te stellen, is het tijd om jouw doorvraag-skills in te zetten. Als iemand jou een vraag stelt, zit er altijd wat achter. Wees een sociale gesprekspartner en stel dezelfde vraag terug.

Hierna lezen:  Omgaan Met Weerstand: 21 Ongelooflijke Tips (incl. utilisatie-model)

Stel hem dus: de wedervraag! Wanneer jij een vraag toegeworpen krijgt, stel diezelfde vraag dan na een tijdje ook terug: En hoe is dat voor jou? Of: Heb je dat ook wel eens?

Misschien vroeg een kennis van jou een week geleden nog op welke manier je geraakt bent door de crisis die nu al een half jaar rondwaart. Jullie hebben er een uitgebreid gesprek over. Een week later zie je hem weer en hij vraagt je direct weer: “Ben je deze week extra geraakt?” Nu moet bij jou een belletje rinkelen: het kan niet anders dan dat dit de ander juist is overkomen, dus zorg ervoor dat je deze vraag terug stelt.

Vraag door bij niet-triviale onderwerpen

Vraag door bij ieder niet-triviaal onderwerp waar je gesprekspartner het over heeft. Je hoeft dus niet door te vragen bij “Ik ga even aan mijn laptop werken”, maar wel bij: “Ik belde net met de huisarts. Het ging goed en ik kreeg een doorverwijzing voor mijn moeder.”

Het belangrijkste is dat je een belangrijk stuk informatie van je gesprekspartner niet afdoet met een knikje – en verder niks. Vergeten door te vragen kan wél bij iets simpels als: “Mmm ik ga nog even een paar minuten aan mijn laptop werken”, maar je moet gewoon doorvragen bij serieuzere onderwerpen: “Ik belde net met de huisarts. Die is fijn en had een doorverwijzing voor mijn moeder.” Zoiets kun je gewoon niet voorbij laten gaan zonder door te vragen, ook al klinkt het als niks ernstigs. Vraag bijvoorbeeld: “Maak je je zorgen om je moeder? Sinds wanneer speelt het?”

Je hoeft niet altijd door te vragen als je geen zin hebt

Tot slot is het belangrijk om te weten dat je natuurlijk niet altijd zo aandachtig en attent hoeft te zijn om op deze sociale en zorgzame wijze door te vragen. Als je er zelf te moe voor bent, je rot voelt of niet in de stemming bent, geef dan bij je gesprekspartner aan dat je hem/haar gehoord hebt en dat je op dit moment niet in staat bent om door te vragen en attent te reageren.

 

Gerelateerd: lees verder...

Hierna lezen:  Online Coaching Opzetten: Online Life Coach Worden [HowTo]

Wil je nog meer tips zoals deze? Meld je dan hieronder eventjes aan voor een leuke NLP-bonus zodat je niks mist: